Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Je weet pas wat je hebt…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Je weet pas wat je hebt…

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

…als je het moet missen’, zo luidt een bekend gezegde. Door de coronacrisis besef je nu meer dan vroeger hoe je school, werk, vrienden, collega’s mist. Door corona kunnen we nu ook al ruim een jaar maar weinig naar de kerk. Online kerkdiensten moeten de samenkomsten vervangen. Hoe beleef jij dat? Ik hoor daar diverse geluiden over. Sommige jongeren vinden het wel best zo. Eén keer per zondag of per twee of drie weken vinden ze best wel oké. Maar ik hoor ook jongeren die de kerkdiensten missen. En die nu pas echt gaan beseffen wat de kerk voor hen betekent. Ik zou zo graag willen dat heel de gemeente, jongeren en ouderen dat gevoel hadden. Dat wat we ook bij Jona aantreffen.

Het valt niet mee om het gebed van Jona te ordenen. Begrijpelijk, want het is een gebed in grote nood. En als iemand in nood is, dan is hij niet in staat om logisch te denken. We zien het ook in het gebed van Jona. De gedachten buitelen over elkaar heen. En verschillende keren valt hij in herhaling. En daarom zal ik alleen maar enkele hoofdlijnen aanwijzen en het niet vers voor vers behandelen.

Allereerst de vraag: waar is hij in zijn gedachten en in zijn woorden mee bezig? Wat is zijn nood? En probeer je nog eens een klein beetje voor te stellen in welke omstandigheden Jona zit. Hij zal het in die vis benauwd hebben gehad, het was donker, het zal gestonken hebben. Nou, wat zou in zulke omstandigheden je gebed dan zijn? Je zou je toch kunnen indenken dat Jona als eerste zou bidden: Heere verlos mij! Haal me hieruit!

Maar - heel apart - daarover lees je geen woord! Het eerste waar Jona in zijn gebed mee bezig is, is juist datgene waar hij in hoofdstuk 1 vandaan is gevlucht. We lezen het herhaaldelijk, in vers 3, in vers 10, dat hij van het aangezicht des Heeren was weggevlucht. Jona vluchtte weg van het land en de plaats waar de Heere Zich openbaarde. Hij vlucht weg van alles wat hem herinnert aan de dienst des Heeren.

Maar nu is Jona in de vis. En waar richt hij zich in zijn gebed op? Wat komt het eerste in zijn gedachten? Hij zegt het in vers 4: de tempel Uwer heiligheid. Daar waar hij vandaan vluchtte. Daar is hij in zijn gebed mee bezig. Dat is zijn nood. Eerst wilde hij uit Gods nabijheid wegvluchten. En nu is dat het allerergste wat er is. Het ergste is niet dat hij in die vis zit, en dat hij als begraven ligt in de zee. Maar het ergste is dat hij God kwijt is. We lezen in vers 7 dat Jona aan God gaat denken. Als mijn ziel in mij overstelpt was, dacht ik aan den HEERE… En hij denkt aan de kerk: …en mijn gebed kwam tot de tempel Uwer heiligheid.’

Hij beseft nu meer dan ooit Wie God is. Net zoals de verloren zoon besefte wie zijn vader was. Hoe goed zijn vader eigenlijk was. En hoe goed dat hij het altijd bij zijn vader heeft gehad. En zo denkt Jona aan God. Hij beseft nu pas hoeveel de Heere voor hem betekent. Nu hij de Heere mist en niet meer naar de tempel kan.

Herken jij dat ook? Hoor jij bij diegenen die nu meer dan ooit beseffen hoe belangrijk het is om naar de kerk te kunnen? En dan met heel de gemeente? In psalm 42 lezen van het heimwee naar Gods huis en daar te zijn met ‘de feesthoudende menigte.’

Ik geloof dat het een kenmerk is van het echte geloof als je graag naar de kerk gaat. Niet alleen omdat de Heere daartoe oproept, maar omdat daar de woorden van het eeuwige leven klinken. Daar klinkt de stem van het bloed des kruises. Tot veroordeling van de zonde. Maar vooral tot verzoening van de zonde. Daar wordt door de toepassing van de Heilige Geest de vrede met God ervaren. En als je dat een keer hebt beleefd, dan herken je wat David in psalm 26 zingt: Wat blijdschap smaakt mijn ziel, wanneer ik voor U kniel, in het huis dat Gij u hebt gesticht. Hoe lief heb ik Uw woning, de tent, o Hemelkoning, die Ge U ter eer hebt opgericht!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

‘Je weet pas wat je hebt…

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's