Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambtsdrager in Coronatijd (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambtsdrager in Coronatijd (3)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe kun je als ambtsdragers in deze Coronacrisis je ambt en plicht getrouw verrichten tot Gods eer? Is dat geen onbegonnen werk in deze moeilijke tijd vol gelegenheid voor verdeeldheid, verwarring, vermoeidheid en verlegenheid?

Juist in zo’n onrustige en onzekere tijd is het dan ook nodig om de rust en de zekerheid te zoeken bij de grote Rustaanbrenger, Jezus Christus. De wereld zoekt het daar niet. De gevolgen daarvan zijn juist in deze Coronatijd iedere dag te zien in onze samenleving: we doen wat goed is in ons eigen oog. We volgen alleen die (overheids)maatregelen op die wij begrijpen. Voor de rest gaan we gewoon onze eigen gang, door niets of niemand gehinderd. We laten ons niet gezeggen door anderen, dan alleen door degenen die ons aanspreken. Anders gezegd: die een mening vertolken die de onze is. En zo worden we slechts voortdurend gestaafd in ons eigen denken.

Waar dit denken postvat in de samenleving, in het gezin en in de kerk is het resultaat wanorde en wetteloosheid, verblinding en verharding. En dat is liefdeloos. En liefdeloos is ten diepste goddeloos. Dat kan dus nooit samengaan met het beoefenen van de vreze des Heeren. Want dát doet wijken van het kwade. Dát geeft een heilig en voorzichtig leven met het voortdurende gebed: ”Heere, wat wilt Gij dat we doen zullen?” Dan zoeken we ernst te maken met de onderscheiden verantwoordelijkheden in zowel de samenleving als in de kerk. Want God vraagt van ons allen om Zijn wetten en woorden te gehoorzamen. En dan is de Bijbel toch niet onduidelijk over de verhoudingen in samenleving, gezin en kerk – zelfs in Coronatijd?

Een eerste vraag

De apostel Paulus gaat in zijn brief aan de gemeente van Efeze heel duidelijk in op de vraag wat het wezen is van de christelijke gemeente. Zo vergelijkt hij in Efeze 2:19-22 de kerk met een tempel. Het fundament daarvan is Gods Woord. En de uiterste Hoeksteen is het Hoofd van de Kerk, Jezus Christus.

En moeten we elkaar hier al niet gelijk een eerste vraag stellen? Wordt er in ons eigen leven werkelijk gebouwd op dit fundament? Is het werkelijk gekomen tot de vereniging met die Hoeksteen en hebben we rust ontvangen aan de voeten van de grote Rustaanbrenger? Aangrijpend en ontdekkend zijn de woorden van Christus Zelf: ”Niet een iegelijk die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. (Matth. 8:21)”

En wat is die wil? De apostel Jakobus zegt dat in zijn brief als volgt: ”En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven met valse overlegging bedriegende. (Jak. 1:22)” Met andere woorden: het gehoorde Woord moet in onze daden zichtbaar worden. Het héle Woord. In ál onze daden. Juíst ook in Coronatijd!

De oproep van Jakobus staat in een gedeelte waarin hij ingaat op de zegen van de geloofsbeproeving. En waaruit blijkt die zegen in een tijd van beproeving? Dat alle vuiligheid en overvloed van boosheid is afgelegd en met zachtmoedigheid het Woord is ontvangen dat geplant is (Jak. 1:21). Wordt er dan niet een rijke vrucht gezien?

Als dat niet het geval is, dan dringt die eerste vraag zich almeer op: is het werkelijk in ons leven gekomen tot de vereniging met Christus? Is juist het ontbreken daarvan niet de reden dat er op dit moment zoveel loos is in samenleving, gezin en kerk? Dan kunnen we ons nog wel verschuilen achter allerlei losse Bijbelteksten, maar die dienen slechts één schamel doel: ons eigen gelijk.

Een tweede vraag

Het is voor de apostel Paulus geen vraag wat de zegen is van geloofsbeproeving. Het is geen vraag wat de vrucht is van het leven uit Christus. Het is geen vraag wat de roeping is van de kerk. Nee, hij is zeker geen studeerkamergeleerde. Hij schrijft zijn brief aan de gemeente van Efeze zelfs als een gevangene in den Heere vanuit de gevangenis! En daarin gaat hij eerst op zijn knieën. Want hij bidt eerst voor de gemeente (Efeze 3:14-21). Gezegend een gemeente met zulke biddende ambtsdragers!

Maar daarbij aarzelt hij ook niet om de gemeente in liefde te wijzen op dat wat nodig is om te leven overeenkomstig de christelijke roeping. Dan noemt hij vijf zaken, waar we elkaar juist ook in deze tijd op mogen wijzen. Voor een gezond eetpatroon hebben we vandaag de dag in ons land een zogeheten ”schijf van vijf”. Maar Paulus spreekt wat een gezond geestelijk en kerkelijk leven betreft óók van zo’n ”schijf van vijf”! En wat noemt hij in Efeze 4:2-3?

1. Wees bescheiden (1).

2. Wees zachtmoedig (2).

3. Wees geduldig (3).

4. Verdraag elkaar in liefde (4).

5. Beijver je om de geestelijke eenheid van de gemeente te bewaren.

Dat leidt als vanzelf tot de tweede vraag, die voortvloeit uit de eerste vraag: Hoe zit het met déze schijf van vijf in ons persoonlijke en kerkelijke leven?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Ambtsdrager in Coronatijd (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's