Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezen in de brief aan de Hebreeën (7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezen in de brief aan de Hebreeën (7)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

We zijn toegekomen aan het derde hoofdstuk van de Hebreeënbrief. Het grote thema van deze brief is: de uitnemendheid van Christus. In de hoofdstukken 1 en 2 heeft de schrijver er de nadruk op gelegd dat de Heere Jezus uitnemender is dan de engelen. Aan het slot van het tweede hoofdstuk noemde hij Christus “een barmhartig en een getrouw Hogepriester.” Hij is mens geworden “om de zonden des volks te verzoenen” [2: 17]. Het begin van hoofdstuk 3 sluit daar nauw op aan. Het is een geladen woord, dat begin. “Aanmerkt!” Richt uw aandacht op de Zoon van God die als Zaligmaker naar deze wereld kwam opdat Hij “zou zijn in de dingen die bij God te doen waren.”

We lezen in het eerste vers: “Hierom, heilige broeders, die der hemelse roeping deelachtig zijt, aanmerkt de Apostel en Hogepriester onzer belijdenis, Christus Jezus…” Met twee titels wordt de Heere Jezus hier dus aangeduid: Apostel en Hogepriester. De eerste, Apostel, wijst op het feit dat de Zoon van God door de Vader naar deze wereld ‘gezonden’ is. Apostel betekent immers ‘Uitgezondene’. Dat dit zo was, had de Heere Jezus Zelf ook meermalen tot de discipelen gezegd: “Gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zend Ik ook ulieden!” [Joh. 20: 21]. In Zijn hogepriesterlijke gebed brengt de Heere Jezus Zijn gezonden-zijn door de Vader voortdurend ter sprake: “… opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt” [Joh. 17: 21]. De Zoon van God heeft Zich in de volheid van de tijd laten uitzenden door de Vader om Zaligmaker van Zijn kerk te zijn. Bij die uitzending hoorde een opdracht. Het hart van die missie is Zijn hogepriesterschap. Daarop wijst de tweede titel die hier wordt genoemd. De apostel zal daar in deze brief nog uitvoerig op terugkomen. Maar hier wordt er nadrukkelijk aandacht voor gevraagd: “Aanmerkt de Apostel en Hogepriester van onze belijdenis!”

Er wordt nog iets aan toegevoegd, een kenmerkende eigenschap van deze Apostel en Hogepriester: “…, Die getrouw is Dengene Die Hem gesteld heeft!” [3: 2]. Hier wordt de Heere Jezus dus voorgesteld als Iemand die trouw is. Wat wordt ermee bedoeld? Hij is getrouw aan Hem die Hem aangewezen en uitgezonden heeft. Aan Zijn Vader dus die Hem met een hoge en heilige opdracht naar deze wereld heeft gezonden. Ook in vers 17 van het vorige hoofdstuk werd Hij al getypeerd als “een barmhartig en getrouw Hogepriester.” In de stilte van de eeuwigheid heeft de Zoon van God Zich verbonden om naar de wil van Zijn Vader de zaligheid van zondaren te bewerken. “Zie, Ik kom, o God, om Uw wil te doen! Uw Wet is in Mijn binnenste.” De Wet van Zijn Vader was Hem als het ware op de wanden van Zijn hart gegraveerd. En Hij heeft die wil van de Vader ook volkomen uitgevoerd. Tot het einde toe. Al kostte Hem dat het leven. Daarin is Zijn trouw gelegen. Matthew Henry schrijft bij dit woord: “Hij is getrouw aan die aanstelling. Hij neemt nauwgezet al de regels en voorschriften van Zijn middelaarschap in acht, en vervult getrouw het vertrouwen door Zijn Vader en door Zijn volk in Hem gesteld.”

De apostel gaat op dit punt een vergelijking maken met Mozes, de middelaar van het oude verbond. Ook Mozes had een hoge opdracht van de Heere ontvangen. Het was zijn taak immers het volk Israël uit Egypte uit te leiden, en het door de woestijn heen te brengen in het beloofde land. Wel, zo constateert de schrijver van deze brief, Mozes is getrouw geweest in heel zijn huis. Hij heeft zijn opdracht trouw vervuld. Tot twee keer toe wordt het in dit verband gezegd [3: 2 en 5]. Maar toch – Mozes in zijn trouwe bediening was niet meer dan een dienaar die in heel zijn bediening heenwees naar wat komen zou. Hij was een getuige van Hem die komen zou, de Heere Jezus Christus. “Want Deze is zoveel meerder heerlijkheid waardig geacht dan Mozes…” [3: 3]. Opnieuw dus nadruk op de uitnemendheid van Christus. Uitnemender dan de engelen in hun dienst. Maar dus nu ook: uitnemender dan Mozes in zijn trouw.

Waarin ligt het verschil met Mozes dan? De apostel duidt dat aan met het beeld van een huis. Dat huis is hier het beeld van het Koninkrijk van God. Mozes had als dienaar van dat huis daarin een heel bijzondere taak ontvangen. Onder zijn leiding werd het volk van God aan het slavenjuk ontrukt en door de woestijn heen naar de vrijheid van het land der belofte geleid worden. Hij heeft getrouw zijn taak vervuld door aan dat ‘huis’ dienstbaar te zijn. Maar Christus’ taak was onvergelijkbaar groter en heerlijker. En Zijn trouw was, anders dan bij Mozes, geheel zuiver en volkomen. “Maar Christus als de Zoon van God over Zijn eigen huis…” [3: 6]. Ja, Hij is eigenlijk Zelf dat huis, dat Koninkrijk van God. In Zijn schaduw kon Mozes niet staan.

De slotwoorden van de verzen 1-6 vormen zoiets als een toepassing, een spiegel voor de lezers van de brief. Opdat zij zich zouden toetsen: “… Wiens huis wij zijn, indien wij maar de vrijmoedigheid tot de roem der hoop tot het einde toe vast behouden.” Een vraag tot slot: hoe zal die uitnemende dienst van Christus ons tot zegen zijn? Laat ik het opnieuw met Matthew Henry zeggen: “Wij moeten nauwgezet, bestendig, moedig en standvastig wandelen in het geloof en de praktijk van het Evangelie, opdat de Meester, als Hij komt, ons moge erkennen en goedkeuren.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Lezen in de brief aan de Hebreeën (7)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's