Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedenken en geloofsnavolging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedenken en geloofsnavolging

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In consistories van veel kerken hangen aan de muur foto’s van predikanten die de gemeente gediend hebben. Gedenken en niet vergeten is Bijbels. Deze predikanten mochten dienen. Wonder van genade is de roeping van de Heere om te dienen en de bekwaammaking daartoe. Na de studieperiode begint het dienen. Het ambtelijk werk is veelomvattend. Maar de Heere bevestigt zijn Woord: Hij Die u roept is getrouw, Die het ook doen zal. Goddelijke roeping en zending horen bij elkaar. Dat is niet tijdgebonden. De foto’s tonen bekende en onbekende predikanten. Vergeet de vermaning van Paulus niet, Hebr. 13:7. De apostel wekt op tot gedenken. Plaatselijk en algemeen gedenken en dan Bijbels gevuld lijkt te vervagen. Het volle accent lijkt te vallen op het heden. Maar laten we bedenken dat het heden voorzetting is van het verleden. Het gaat om de verkondiging van Gods Woord. Het spreken van God. Tot bekering, tot geloof, tot verzoening. Tot leiding, troost, kracht, levensmoed, levensdoorzicht en levensuitzicht. Paulus roept ertoe op te gedenken aan het werk wat God de Heere middellijk onder de lezers deed. Luister naar datgene wat de apostel met nadruk schrijft: Het gepredikte Woord was voor de voorganger zelf een kracht Gods tot zaligheid. Wat Jezus in het hogepriesterlijke gebed beleed is werkelijkheid. En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die Gij gezonden hebt (Joh. 17:3). Een dienaar dient een hartelijke onderwijzer te zijn. Een uitdeler van de menigerlei genade van de Heere. Belijdend: Uit al de schat van ’t grote wereldrond is nooit die vreugd in mijn gemoed gerezen, die ‘k steeds in Uw getuigenissen vond, door mij betracht en and’ren aangeprezen. Psalm 119:7. Prof. v.d. Schuit zei: Jullie moeten een echte koopman zijn. Een echte koopman kent zijn waar. Prijst ze aan. Bijzonder omdat hij weet dat het aangeprezen product goed is. De verkoper gebruikt het zelf. Hij geniet er van. In de studeerkamer en op de preekstoel. Het ware geloofsleven verdwijnt niet, hoe het ook wordt aangevallen en verdacht gemaakt. Wat we lezen van Stefanus is er een overtuigend bewijs van. Stenen werden naar hem gegooid, wat niet zonder gevolgen bleef. Maar er staat van Stefanus dat hij vervuld met de Heilige Geest de ogen ophief naar de hemel. Hij mocht zien de heerlijkheid des Heeren en Jezus staande aan de rechterhand van God. Hand. 7:55. Welk een bede klonk: Heere Jezus ontvang mijn geest. En vallend op de knieën riep hij met grote stem: Heere, reken hun deze zonde niet toe. En als hij dat gezegd had ontsliep hij. Hand. 7:59 en 60. Dit is één van de getuigenissen die wij kunnen lezen in de Bijbel. De Bijbel is vol getuigenissen. Uitgesproken en beleden onder allerlei omstandigheden. Bijzonder dienen de getuigende woorden van de Heere Jezus ons te treffen. Ook valt te denken aan de woorden die gehoord werden bij de brandende braambos. Ik ben Die ik ben. Denk ook aan Christus in Zijn arbeid op aarde. Lijden, zwaar lijden, smartelijk lijden, deed Hem niet zwijgen. Zelfs van Zijn sterven, dood en begrafenis ging er belijden uit. Na de opstanding en nadien vanuit de hemel is Hij de sprekende, getuigende Jezus Christus de Heere. Welk een koninklijke belijdenis omtrent het koning zijn en Zijn rijk liet hij horen. Lees Joh. 18:36 en 37. Jezus’ levenshouding en spreken, Zijn gezindheid, daar kennen de Zijnen iets van. We zien het in de kerkgeschiedenis. Denk aan de opstellers van de Catechismus. Ursinus en Olevianus. Ze werden gevraagd een catechismus te leveren voor Kerk, school, ouderen en jongeren. Toen het verzoek kwam was Ursinus 28 jaar en Olevianus 26 jaar. De Heilige Geest leidde hen in al hun werk. De nood der tijden, de werkelijkheid in de kerk, de onlusten onder het volk drong hen tot studeren, spreken, lezen en schrijven. Oud zijn ze niet geworden. Ursinus 49 jaar en Olevianus 53 jaar. Betrekkelijk vroeg gestorven. Maar niet tevergeefs geleefd. Ze spreken na zoveel eeuwen in hun levensboek de Heidelbergse Catechismus. Johannes getuigt: Die uit God geboren is heeft lief die uit Hem geboren zijn. Die eenheid in verbondenheid aan het voorgeslacht is in onze tijd niet sterk, is zelfs aan het tanen. Laat er geen verschil noch tegenstelling komen met het voorgeslacht. Laat de band spreken en werken die ons verbindt aan het verleden. In stilte vertrouwend, in vrede is Ursinus heengegaan. Aan hem hebben wij als Gereformeerde Nederlanders veel te danken. Jacobus Alsted sprak de stervende Olevianus toe: Lieve broeder, gij zijt ongetwijfeld van uw zaligheid zeker zoals gij dit anderen altijd geleerd hebt. Het antwoord van de stervende Olevianus was: certissimus, dat is: zo zeker als het maar kan. Geen zelfverzekerdheid, maar de zekerheid van en door de Heilige Geest. Anno 2021 Amen, zegt mijn ziel daarop.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Gedenken en geloofsnavolging

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's