Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezen in de brief aan de Hebreeën (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezen in de brief aan de Hebreeën (3)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“God heeft gesproken!” Daar begint de brief aan de Hebreeën mee. God heeft gesproken – de eeuwen door: voortijds vele malen op velerlei wijze tot de vaderen. Het hele Oude Testament is er vol mee! Maar nu is er een andere bedeling aangebroken, zo lezen we. In deze laatste dagen heeft de Heere gesproken door de Zoon. De (!) Zoon. Wiens Zoon? Gods eigen Zoon. De tijd van de aartsvaders, van de psalmisten en van de profeten is met het ingaan van de volheid des tijds afgesloten. Nu richt de heilige en almachtige God Zich tot deze mensenwereld door middel van Zijn Zoon.

Hebreeën 1: 1 herinnert ons aan Johannes 1. “De Wet is door Mozes gegeven. De genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden. Niemand heeft ooit God gezien. De eniggeboren Zoon die in de schoot des Vaders is, die heeft Hem ons verklaard.” De profeten en andere boodschappers in de oude bedeling moesten het hebben van telkens weer een bijzondere openbaring die de Heere aan hen deed. Een woord van vermaning of van opbeuring, een oproep tot bekering of een belofte van heil – wat het ook was, ze moesten het getrouw doorgeven. “Het Woord van de Heere geschiedde tot hem…” – zo lezen we nog al eens. Maar deze nieuwe Boodschapper, Gods eigen Zoon, Hij heeft zulke boodschappen niet nodig. Hij was in alle eeuwigheid bij God, ja Hijzelf is God. Hij verkeerde in de schoot des Vaders.

De Heere Jezus, Hij is het! Hij is Degene die in het Spreukenboek al werd aangeduid als de Wijsheid. Hij was een Voedsterling bij Hem, het Troetelkind van de Vader. “Ik was dagelijks Zijn vermakingen, te aller tijde voor Zijn aangezicht spelende…” [Spreuken 8]. Als er één is die weet wat er is in het hart van de Vader, dan Hij. Geen liefdesband op aarde, geen volmaakte en zuivere communicatie is er, te vergelijken met deze eeuwige en zalige gemeenschap van de Vader met de Zoon, en van de Zoon met de Vader. Welnu, het is deze Zoon door Wie “in deze laatste dagen” God spreekt. Dat is het wonder der wonderen. Het heeft God de Vader behaagd om met goddeloze en verloren schepselen te spreken door Zijn eigen geliefde Zoon.

Tijdens Zijn rondwandeling op aarde vraagt Filippus Hem: “Toon ons de Vader!” Het antwoord van Jezus: “Die Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.” Evenzo is het: “Die Mij gehoord heeft, die heeft de Vader gehoord.” Immers, Hij en de Vader zijn één. Met onze catechismus belijden we dan ook terecht dat Christus door God de Vader is verordineerd, dat is: aangesteld, en met de Heilige Geest is gezalfd, “tot onze hoogste Profeet en Leraar, die ons de verborgen raad en wil van God aangaande onze verlossing volkomen heeft geopenbaard…” [zondag 12].

We mogen wel zeggen dat de Vader in het afstaan van Zijn Zoon Zijn hoogste Afgezant naar deze wereld heeft gezonden, Zijn allervoornaamste Ambassadeur, Zijn meest bekwame en toegewijde Apostel [vgl. Hebr. 3: 1]. Om dat te benadrukken geven de verzen 2 tot en met 4 van Hebreeën 1 een nadere aanduiding van de hoge positie van de Zoon van God. Welgeteld zeven hoge titels worden hier achtereenvolgens genoemd.

1] De Heere Jezus is de Erfgenaam van alles. Als Zoon van God is Hij Degene die beschikt over de heilsweldaden van de Vader. De Vader heeft alle dingen in Zijn hand gesteld. In het vervolg van deze brief zal gezegd worden, dat deze Erfgenaam ook de Erflater is [9: 15vv]. Hij zal de Zijnen in Zijn erfenis laten delen. “Hierom geeft de apostel Hem deze naam, opdat Hij ons met Zijn goederen rijk zal maken” [Calvijn].

2] De Heere Jezus is Degene door Welke de Heere de wereld heeft gemaakt. De Zaligmaker der wereld was ook betrokken bij de schepping van alle dingen. Door het Woord des Heeren – het vleesgeworden Woord - zijn de hemelen gemaakt en door de Geest Zijns monds al hun heir.

3] De Heere Jezus is het Afschijnsel van Gods heerlijkheid en het uitgedrukte Beeld van Zijn zelfstandigheid… Hij is de afstraling van Gods majesteit, de afdruk van Gods heilig Wezen. In Hem schittert de volle luister van God. Iets daarvan heeft Johannes op Patmos gezien. Hij viel als dood aan Zijn voeten neer.

4] Van de Heere Jezus geldt: Die alle dingen draagt door het Woord Zijner kracht. Zijn Woord is niets minder dan Gods Woord! Het is een Woord vol van macht en majesteit. Dat is enerzijds een kracht Gods tot zaligheid voor een ieder die gelooft. Maar niet minder een Woord vol van majesteit die al Zijn vijanden teniet doet.

5] De Heere Jezus is in staat en bereid om van alle zonden te reinigen. Door Zichzelf – zo staat er nadrukkelijk bij. Een verwijzing naar het eenmaal volbrachte heilswerk van Christus. Daarvan is de Hebreeënbrief vol.

6] De Heere Jezus is gezeten aan de rechterhand der Majesteit in de hoogste hemelen. Deze woorden zijn een echo van Psalm 110, een Schriftplaats die een belangrijke plek in de Hebreeënbrief inneemt. De Gekruisigde is de Koning die alle macht heeft in hemel en

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Lezen in de brief aan de Hebreeën (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's