Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Gevoel-2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Gevoel-2

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ons gevoel is een van de drie functies van ons zielenleven. De vorige keer heb ik iets geschreven over de Mystiek, een stroming die hand in hand gaat met het gevoel. Mystiek is een algemeen verschijnsel, zoals we zagen; het komt in alle religies voor. Nu dan een volgende richting, namelijk die van het Piëtisme.

Dit Piëtisme beweegt zich vooral op het terrein van het Protestantisme. Deze stroming vormt een tegenbeweging tegen een te verstandelijke prediking. We kunnen hier de term “onderwerpelijk” noemen. Het onderwerpelijke onderscheidt zich van het voorwerpelijke. Dit laatste bepaalt zich vooral tot het heil buiten ons, in de drieenige God. Het onderwerpelijke daarentegen spreekt vooral ook over het heil binnen in het hart van de mens. Hoe beleven we de dingen? Het gaat hier om Christus voor ons en Christus in ons. Zodoende komen we dan vanzelf uit bij de “bevinding”, een uitdrukking die u ongetwijfeld wel kent. Is een Schriftuurlijke preek iets anders dan een bevindelijke preek? Een juiste, Schriftuurlijke preek is per definitie ook een bevindelijke preek. Bevinding komt op uit het Woord en is niet iets dat er vanuit de mens aan toegevoegd wordt. Gods Woord ís bevindelijk.

In de kerkgeschiedenis waren er predikers die zich sterk richtten op het gevoel van de hoorders. Het Puritanisme gaf aan het gevoelsleven een grote plaats. Ook in de Nadere Reformatie kreeg de bevinding ruime aandacht. In een preek van van Lodenstein over Ezechiël 37 vinden we daarvan een duidelijk voorbeeld. Het gaat daarin over dorre doodsbeenderen, die tot leven komen. Dat voltrekt zich in twee fasen: eerst worden het lichamen, echter zonder geest en leven, maar in een tweede wonder komt de Geest in deze lichamen. Lodenstein ziet het eerste vooral gebeuren in de Reformatie, toen de leer werd herontdekt. Maar hij acht dat niet genoeg. Bij de leer moeten we het leven voegen, dus we moeten er oog voor krijgen hoe de beginselen van Calvijn beleefd worden, naar binnen en naar buiten.

Zowel de Puriteinen alsook de Hollandse Oudvaders getuigden in hun prediking van diepe inzichten in het innerlijke van de mens. De Christus kreeg een ruime plaats, maar ook de christen werd niet vergeten (zondag 12 HC). Ook in Duitsland was het Pietisme een bekend verschijnsel. Jakob Spener sprak van een Busskampf, waarin een lange, bange zielenworsteling met de wereld, de duivel en het eigen vlees nodig werd geacht. In dat land zien we de bakermat van allerlei wetenschappelijke theologie-beoefening, met allerlei schadelijke uitwassen. Tegenover die wetenschappelijke vlucht was het Pietisme een noodzakelijk protest.

In ons land kreeg het Pietisme ook (veel) vat op de kerk. In de persoon van de bekende Jean de Labadie raakten Pietisme en Doperdom elkaar. Uitwassen daarbij waren niet zeldzaam. Wazige huwelijkspraktijken en ontsporingen konden zich zo maar manifesteren. Vleselijke ondeugden konden juist blijkbaar welig tieren op de bodem van eenzijdige geestelijke gevoelens.

Maar gelukkig waren dit uitzonderingen. In Nijkerk vonden de Nijkerker beroerten plaats rond het jaar 1750. Ds. Kuypers was er, samen met Roldanus, predikant. Spontaan en onverwachts deden tijdens een kerkdienst zich allerlei opmerkelijke verschijnselen voor. Een vrouw begon luidkeels onder de preek te roepen en te jammeren, anderen werden daardoor aangestoken. Mensen vielen flauw of kregen stuiptrekkingen. Ook zenuwaanvallen konden zich voordoen. Nu zijn dit zaken, die op meerdere plaatsen optraden. Zeker in tijden van opwekking waren zulke verschijnselen niet ongewoon. Daar werd weer heel verschillend over gedacht. Niet iedereen zag hierin een directe inwerking van de Heilige Geest. Theodorus van der Groe hekelde deze voorvallen en hij zag er slechts uitingen in van een overspannen geest. Toch ging hij daarin wel te ver. Het gebeurde in Nijkerk dat er ’s avonds in veel huizen werd gezongen en vergaderd; men sprak daar over de geestelijke dingen. Ook in de Engelse en Amerikaanse wereld gebeurden meermalen zulke verrassende dingen. Onder de bezielende prediking van Whitefield en Wesley werden de hoorders in opzienbarende emoties gebracht. De bedoeling was dat mensen zodanig in de nood werden gepreekt, dat men in een ijltempo ook heengedreven werd naar Christus. In Duitsland was er sprake van een heilzame wanhoop (desperatio salutaris). Dit alles gebeurde mede ook dankzij een beangstigende en benauwende prediking, waardoor mensen in grote engten werden gebracht. Het ging echter niet alleen om benauwende ervaringen. Er deden zich ook ongekende opwekkingen voor, waarin zondaren op een gevoelige wijze mochten delen in de gemeenschap met Christus. Rond de bediening van het Avondmaal mocht het gebeuren dat deelnemers als het ware tot ver boven het stof werden verheven.

Het komt te gemakkelijk over als in onze tijd slechts gewezen zou worden op de kwalijke aspecten hiervan. Bij het zien en horen van dit alles beseffen we dat wij binnen de kerken in een gevoelsarme stijl leven. In Evangelische kringen komen uitbundige vormen van geloofsuitingen voor. In extreme uitersten komen daar ook verschijnselen voor van spirituele overmatigheid. Ik denk dan aan bijvoorbeeld de Toronto-blessing en aanverwante kringen. Hier nadert het gevoel de Mystiek, waar we het eerder over hadden. In de Mystiek blijkt dat ook de menselijke geest in zichzelf beschikt over velerlei emoties. Dat zegt nog niet veel over invloeden van de Heilige Geest.

Samenvattend kunnen we zeggen dat velen onder ons een gebrekkig gevoelsleven kennen. Dat kan het gevolg zijn van een vorm van zelfonderzoek, waardoor we steeds maar weer stuiten op gevoelloosheid. Het bewerkt ongevoeligheid. Velen zouden graag een sterker gevoelig besef hebben van zondekennis en Christuskennis. Een gemeente kan gefrustreerd zijn. Het geloof, zo dienen we te beseffen, heeft het gevoel niet per se nodig, ook al begeren al Gods kinderen een hart, dat brandt van liefde voor God en Zijn dienst. Om perspectief te ontvangen, hebben we de werkingen van de Pinkstergeest nodig. Laat het gebed om de Noordenwind en de Zuidenwind ons doen opzien naar de hemel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Het Gevoel-2

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's