Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezen in de brief aan de Hebreeën (12)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezen in de brief aan de Hebreeën (12)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

We zijn toegekomen aan het vijfde hoofdstuk van deze diepe brief. In mijn bijbel staat er boven: “Christus overtreft Aäron.” Daar gaat het inderdaad over. Eerder heeft de schrijver aangetoond dat Christus meerder is dan Mozes. Nu wijst hij op de uitnemendheid van de Heere Jezus boven Aäron, de eerste hogepriester. Met dit thema, dat in de volgende hoofdstukken breed wordt uitgewerkt, komt hij toe aan de centrale boodschap van de Hebreeënbrief. We beperken ons voor dit keer tot de verzen 1 tot en met 10 van Hebreeën 5.

aDe eerste lezers van deze brief waren best bekend met het hogepriesterschap. Ze zijn immers Hebreeën, joodse christenen. Kort geeft de apostel in de verzen 1 tot 4 een uiteenzetting over de hogepriester. Wat is zijn plaats en zijn taak in de eredienst van Israël? Wel, allereerst moet duidelijk zijn dat hij “uit de mensen” werd genomen. Hij was in zichzelf maar een gewoon mens. Maar hij werd tot een hoge dienst geroepen. Hij moest dienen in de zaken “die bij God te doen zijn”, of wel: die te maken hadden met de verhouding van mensen tot de Heere. Opdat hij zou “offeren gaven en slachtoffers voor de zonden.” [1]. Het was zijn opdracht om bij God verzoening te bewerken voor begane zonden. Hun zonden hadden scheiding aangebracht in de gemeenschap met de heilige God. En die verstoring kon alleen opgeheven worden door het brengen van offers. Zo had de Heere het ingesteld. En met het oog daarop dienden de priesters in het heiligdom, onder leiding van de hogepriester.

Zoals gezegd, is deze hogepriester zelf ook mens. Zodoende wist hij aan den lijve wat het was om zondaar te zijn. Hij kan “behoorlijk medelijden hebben met de onwetenden en dwalenden” [2]. Hij is immers zelf ook met zwakheid omvangen. Trouwens, hij moest als mens ook ´voor zichzelf” [3] offeren, vanwege zijn eigen zonden. Maar wat die hogepriester betreft – één ding moet duidelijk zijn: hij is voor die taak door God Zelf geroepen. Hij heeft voor die hoge en verantwoordelijke taak “niet zichzelf die eer” aangedaan [4]. Die waardigheid en dat aanzien heeft hij van God ontvangen.

Op dit punt gekomen, trekt de apostel de vergelijking met Christus. Als hij nu gaat schrijven over de Heere Jezus als de Hogepriester sluit hij aan bij dat laatste. “Alzo heeft ook Christus niet Zichzelf verheerlijkt om Hogepriester te worden…” [5]. Dat is een troostvolle belijdenis. Gods Kerk heeft niet een Hogepriester die uit eigen keuze deze hoge taak op Zich nam. Nee, Hij is door de Vader verordineerd om de hogepriesterlijke waardigheid te dragen en de taken die daarbij behoren te vervullen. Trouwens, de aanduiding “Christus” wijst daar al op. Hij is de Gezalfde. Zijn zalving tot de gróte Hogepriester [vergelijk 4: 14] heeft Hij ontvangen van God.

De apostel onderbouwt deze Goddelijke aanstelling met twee woorden uit het Oude Testament. Beide uit het boek der Psalmen. Allereerst uit Psalm 2: “Gij zijt Mijn Zoon. Heden heb Ik U gegenereerd!” [5]. En vervolgens met een uitspraak uit Psalm 110: “Gij zijt Priester in der eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek” [6]. Dit laatste woord zal nog diverse keren terugkomen in de Hebreeënbrief.

Diepe dingen zijn het die hier aan de orde komen. Ze onttrekken zich aan ons menselijk bevattingsvermogen. Het gaat hier over de verhouding tussen de Vader en de Zoon. De heilige en zalige relatie dus binnen het drievuldig Goddelijk Wezen. Toch – hoe onbegrijpelijk voor ons ook, de Heilige Geest heeft ons in het Woord van God daarover wel iets bekend gemaakt. Wij, die het lezen in de Schriften, mogen het eerbiedig en in verwondering nazeggen. Zo lezen we in het Spreukenboek dat de Zoon van God de “Voedsterling”, of wel het Troetelkind van de Vader was, “dagelijks Zijn vermakingen, te aller tijd voor Zijn aangezicht spelende” [8: 30]. En op een andere plaats lezen we over “de eniggeboren Zoon Die in de schoot des Vaders is” [Joh. 1: 18]. Een uiterst innige en liefdevolle verhouding dus. Welnu, deze Vader heeft deze Zoon niet alleen “gegenereerd”, maar Hem ook aangesteld tot “Priester in der eeuwigheid.” Deze eeuwiggeliefde en eniggeboren Zoon van de Vader is dus door de Vader aangewezen en aangesteld om als de grote Hogepriester – let wel in de gedaante van een mens! - zondaren met God te verzoenen en zo voldoening te geven aan het recht van de Vader. Dat is een duizelingwekkende werkelijkheid. Hier onder woorden gebracht in deze Hebreeënbrief.

Maar het contrast wordt nog groter. Namelijk als we vervolgens lezen wat dit betekende voor deze heilige Zoon van God, toen Hij in het vlees gekomen was. Hij offerde “gebeden en smekingen met sterke roeping en tranen” [7]. Dat wijst op hartstochtelijke en smartelijke gebeden, gericht tot Zijn Vader in de hemel. We weten uit de evangeliën hoe smartelijk Hij geleden en gestreden heeft. De vreze des doods was Hem niet onbekend. Het behoorde allemaal tot Zijn Hogepriesterlijk werk. “Hoewel Hij de Zoon was heeft Hij gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden” [8]. In deze school van het lijden heeft Hij gehoorzaamheid aan de opdracht van Zijn Vader geoefend. Hij was volkomen toegewijd aan de roeping om zulk een Hogepriester te zijn. Dat werk heeft Hij tot het einde toe volbracht! In vers 9 trekt de apostel de toepassing. Zo is Hij allen die Hem gehoorzaam zijn, een oorzaak van eeuwige zaligheid geworden. Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke Gave!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Lezen in de brief aan de Hebreeën (12)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's