Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezen in de brief aan de Hebreeën (11)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezen in de brief aan de Hebreeën (11)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Woord van God is levend en krachtig; het is scherp, doordringend en oordelend. Dat lazen we de vorige keer in Hebr. 4: 12. De apostel voegt er in het volgende vers aan toe dat voor de Heere geen schepsel onzichtbaar is. Alle mensen en alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen van Hem met Wie wij te doen hebben. Die ‘wij’ – dat zijn we allemaal, niemand uitgezonderd. Wie denken zou dat op deze dreigend klinkende woorden een forse vermaning of een oproep tot zelfonderzoek zou volgen, heeft het mis. De nadruk op het scherpe Woord en het alziende oog van God behoeven op dit moment geen verdere uitweiding meer. Deze geladen verzen hebben in zichzelf zoveel zeggingskracht dat ze voldoende moeten zijn voor het verstaan van hun boodschap.

Ronduit verrassend is het vervolg. Met vers 14 van hoofdstuk 4 start het brede middendeel van de Hebreeënbrief. Al eerder wees ik erop dat het grote thema van deze gewichtige brief is: de uitnemendheid van Christus. De Heere Jezus overtreft de engelen. Hij is ook de meerdere van Mozes. Vanaf 1:1 tot en met 4: 13 wordt de Heere Jezus vooral getekend als de grote Zoon van God. Maar vanaf 4: 14 valt ons een ander accent op. Christus nu niet zozeer als Gods Zoon, maar nu vooral als de grote Hogepriester. Hij wiens bediening die van de hogepriester Aäron verre overtreft. Tot en met het slot van hoofdstuk 10 zal deze typering van de Heere Jezus nadruk krijgen. Van dat grote middendeel vormen de verzen 14, 15 en 16 van hoofdstuk 4 de inleiding. En wat voor een inleiding!

“Dewijl wij dan een grote Hogepriester hebben…” Als in het Oude Testament de hogepriester genoemd wordt, dan staat er letterlijk: de grote priester. Maar hier is sprake van de gróte Grotepriester. Dubbelop dus. Dat benadrukt Zijn grootheid. Hij is méér dan alle hogepriesters van de tabernakel en van het heiligdom in Jeruzalem bij elkaar. Hij is de vervulling van heel het hogepriesterdom van de oude bedeling: Jezus, de Zoon van God, de grote Hogepriester.

Waarin bestaat Zijn grootheid? Volgens vers 14 vooral daarin dat Hij “door de hemelen doorgegaan is.” De aardse hogepriester ging op de grote verzoendag geheel alleen vanuit de voorruimten van het heiligdom via het heilige naar het binnenste heiligdom. Hij als enige, en alleen op die dag, mocht tot de ark van het verbond naderen, wanneer hij het bloed der verzoening bij zich droeg. Maar let nu eens op de Heere Jezus. Bij Zijn hemelvaart is hij de hemelsferen doorgegaan om binnen te gaan in het hémels heiligdom. Tot bij Gods troon, om daar Zijn dienst als Hogepriester te verrichten. “Hij mocht daar binnengaan zonder dat het zwaard van een aartsengel Hem verdreef of het vuur van God Hem verteerde” (H.R. van de Kamp).

“Laat ons deze belijdenis vasthouden!”, zo klinkt het appel van de apostel. Gods kerk mag belijden: “wij hébben een grote Hogepriester…” De schrijver van deze brief wil er de gelovige Hebreeën mee bemoedigen. Opdat ze er niet aan zouden twijfelen dat hun zaligheid vast ligt. Sinds Golgotha ligt het vast vanwege het getuigenis van deze Hogepriester: “Het is volbracht!” Sedert Pasen ligt het vast blijkens het lege graf: de Zoon van God is opgestaan. Hij leeft! Maar sinds de dag van Zijn hemelvaart ligt die zekerheid vast in de hémel. Daar ligt het voor eeuwig vast. Omdat het heilig bloed van deze grote Hogepriester, die Zelf ook het Lam ten brandoffer was, gebracht is tot voor de troon van de eeuwige God. Zekerder en vaster kan het niet zijn!

“Zo’n Hogepriester hebben wij. Dat zegt ons Gods Woord. Hij moet niet eerst nog gemaakt worden. Hij moet niet eerst nog komen. Wij hebben Hem van Godswege!” (H.F. Kohlbrugge). Bedenk eens waartoe Hij bekwaam en bereid is. De apostel vervolgt met erop te wijzen dat deze Hogepriester medelijden kan hebben met de zwakheden van de Zijnen. Immers, niet minder dan hen, is Hij verzocht. Hij is aan alle beproevingen en verzoekingen onderworpen geweest. En Hij heeft ze doorstaan, zonder in enige zonde te vallen! Het is alsof het profetenwoord van Jesaja hier doorklinkt: “… omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in Zijn mond geweest is!” [Jes. 53: 9].

De apostel besluit deze inleiding met een bewogen oproep. Het lijkt wel een refrein. Eerst was het: “Laat ons dan vrezen…” [4: 1]. Vervolgens: “Laat ons dan ons benaarstigen om in de rust in te gaan…” [4: 11]. Zojuist: “Laat ons deze belijdenis vasthouden…” [4: 14]. En nu: “Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade…” [4: 16]. Welke troon is het? Het is de troon van de heilige God. Dat is de troon van majesteit en heerlijkheid. Het is de troon rond welke het voortdurende gezang van de serafijnen klinkt: “Heilig, heilig, heilig is de Heere der heirscharen. De ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol!” Hoe kan het dat deze troon nu de troon der genade genoemd wordt? Het is vanwege deze Hogepriester die met Zijn bloed tot die troon is genaderd. En omdat de Koning op de troon dat bloed heeft aangenomen. Omdat Hij het heeft goed gevonden dat ieder die komt in de Naam van deze Hogepriester en met een beroep op Zijn bloed, ontvangen zal worden. “Wie tot Mij komt, die zal Ik geenszins uitwerpen!” Bij die genadetroon is barmhartigheid en genade voorhanden. En dat ter bekwamer tijd. Wanneer is dat? Heden!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Lezen in de brief aan de Hebreeën (11)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's