Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De plicht van Nederland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De plicht van Nederland

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal avondmaal met hem houden, en hij met Mij’ Openb. 3:20

In 1688 vindt in Engeland de ‘Grote omwenteling’ (Glorious Revolution) plaats. De rooms-katholieke koning vlucht; de Nederlandse stadhouder-koning Willem III en zijn vrouw Mary Stuart worden tot koning en koningin gekroond en de vervolgingen van de puriteinen zijn voorbij. In die periode houdt de grijze puritein John Flavel (1628-1691) een serie van 11 preken over de tekst boven deze meditatie. Ze verschijnen in druk onder de titel: ‘De plicht van Engeland onder de huidige vrijheid voor het evangelie’. Waarom? Flavel is bezorgd: wat is de vrucht van de tijd van de vervolging geweest en wat zal de tijd van vrijheid brengen? Zal er werkelijk sprake zijn van verootmoediging, een geestelijk horen naar de stem van de Heere en van een hartelijke bekering?

Lauwe christenen

In dat opzicht is de keuze van de tekst uit de brief aan Laodicea trefzeker. In dat stadje in Klein-Azië stond op het marktplein een waterbak. Uit de bergen in de omgeving werd via pijpen half warm, zwavelhoudend water aangevoerd. Als een argeloze, vermoeide reiziger van dat water wilde drinken, spuwde hij dat snel weer uit: lauw, ondrinkbaar! Hiermee vergelijkt de Koning van de Kerk de stand van het geestelijke leven: ‘Omdat jullie lauw zijn sta Ik op het punt jullie uit Mijn mond te spuwen!’ Wat was de reden van hun lauwheid en van de heilige afkeer van de Heere daarvan? Zij hadden te hoge gedachten van zichzelf en misten de echte zelfkennis. ‘Gij zegt: ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb aan geen ding gebrek; en gij weet niet dat gij zijt ellendig en jammerlijk en arm en blind en naakt’ (vs. 17). Toch is hiermee het diepste van hun geestelijke nood nog niet gepeild. Die wordt – zij het verhuld – aangeduid in onze tekst: ze hebben de Heere Jezus buiten de deur van hun hart gehouden! Hoe is dat bij ons? Er liggen vele tientallen jaren achter ons waarin we de Heere in vrijheid konden dienen. De laatste 1 ½ jaar kwamen er beperkingen door de corona-crisis. Waar brengt dit alles ons? Zijn we onder de zegeningen en de tuchtigingen van de Heere tot verootmoediging gekomen? Of zijn we ‘rijk en verrijkt’ in onszelf, terwijl de Heere buiten de deur staat?

De doorboorde hand

Weet u wat daarom zo’n wonder is? Dat de Heere ondanks dit alles tóch aan die deur blijft staan en blijft kloppen om binnengelaten te worden. Hoe? Dat kan gebeuren door roepstemmen als ernstige ziekte of een aangrijpend sterfgeval. Maar dat gebeurt vooral onder de levende verkondiging van Zijn Woord. Wat dat ten diepste betekent heeft een vormgever van een nieuwere uitgave van het boek van Flavel heel indringend uitgebeeld. De omslag van het boek is een ruwhouten deur. Op die deur klopt een hand, maar die hand is gewond en bebloed. Dat symboliseert dat Hij Die aan de deur staat de Christus is Die geleden heeft en gestorven is. Zo heeft Hij het heil verworven voor verloren zondaren. Zó biedt Hij het ook aan in de verkondiging van het evangelie. En Zijn bloed ‘is van oneindige kracht, overvloedig genoegzaam tot verzoening van de zonden van de gehele wereld’ (DL II, 3). Waarom zouden wij Hem als maar laten kloppen, als Hij alles wil geven en alles wil doen wat een verloren zondaar nodig heeft?

Horen en openen

U zegt misschien: ‘Maar ik kan die vergrendelde deur van mijn hart zelf niet open krijgen, wat ik ook doe!’ Dat is ook zo. Maar laten we dan precies lezen wat hier staat: het gaat om horen en openen, in die volgorde! Alle geestelijke leven begint met horen. En als je nu ervaart dat je hart zo gesloten en zo bedrieglijk is dat je niet echt horen kunt? Dan mag je smeken om de genade van de Heere en pleiten op Zijn eigen Woord of Hij het gesloten hart wil openen(vgl. Hand. 16:14). Zo worden de vastgeroeste grendels van zonde en ongeloof door Zijn kracht en genade opengebroken en worden zondaarsharten bereid om de Koning te ontvangen.

Onverklaarbaar bewoond

En het gevolg? Dan neemt Christus in Zijn genade intrek in het hart. Nu moeten we bij ‘avondmaal houden’ niet onmiddellijk denken aan het Heilig Avondmaal al ligt die lijn zeker ook in onze tekst opgesloten. Maar het gaat allereerst om de inwoning van de Heere in ons hart en de verborgen omgang met Hem. Na de tweede wereldoorlog bestond er een grote woningnood. Er waren bouwvallige huizen met een bord boven de deur: Onbewoonbaar verklaarde woning, terwijl er vaak toch hele gezinnen woonden. Zo is het van nature met ons hart: naar recht en wet onbewoonbaar. Maar als Christus in ons hart intrek neemt, keren de dingen om. Dan staat er boven de deur van ons hart: ‘Onverklaarbaar bewoond’. Is dat niet ‘het hoogste goed’ waarnaar we dienen te zoeken in deze verwarrende tijden? Is dat niet ‘de plicht van Nederland’ nu de corona-crisis voortduurt?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De plicht van Nederland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's