Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezen in de brief aan de Hebreeën (15)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezen in de brief aan de Hebreeën (15)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De schrijver van de brief aan de Hebreeën vond het nodig een scherpe waarschuwing te laten horen. Gericht tot christenen die de Heilige Geest deelachtig waren geworden, en die het goede Woord en de krachten van de nieuwe bedeling hadden gesmaakt. De apostel roept hen op om toch te volharden in het ware geloof. Want zo niet – dan brengen ze zichzelf in het allergrootste gevaar. Dan is het onmogelijk hen “wederom te vernieuwen tot bekering…” [6: 4-6].

Voordat hij verder schrijft, neemt de schrijver een beeld uit de akkerbouw [6: 7, 8]. Bedoeld opnieuw als een waarschuwing die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Twee mogelijkheden zijn er. De aarde, die de regen indrinkt en die nuttig gewas voortbrengt voor de boer die zijn akker heeft bewerkt, die ontvangt zegen van God. Maar tegenover de gewas opleverende akker staat het land dat distels en doorns voortbrengt. Zo’n stuk land is verwerpelijk. Boven zo’n akker hangt de vloek en het oordeel van de verbranding. Een aangrijpende vergelijking. Het is een waarschuwing aan de christelijke gemeente van die dagen – maar niet minder die van heden. Een waarschuwing met het gewicht van de eeuwigheid.

Nu lezen we verder: het vervolg van dit hoofdstuk [6: 9-12]. Dat begint met het woordje “maar”. “Maar geliefden wij verzekeren ons van u betere dingen, en met de zaligheid gevoegd, hoewel wij alzo spreken.” Het is de enige keer in deze brief dat de apostel zijn lezers “geliefden” noemt. Na de strenge woorden die hij zojuist bezigde, en waarvan hij niets terug neemt, gaat hij verder in een andere toon. Ze moeten zijn ernstige vermaning niet beschouwen als zijn laatste woord. Hij zoekt niet hun verderf, maar juist hun behoud. Het is juist vanwege zijn hartelijke bewogenheid met hen dat hij hen zo scherp terechtwees. Want wat zou het verschrikkelijk zijn als ze zouden volharden in onbekeerlijkheid en ongeloof, en dat ze verloren zouden gaan. Maar hij weet ook andere dingen van hen te zeggen. Betere dingen, die hij niet ongenoemd wil laten.

Wanneer we de verzen 10, 11 en 12 van hoofdstuk 6 lezen, vallen ons drie woorden op. Een trits van woorden die we ook van andere plaatsen uit de brieven kennen. Het zijn “liefde” [10], “hoop” [11] en “geloof” [12]. Als Paulus zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen begint, schrijft hij: “Wij danken God altijd over u allen, uwer gedachtig zijnde in onze gebeden, zonder ophouden gedenkende het werk van uw geloof, en de arbeid der liefde en de verdraagzaamheid der hoop op onze Heere Jezus Christus, voor onze God en Vader.” Geloof, hoop en liefde, “de drie gezellinnen op de pelgrimsreis” [G. Wisse]. Wat van de gemeente in Thessalonica geldt, mag kennelijk ook in meerdere of mindere mate opgemerkt worden bij de lezers van deze Hebreeënbrief. De apostel wijst op hun arbeid der liefde, en wenst hun toe de beoefeningen van de volle verzekerdheid der hoop en dat zij door geloof en lankmoedigheid de belofte van de Heere zullen beërven.

Voor het heden heeft de schrijver zorg over de gemeente van de Hebreeën. Maar hij weet dat het in het verleden anders was. Daar herinnert hij aan. Hij wijst hen erop dat de Heere dat ook niet vergeten is. Hun liefdevolle moeite die ze aan de Naam en de dienst van de Heere bewezen hebben [10]. En ze doen het tot op de dag van vandaag toe. Zou de apostel bedoelen, wat hij in 10: 32-34 nadrukkelijker zegt? In vorige tijden, toen ze leefden onder het licht van Gods genade, toen hebben ze veel strijd en lijden verdragen. Door smaadheid en verdrukkingen waren ze een schouwspel voor de wereld geworden. Maar juist toen betoonden ze liefde en hulp, ook aan hemzelf. Dat alles deden ze doordat ze leefden in het besef van “een beter en blijvend goed in de hemelen” [10: 34]. “God is niet onrechtvaardig dat Hij uw werk zou vergeten” [6: 10].

Dat werk der liefde van toen geeft de apostel aanleiding om te bepleiten dat Gods kinderen heden in dat spoor verder gaan. Ze zijn toch onlosmakelijk: geloof, hoop en liefde?! Waar de ware liefdesbeoefening is, daar kunnen geloof en hoop toch niet ontbreken?! Welnu, hij verlangt ernaar – en spreekt dat ook uit – dat ieder van hen dezelfde ijver betoont, met het oog op de volle verzekerdheid van de hoop, tot het einde toe [6: 11]. Het is een aansporing die we op tal van plaatsen in deze Hebreeënbrief tegenkomen. Waar de Heere Zijn genade gaf, daar moet het leven van Zijn kinderen dat ook tonen, namelijk dat ze leven naar die hoge stand. In de wetenschap dat Hij die een goed werk in hen begon, dat ook zal voleindigen tot op Zijn dag. Later in deze brief zal de apostel hen daartoe aansporen, “ziende op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs” [12: 2]. Hijzelf ging hen daarin voor. Hij heeft het kruis gedragen en de schande veracht, en is nu gezeten aan de rechterhand van de troon van God. Geeft dat geen moed tot volharding? Daar past toch niet bij om traag en ingezonken te zijn? Maar integendeel, dat ze navolgers zijn van hen “die door geloof en lankmoedigheid de beloften beërven…” [6: 12].

En nu het woord “belofte” gevallen is, weet de schrijver – geleid door de Heilige Geest – daarover nog wel het een en ander te schrijven. Zijn pen is die van een vaardig schrijver. Met lessen voor toen en heden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Lezen in de brief aan de Hebreeën (15)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's