Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theodorus Avinck-6

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theodorus Avinck-6

Het God onterende en de ziel verdervende ongeloof

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘En hij heeft aan de beloftenis Gods niet getwijfeld door ongeloof, maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer.’ Romeinen 4:20

Beloften

Avinck omschrijft op blz. 179 Gods beloften als volgt: “de publieke bekendmakingen van Gods wil en genegenheid ten aanzien van ellendige en arme zondaren, om hun het goede te geven dat hun in het Evangelie wordt aangeboden en dat ze in het geloof hartelijk mogen aanvaarden.” Op blz. 180 schrijft Avinck: “De beloften worden ons voorgehouden om ze in geloof te omhelzen. Daardoor krijgt ieder die onder de bediening van het Evangelie leeft, het recht en de vrijheid om er gelovig gebruik van te maken.” Door het Evangelie wordt Christus met al Zijn weldaden aan zondaren voorgesteld, aangeboden en geschonken. Avinck stelt dat algemene beloften gericht worden tot ieder die onder het Evangelie leeft. In deze beloften wordt er geen enkele voorwaarde aan de zondaar gesteld. Zo lezen we in Jesaja 55:1 ‘Komt, koopt zonder geld en zonder prijs.’ Naast algemene beloften zijn er bijzondere beloften die worden gedaan aan Gods kinderen.

Ongeloof

Door het ongeloof rijst de vraag of de beloften wel aan ons zijn gedaan. Heb ik wel het recht of de vrijheid mij de beloften toe te eigenen. Het ongeloof spreekt: zou God zulke grote weldaden aanbieden aan zo’n onwaardige zondaar als ik ben? Beloften worden juist gedaan aan mensen die het niet waard zijn. Het ongeloof voert aan te lang en te zwaar gezondigd te hebben. Maar Jezus zegt in Matth. 21:31 dat hoeren en tollenaren anderen zullen voorgaan. Het ongeloof zegt: de beloften zijn alleen voor vernederde en verootmoedigde zondaren, maar mijn hart is hard en onverbroken. Verootmoediging en vernedering zijn geen voorwaarden. Het ongeloof zegt: God vervult de beloften niet aan iedere hoorder, alleen de uitverkorenen ontvangen de belofte. Bedenk dat het doel van de belovende God voor ons verborgen is. Maar de bedoeling van de belofte is dat wij die van harte aanvaarden, aannemen en zalig zullen worden. Het ongeloof zegt verder: Hoe zou ik de belofte op mijzelf durven toepassen als ik die belofte niet op een overtuigende manier in mijn hart gevoel. Bedenk dat er onderscheid is tussen het recht om te mogen geloven en de kracht om te kunnen geloven. Het ongeloof zegt: zou het zomaar aanvaarden van de belofte geen geloven in eigen kracht zijn? Zou ik op die manier mijzelf niet bedriegen?

Oorzaak

De hoofdoorzaak van het ongeloof is te weinig kennis van God in de praktijk van het geestelijke leven.

Gods kinderen kennen nog veel onkunde en blindheid aangaande God en Christus. Kenden wij God meer dan zouden we ons rustig aan Hem toebetrouwen. De tweede oorzaak van het ongeloof is de aangeboren hoogmoed en trots van ons hart. We willen de beloften niet ‘om niet’ aannemen. De derde bron van het ongeloof is onze wettische instelling omdat we onder een verbroken werkverbond geboren zijn. We proberen gerechtvaardigd te worden door onze werken. De vierde oorzaak van het ongeloof is het heimelijke wantrouwen in ons hart tegen God en Christus.

Beledigend en schadelijk

Het ongeloof is smadelijk en beledigend voor God. Door ongelovig twijfelen wordt de genade van God ontkend. Het ongeloof ontkent dat genade oneindig en vrij is. Het ongeloof trekt Gods macht in twijfel. Het ongeloof zegt: zou God mijn grote en ernstige zonden wel kunnen vergeven? Het ongeloof bestrijdt Gods waarheid en trouw. Het ongeloof wantrouwt God. Het ongeloof beledigt God de Vader Die Zijn Zoon gaf. Het beledigt de Zoon van God in Zijn lijden als Borg. Het bedroeft de Heilige Geest Die de beloften in het Woord heeft beschreven. Het ongeloof is schadelijk voor de ziel: het berooft van troost, vrede en blijdschap die door het gelovig aanvaarden van de beloften genoten zouden worden en stelt bloot aan verzoekingen en listige omleidingen van de duivel.

Toepassing

-Avinck waarschuwt de onbekeerden dat de beloften in eeuwigheid tegen hen zullen getuigen. Wie ontdekt wordt aan ellende, toorn en vervloeking krijgt belang in Gods beloften. De vertoornde Rechter biedt Zijn genade aan.

-Spreek nooit vergoelijkend over de zonde van het ongeloof. Er is niets wat God meer smaad aanbrengt en schadelijker is voor uw ziel. Strijd tegen uw ongeloof en bid om de Geest van het geloof.

-Ook Gods kinderen hebben last van ongeloof. Wantrouwen en vrees is toch ongeloof? Bid: vermeerder mijn geloof. Er is ook ongeloof als het gaat over de bijzondere beloften van bewaring, redding en verzorging. Een met Abraham geloven op hoop tegen hoop is zeldzaam. Bedenk dat God altijd Zijn woord houdt en Zijn beloften vervult. Soms lijkt de weg van Gods voorzienigheid tegen Gods belofte in te gaan. Zo ging het ook met Abraham. Wacht Gods tijd met lijdzaamheid af. De Heere zal in de eeuwigheid al Zijn beloften vervullen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Theodorus Avinck-6

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's