Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambtsdrager in Coronatijd (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambtsdrager in Coronatijd (2)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe kun je als ambtsdragers in deze Coronacrisis je ambt en plicht getrouw verrichten tot Gods eer? Is dat geen onbegonnen werk in deze moeilijke tijd vol gelegenheid voor verdeeldheid, verwarring, vermoeidheid en verlegenheid?

Onbegonnen werk?”, zo luidt ook de aansprekende titel van een boekje over het ambtelijke werk van met name ouderlingen dat bijna 40 jaar geleden verscheen. Een tijd waarin het individualisme binnen de kerken nog lang niet zo ver was doorgebroken als vandaag de dag. Terwijl ook daarin al met verdriet wordt geconstateerd dat er in kerk en maatschappij een gezagscrisis gaande was! Wat dit boekje op sommige punten naar voren brengt, is actueler dan ooit en kan ook vandaag in een aantal opzichten dienen tot vermaning, aansporing en bemoediging.

Geroepen

“Of gij niet gevoelt in uw harten, dat gij wettiglijk van Gods gemeenten en mitsdien van God Zelven tot dezen heilige dienst beroepen zijt?” Deze vraag klinkt vlak voor het moment dat een ambtsdrager in het midden van de gemeente zijn ja-woord uitspreekt. Het zet al het ambtelijke werk direct onder hoogspanning. Deze vraag, waar het genoemde boekje ook mee inzet, heeft dan ook zowel betekenis voor de ambtsdragers als voor degenen in de gemeente die geen bijzonder ambt bekleden. Is er nog het besef dat ambtelijk werk een heilige dienst is, of komen we al direct met onze ja-maars? Niet zonder reden zet ook artikel 30 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis zo hoog in: ”Wij geloven dat deze ware Kerk geregeerd moet worden naar de geestelijke politie (regering), die ons onze Heere heeft geleerd in Zijn Woord.” Daarmee is het Bijbelse fundament glashelder.

Denk er alleen al aan hoe Paulus de ouderlingen van de gemeente te Efeze toesprak in Handelingen 20 vers 28: ”Zo hebt dan acht op uzelven, en op de gehele kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.” De ambtsdragers zijn een gezant van Christus. Door hen regeert de Koning van de Kerk mede Zijn gemeente – dus ook in Coronatijd!

Dat schept een grote verantwoordelijkheid voor zowel ambtsdragers als niet-ambtsdragers. Het gaat toch niet om onze eigen inzichten, gevoelens en persoonlijke voorkeuren door te drukken, maar om Gods eer en het geestelijke welzijn van de gehele kudde? Dat vraagt van ambtsdragers de bereidheid om bij alle onderlinge verschillen -in eigen persoonlijkheid, karakter en ervaring bijvoorbeeld- naar elkaar te luisteren. Om bovenal samen te luisteren naar wat God in Zijn Woord te zeggen heeft en biddend te zoeken naar een zo breed mogelijk gedragen besluit. Dat vraagt vervolgens van gemeenteleden de bereidheid om dit besluit in liefde te (ver) dragen.

Gebeden

Bovenal vraagt het van gemeenteleden om, zoals Aäron en Hur Mozes eens ondersteunden in zijn gebed, de ambtsdragers nu biddend te ondersteunen. Om éénparig de HEERE te smeken dat in de geestelijke strijd ten tijde van deze huidige crisis de boze geen gelegenheid krijgt om te verdelen en te verstrooien. Juist ook in het besef dat we in deze gebrokenheid allen slechts ten dele kennen en ten dele profeteren. Maar wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, te niet gedaan worden! Daarom komt het nu juist ook aan op de onderlinge liefde. Zoals Paulus dat schrijft in 1 Korinthe 13 vers 9: ”Zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen.” Zou dat niet heilzamer zijn dan ons te onttrekken als het anders gaat dan wanneer we het zelf alléén voor het zeggen hadden? Psalm 133 vers 3 wijst ons een uitnemender weg:

Waar liefde woont, gebiedt de

HEER’ den zegen;

Daar woont Hij Zelf, daar wordt

Zijn heil verkregen,

En ’t leven tot in eeuwigheid.

In het besef dat ambtsdragers wettig van Gods gemeenten en mitsdien van God Zelven tot de heilige dienst beroepen zijn, ligt dus een vermaning en aansporing opgesloten. Tot het biddend zoeken en bewaren van de onderlinge eenheid en het verdragen van genomen besluiten. Ieder heeft immers zijn eigen verantwoordelijkheid in de gemeente. En dan ligt er ook een bemoediging in die eerste vraag opgesloten, die klinkt vlak voordat een ambtsdrager in het midden van de gemeente zijn ja-woord uitspreekt. Een bemoediging voor de hele gemeente!

Waar er sprake is van een heilige dienst, staat de heilige, rechtvaardige en barmhartige God Zelf achter deze dienst. Hij is de Koning van de Kerk. En dan schrijft Guido de Brès in artikel 27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis tot bemoediging: “Deze heilige Kerk wordt van God bewaard, of staande gehouden, tegen het woeden der gehele wereld; hoewel zij somwijlen een tijdlang zeer klein en als tot niet schijnt gekomen te zijn in de ogen der mensen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Ambtsdrager in Coronatijd (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's