Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus in Paulus geopenbaard (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus in Paulus geopenbaard (1)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er ligt een verzoek voor ons om iets te schrijven over Galaten 1 de verzen 15 en 16, waar Paulus schrijft dat het Gode behaagd heeft Zijn Zoon in hem te openbaren. Er wordt wel eens gesproken over een openbaring van de Middelaar uit het Woord en een openbaring in het hart. Kunnen we dit terug vinden in de Bijbel en wat zou dan het verschil zijn?

Met dank voor deze vraag zullen we proberen na te gaan a) wat de betekenis is van Galaten 1:15 en 16 en b) hoe dit in de praktijk in het leven van Gods kinderen gaat.

Het evangelie dat Paulus onder de heidenen verkondigen mag is ‘niet naar de mens’, vers 11, dat wil zeggen niet naar de zin en de wil van de mens, zoals hij van nature is. Het evangelie verhoogt Christus in Zijn Persoon en werk. Het evangelie verhoogt Hem alleen. Niet de mens. De mens wordt in het evangelie juist vernederd in zijn val en doemwaardigheid. Van de mens, ook niet van de godsdienstige mens, is geen enkele verwachting. En omdat het vlees graag wat wil zijn en hebben, snijdt het evangelie alles af en wordt door Woord en Geest alleen Christus verheerlijkt en God Die Hem tot een Verlosser geschonken heeft. Om dit in te zien heeft een mens de overtuigende kracht van de Heilige Geest nodig. Hij ontdekt mij aan wie ik ben en Hij ontdekt mij aan Wie Christus is. Voor zijn bekering op de weg naar Damascus kende Paulus zichzelf niet en daarom ook Christus niet. Hoewel hij wel van en over Hem hoorde. Jezus was hem niet onbekend, want hij vervolgde Hem immers. Zo duidt de Heere Jezus het bestaan van Paulus aan: gij vervolgt Mij. Gij verwerpt Mij. En dat doet gij omdat u uw eigen pad volgt, het pad van het ijveren voor God en een zoeken Hem welbehagelijk te zijn. U bouwt aan de toren van uw eigen gerechtigheid en ziet niet in dat u een rasechte zoon van Adam bent. Paulus biecht aan de Galaten op dat hij boven velen van zijn geslacht in het Jodendom toenam., vers 14. Maar wanneer…, zo begint vers 15. Ja, zo begon ook het nieuwe, het andere leven, dat Paulus thans mag kennen. Paulus zal dit in der eeuwigheid niet vergeten: maar wanneer…

Iets dergelijks komen we ook in Efeze 2:4 tegen: Maar God… Als we anderen horen spreken van de Heere en Zijn dienst, moeten we erop letten of deze klanken gehoord worden. Niet: maar wanneer ik tot inkeer kwam, of: maar wanneer ik tot geloof kwam…

Natuurlijk horen inkeer en geloof tot de bekering, maar het gaat er nu om dat we duidelijk zien dat het niet en nooit en te nimmer bij mij begint, maar altijd bij God. Dat was met Paulus’ roeping tot het zendingswerk al zo. Hij is op een gegeven moment wel geroepen, maar was ‘van zijner moeders lijf aan afgezonderd”, vers 15.

Dat alles van God en Zijn verkiezende liefde uitgaat leert ieder van Gods kinderen echter pas verder op de levensweg zien, en al meer en meer zien. Het wordt gaande groter wonder: uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen, Romeinen 11:36.

Paulus beschrijft die grootse ommekeer in zijn leven aldus: Maar wanneer het Gode behaagd heeft Zijn Zoon in mij te openbaren…

Daarmee zegt hij: toen het Gods tijd was en toen het Hem behaagde. Wanneer was het Gods tijd? Toen Paulus nog blaakte van vijandschap en bezig was, zo het mogelijk was, Gods Kerk te verwoesten. Op het toppunt van zijn haat jegens Jezus, door vele ‘dwazen’ gevolgd. Hij haatte ook de Zijnen en blies dreiging en moord, Hand. 9:1. Ja toen, op dat moment. Op het moment dat hij verblind voort snelde, zijn eeuwige ondergang tegemoet. Toen was Gods tijd gekomen. Niet om naar recht hem eeuwig te verdoemen, maar om deze man voor eeuwig te behouden. Toen werd Paulus eindelijk wie hij was: een zondaar, een doelmisser, een vijand. En hij is dat in eigen oog en waarneming ook gebleven. Vele jaren later bekent hij aan zijn geestelijke zoon Timotheus dat hij zich de grootste aller zondaren wist. Aan wie barmhartigheid was geschied, 1 Tim. 1:15.

Paulus heeft na zijn arrestatie in het donker en in de schuld verkeerd. Gebeden en worstelingen om Gods genade gingen vanuit zijn ellendige hart omhoog tot de God aller genade. En zie: als we de vraag proberen te beantwoorden wat het inhoudt als Hij Zijn Zoon in ons openbaart, moeten we wel goed zien dat dit de weg is waarin Hij dat doet. Zie, hij bidt. Het tollenaarsgebed. Vader, ik heb gezondigd.

Gedenk mijner. Wees mij genadig.

Maar daarover dan DV een volgende keer meer, als we aan de vraag zelf toekomen! Moge de Heere ook in onze dagen van verwarring, ook rond deze zo belangrijke zaken, duidelijkheid geven door Woord en Geest!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Christus in Paulus geopenbaard (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's