Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sisyfusarbeid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sisyfusarbeid

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sisyfus is een personage uit de Griekse mythologie, die als straf een onmogelijke opgave krijgt. Hij moet een ontzettend zware steen een berg op rollen. Als hij bijna boven is, rolt de steen weer naar beneden. Daar stopt het niet. Hij moet weer van onderaf aan beginnen, tot hij weer bijna boven is en dan zjoeeeff , rolt de steen weer naar beneden. Daar begint alles opnieuw. Deze mythe staat model voor de oude uitdrukking ‘sisyfusarbeid verrichten’. Het is arbeid die zwaar en zinloos is. Een oneindige kwelling. Zoiets bestaat ook in geestelijk opzicht.

Jona zat in de vis. Wat zal dat voor die man geweest zijn. Hij wist niet dat het ‘maar’ drie dagen en nachten zou duren. De vis bleef maar zwemmen. En Jona bleef in de vis. Uur na uur en dag na dag.

In de vis kwam Jona tot de belijdenis: het heil is des HEEREN. Dat is een hele moeilijke belijdenis. Niet moeilijk in de zin van dat we niet begrijpen wat deze woorden willen zeggen. Maar hij is moeilijk als we de consequenties van deze belijdenis gaan verstaan. Want dan is deze belijdenis diep vernederend voor de mens. Dat het heil maar van één kant kan komen. Namelijk van Gods kant. Dat is een vernedering voor ons. Dat gaat tegen onze trotse natuur in. Dan betekent het dat we een streep hebben leren gaan zetten door ons aandeel in de zaligheid. En daar is een mens zomaar niet toe bereid.

Toen de Heere Jezus dat ging preken, werden de Joden boos en ze zeiden: deze rede is hard (Johannes 5). De Roomsen en de Remonstranten hebben in dat spoor altijd fel afgewezen dat de mens alleen uit genade kan zalig worden.

En we hebben er allemaal een hekel aan om dat te horen.

Want we willen toch nog wat hebben en wat zijn.

We willen nog wat meebrengen en de Heere wat aanbieden.

Maar de Heere kan niets van ons gebruiken. En om dat ons te leren gaat Hij een mens overtuigen van zonde. En dat onze gerechtigheid een wegwerpelijk kleed is en dat zelfs onze beste werken met zonden bevlekt zijn.

Zo leert elk kind van God dat beleven. Die gaat het hopeloze van zijn geestelijke toestand inzien. De Heere komt wel met de opdracht: bekeert u. Maar als je het gaat proberen, loop je vast met je onwil en je onmacht. En de Heere zegt: geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden.

Maar wie ernst maakt met die opdracht, komt er achter dat hij zelf geen geloof kan produceren.

Hoe is Jona tot zijn belijdenis gekomen? Dan zullen we eerst de vraag moeten stellen: waar heeft hij die belijdenis uitgesproken? Nou, dat is in de diepten gebeurd. Heel letterlijk allereerst. Hij was in de diepten van de zee, in het ingewand van de vis. Maar niet alleen was hij letterlijk in de diepten van de zee, maar ook geestelijk; in diepten van ellenden (Psalm 130). Toen hij moest gaan buigen voor God en verloren moest gaan onder het recht van God.

En daaruit kunnen wij leren dat - om tot Jona’s belijdenis te komen - er meer nodig is dan het volgen van belijdeniscatechisatie. Om echt en oprecht en met waarheid in ons binnenste te kunnen zeggen: ‘Het heil is des HEEREN’, is het ontdekkende onderwijs van Gods Geest nodig.

Want als je dat zegt: ‘Het heil is des HEEREN’. Dan houdt dat in dat er dus niets van de mens bij komt. Geen splinter van mijn werken. Geen grammetje van mijn gebeden. Geen druppeltje van mijn berouw. Niets van mijn ijver, niets van mijn tranen. Dat draagt allemaal niets bij aan de zaligheid.

En als je toch op die manier probeert om rust voor je ziel te vinden, dan is dat sisyfusarbeid. Dan probeer je als het ware een steen de berg op te rollen. Maar het lukt je niet. Ben je bijna boven, dan rolt hij weer naar beneden. Paulus moest na die zware arbeid belijden: als ik het goede wil doen, dan ligt het kwade mij bij. Ik ellendig mens! Nooit krijg ik die zware steen boven!

Paulus en Jona hebben in de diepte veel onderwijs gekregen. Zij waren niet bij machte om zichzelf te verlossen. Maar toen zag God op hen neer. En toen hebben zij het geleerd. Het heil is niet van mij. Maar het heil is van de Heere.

Heb jij dit jaar of in een vorig jaar ook zo belijdenis mogen doen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Sisyfusarbeid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's