Staan we schuldig of zijn we zielig?
Een toornig God en het schuldig staan voor God zijn in de breedte van kerkelijk Nederland afwezige noties geworden. Dat stelde Martijn Abrahamse, docent dogmatiek en ethiek aan de Christelijke Hogeschool Ede, enkele weken geleden in het RD.
De trend die hij waarneemt op grond van een aantal onderzoekjes komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Het is een zoveelste bevestiging van wat al jarenlang wordt gezegd. Denk alleen al aan wat de hervormde dr. H. Berkhof midden vorige eeuw meldde in zijn gedachtewisseling met ds. G. Boer: ”de midden-orthodoxe prediking verkondigt genade zonder gericht, verlossing zonder dankbaarheid, vreugde zonder vrees, voorzienigheid zonder gebod.” Dan rest er een prediking van goedkope genade, waarbij zowel voorgangers als hoorders niet meer weten van het oordeel van Gods wet, van een gebroken geest als offeranden Gods en van diepe verwondering over een vrolijke ruil.
Onveranderd
Hoe vaak is in allerlei lezingen en publicaties daar de achterliggende jaren al niet de vinger bij gelegd? Het is bijvoorbeeld zo’n vijf jaar geleden dat ds. Kempeneers tijdens een ontmoetingsdag in Werkendam ook concreet benoemde hoezeer de prediking onder ons onder druk staat. Daarbij benadrukte hij dat hoewel de tijden veranderen, Gods Woord onveranderd blijft. Want kinderen worden nog steeds geboren in zonde en ongerechtigheid en wij allen kunnen nog steeds het Koninkrijk van God niet ingaan zonder wedergeboorte.
Wat dat betreft zijn de jongste conclusies van Abrahamse helaas niet eens zo opzienbarend te noemen. Worden ze ongetwijfeld door velen herkend. Of zoals iemand op internet instemmend reageerde: ”de ontwikkeling is van ”wij zijn schuldig” naar ”wij zijn zielig.”
De gevolgen van de geschetste ontwikkeling zijn overduidelijk. Beter gezegd: aangrijpend. Want in zo’n prediking is geen plaats meer voor Bijbelse noties als zonde -die ten volle vijandschap is tegen God- en genade -die ten volle Gods vrije genade is. Maar waar Gods heilige toorn niet meer doorklinkt, omdat Hij de schuldige geenszins onschuldig houdt, zal er ook geen behoefte meer zijn aan wat prof. W. Kremer in 1954 benoemde als priesterlijke, pastorale en bevindelijke prediking. Zo is de prediking ook geen bediening der verzoening meer.
Therapeutisch
Wat dan overblijft? Hoogstens een soort psychologisch-therapeutische prediking, die vooral warm en invoelend moet zijn. Waarin slachtoffers van allerlei menselijk onrecht of diverse vormen van aardse gebrokenheid getroost willen worden. Waarin jongeren en ouderen moeten worden geraakt in hun gevoel, moeten worden bemoedigd en opgewekt. En waarin dus de nadruk ligt dat de Heere Jezus is gekomen om al je pijn te verzachten en je wonden te genezen. Ongetwijfeld zullen daarbij de gekozen liederen verder inspelen op onze emoties om zo een boodschap van vreugde en troost te versterken.
Hoewel de conclusies van Abrahamse dus niet eens zo opzienbarend te noemen zijn, blijven de gevolgen van de geschetste ontwikkeling ernstig (Ezechiël 33). Dat geldt evenzeer de wijze waarop de door hem gesignaleerde trend is ontstaan in de breedte van de kerken. Een dergelijke verschuiving treedt immers nooit van de éne op de andere dag op, maar gaat heel geleidelijk. Waarbij veranderingen in prediking onmiskenbaar doorwerken in liturgie, pastoraat, catechese en levensstijl, om maar wat te noemen.
Tekstkeuze
Al met al vraagt dit van voorgangers om in tekstkeuze en inhoud van de prediking blijvend de breedte van Gods Woord van zowel Wet als Evangelie te laten doorklinken. Zoals Paulus al schreef aan Timotheüs: ”Predik het woord; houd aan tijdiglijk, ontijdiglijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer. Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen. (2 Tim. 4:2-3)” En daarom vraagt dit ook vandaag van hoorders om een Bijbels-evenwichtige prediking niet te minachten, maar te waarderen. Een tweede aandachtspunt betreft de gebruikte taal in de prediking. Volgens Abrahamse sluit het taalveld dat meekomt in de klassiek-Bijbelse heilsleer mogelijk steeds minder aan bij de manier waarop de meeste christenen vandaag hun geloof beleven. Als dat zo is, dan zal men steeds minder theologische werken uit (Nadere) Reformatie en Puritanisme tot zich nemen en preken verstaan die uit deze traditie putten.
Maar waar boeken als ”De viervoudige staat” van Thomas Boston, of ”De droefheid naar God” van prof. G. Wisse niet meer bekend zijn, zal men dan niet almeer openstaan voor een prediking die genade verkondigt zonder gericht? Maar waar het gericht ontbreekt, ontbreekt de bediening van de sleutelen van het Koninkrijk. En ontbreekt ook de prikkel om niet naar het vlees te wandelen, maar naar de Geest. Maar… waarom ben je dan nog kerk?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 2021
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 2021
Bewaar het pand | 12 Pagina's