Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liever een betrouwbare profeet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liever een betrouwbare profeet

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Is hier niet nog een profeet des Heeren, dat wij van hem vragen mochten? (2 Kron. 18:6)

Er waren profeten genoeg. Zonder moeite haalde koning Achab er vierhonderd naar voren. Allemaal beschouwden zichzelf als mannen, die gerechtigd waren om namens God te spreken. Zo dacht ook het volk over hen. Hun woord was Gods Woord en daarom betrouwbaar. En als al die mannen dan ook nog met één mond spreken en in hun boodschap overeen stemmen, dan hoeft toch niemand daar aan te twijfelen?

Toch is koning Josafat niet helemaal gerust. Voordat hij aan zijn collega Achab definitief zijn medewerking toezegt, wil hij toch eerst nog liever het woord van een profeet des Heeren horen. Zijn Achabs profeten dan geen profeten van de Heere, die namens God spreken? Josafat weet het nog niet zo precies. Hij wil liever een echte profeet, van wie hij zeker kan zijn.

Ja, zo’n profeet is er ook, Micha, zoon van Jimla. Alleen, hij zit in de gevangenis. Waarom? Omdat Achab hem niet mag. Die man heeft Achab altijd tegengesproken. Nooit had hij een gunstige boodschap voor hem. Het is dan ook met sterke tegenzin, dat Achab aan het verzoek van Josafat voldoet en Micha laat halen.

Onder het verbondsvolk zijn dus wel heel wat profeten. Vanuit die hoek bezien kan gezegd worden, dat het godsdienstige leven bloeit. Ook koning Achab blijkt ernst te maken met de zaken van de spiritualiteit. Maar is er dan niemand in Israël die zich afvraagt of het wel om de echte spiritualiteit gaat? Waarom moet de koning van Juda daar om vragen?

Ondertussen zit Micha gevangen. Hij zei nooit wat de koning wilde horen. Overal zette hij een domper op. Altijd wist hij wel een zonde aan te wijzen en meende hij het oordeel te moeten aankondigen. Dat werd Achab zat. Net zoals al zoveel mensen het zat zijn geworden steeds weer te moeten horen, dat onze zonden scheiding maken tussen ons en de Heere en dat er daarom bekering moet zijn. Negatief preken – daar hebben de meeste mensen een hekel aan. Je wil ook wel eens iets horen waar je door bemoedigd wordt.

Is hier niet nog een profeet des Heeren? Achab begrijpt wel wat Josafat bedoelt. Maar met zulke profeten had Achab nu juist afgerekend. Hij had gekozen voor positieve prediking. Een prediking waarin hij hoorde wat hij graag wilde horen. Een boodschap waaruit hij kon opmaken dat God zijn plannen goedkeurt. Zo’n God wil Achab best dienen en naar zulke boodschappers wil hij graag luisteren. Hij heeft ze nauwkeurig uitgezocht; vierhonderd in getal. Ze zijn dus ook nog verre in de meerderheid.

Toch was het nog niet zo dom van Josafat om deze vraag te stellen. Tenslotte kun je niet alles vertrouwen. Ook niet iedereen die zich voor profeet uitgeeft is te vertrouwen. Het blijft nodig om de geesten te beproeven of ze uit God zijn. Paulus zag de noodzaak daarvan ook in. Hij waarschuwt zijn lezers met nadruk voor de valse leraars, waarvan hij er enkele met name noemt: Hymeneüs, Filetus, Alexander. Het is maar dat men ze kan herkennen.

Voor ons zijn zulke waarschuwingen niet nodig. De vraag van Josafat moeten wij ook niet meer stellen. We moeten elke prediker vertrouwen. Ze hebben toch allemaal een goede opleiding gehad. Ze zijn ook niet voor niets predikant geworden. Het heil van medemensen gaat hen blijkbaar aan het hart. Ze menen ook wat ze zeggen. Ze geloven van zichzelf dat ze geroepen zijn. Wie zouden wij dan zijn om aan hun woord te twijfelen?

Ja, het is waar, dat ze niet zoveel waarschuwen. Over de zonde en de verdorvenheid van het hart hoor je ze niet vaak iets zeggen. Sommige woorden hoor je nooit uit hun mond. Over de hel hoor je ze nooit. Over het komend oordeel ook niet. Dat is allemaal te negatief. En ze willen mensen juist graag bemoedigen. Het ruime evangelie willen ze brengen. O ja, sommigen van hen weten zich ook heel goed aan te passen aan de gemeente waarin ze voorgaan.

Vooral de blijde kant van het evangelie brengen ze naar voren. En als mensen die kant aangrijpen worden ze snel zalig gesproken. Zelfonderzoek is iets waar ze niet op aandringen. Als iemand zegt dat hij gelooft, vertrouwen ze dat. Ook al komen die mensen maar één keer per zondag in de kerk.

De vraag van Josafat stellen? Nee, dat zou getuigen van argwaan ten aanzien van vele predikers. Dat moet je niet durven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Liever een betrouwbare profeet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's