Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theodorus Avinck-7

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theodorus Avinck-7

Zwak geloof

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘En hij heeft aan de beloftenis Gods niet getwijfeld door ongeloof, maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer.’ Romeinen 4:20

Onderscheid in het geloof

Ook in de achtste verhandeling neemt Avinck zijn uitgangspunt in Romeinen 4:20. In deze verhandeling gaat het over sterk en zwak geloof. Boven deze verhandeling staat: “het God verheerlijkende en voordelige van het sterke geloof boven het zwakke.” Avinck gaat dan allereerst het zwakke geloof behandelen. Avinck stelt dat alle gelovigen ongetwijfeld hetzelfde dierbare geloof ontvangen. God is de Werkmeester van dat geloof. Maar de geloofsbeoefening kan sterk verschillen. Er is onderscheid in grootte en kracht van het geloof. Er zijn kinderen, jongelingen, mannen en vaders in Christus (1 Joh. 2:12 en 13). Er zijn kleingelovigen, zwakgelovigen en sterkgelovigen. Het geloof van de een is sterker dan het geloof van de ander. Elke gelovige dient te staan naar groei en vooruitgang in het geloof.

Zwak geloof

Avinck beschrijft waarin de zwakte van het geloof van een zwakgelovige bestaat. Een zwakgelovige heeft weinig inzicht in de voorwerpen van het geloof. Er ligt als het ware een deksel op de ziel. Een zwakgelovige weet weinig van God, van zichzelf, van Christus en van de beloften. Er zijn wolken van blindheid en onkunde. Zwakgelovigen zijn ook zwak in het aanvaarden van Gods getuigenis. Ze worden door twijfel en onzekerheid heen en weer geslingerd. Ook het toe-eigenend vertrouwen is zwak. Vaak komt dit doordat er niet gebouwd wordt op Gods Woord en Zijn belofte, maar wel op gevoel, ondervinding en geestelijk genieten. Een zwakgelovige kent veel aarzelingen. Soms kan een zwakgelovige zijn geestelijke zaken beter aan de Heere toebetrouwen dan de tijdelijke zaken. Dan is er in tijdelijke zaken sprake van overbezorgdheid. Het zwakke geloof durft niet vrijmoedig te spreken, durft God geen Vader te noemen. Het zwakke geloof durft ook niet tot mensen te spreken.

Onderscheid in zwak geloof

Het is heel gewoon dat een pasgeboren kind zwak is. Een volwassen mens kan zwak zijn door ziekte, pijn of neerslachtigheid. Iemand die pas bekeerd is, een nieuwgeboren kindeke is, is zwak in het geloof. In de loop van de tijd dient het geloof sterker te worden. Hoe kan het dan zijn dat iemand die pas tot geloof gebracht is soms meer ijver en moed heeft dan iemand die al langer het geloof mag kennen? Avinck schrijft dat dit komt door de bijzondere invloeden van Gods Geest. Maar als de Heere hen gaat afbrengen van het leven op gemoedsindrukken en brengt tot het leven uit het geloof op de beloften, blijkt wel hoe zwak hun geloof nog is. Het zwakke geloof van bevestigde gelovigen is heel wat anders dan het zwakke geloof van pas beginnenden. In het gewone leven is de ene mens sterker en gezonder dan de andere. Sommigen hebben altijd een zwakke gezondheid. Zo is er ook onderscheid in het geestelijke leven. Er zijn er die vaak sterk zijn, anderen zijn nu eens sterk en dan weer zwak, weer anderen zijn altijd zwak.

Oorzaken van zwak geloof

De eerste oorzaak van zwak geloof is Gods wijs, heilig en vrijmachtig bestuur. De Heere handelt naar Zijn wijsheid. De ziel kan niet daadwerkelijk geloven als God geen genade schenkt. Een tweede oorzaak is het weinig beoefenen van de genade van het geloof. Wie zijn lichaam niet oefent krijgt minder lichaamskracht. Dat geldt ook voor het geloof. Wie zijn lichaam oefent wordt sterker. Hoe meer het geloof geoefend wordt, hoe sterker het wordt. De derde oorzaak van zwak geloof is het verkeerd gebruikt van de door God ingestelde genademiddelen die dienen tot onderhouding en versterking van het geloof: Het Woord en de sacramenten. Wie geesteloos en ongelovig onder de prediking zit krijgt daar geen voedsel uit. Het geloof gaat ook kwijnen als men denkt dat het gebruik van de genademiddelen zonder meer genade geeft. Ook de listen, verzoekingen en aanvallen van de satan kunnen het geloof verzwakken. Toen satan Petrus ging ziften had hij het vooral op het geloof van Petrus gemunt. Dat blijkt uit het gebed van de Zaligmaker dat het geloof van Petrus niet zou ophouden. Ook het woeden van de inwonende zonde verzwakt het geloof. De verleidingen van de wereld kunnen ook het geloof verzwakken. “Maar toch, hoe zwak dit geloof ook mag zijn, het is in zijn wezen en natuur niet onderscheiden van het sterke geloof. De mate van het geloof en de hierboven genoemde zaken veranderen het wezen van de zaak immers niet. Het kleinste klompje goud kan met veel onzuiverheden vermengd zijn, maar het is net zo goed goud en van hetzelfde gehalte als een hele staaf goud dat al gezuiverd is.” Het zwakke geloof gelooft dat het door eigen kracht en verdienste niet behouden kan worden. Er is alleen verlossing door het werk van Christus.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Theodorus Avinck-7

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's