Had Salomo een nieuw hart?
Met dank voor twee mooie vragen van een trouwe lezer uit Urk, ga ik nu eerst een andere vraag beantwoorden, namelijk een vraag over koning Salomo. Naar aanleiding van een preek over koning Salomo werd mij de vraag gesteld of Salomo wel echt een kind van God was. Iemand die zo leefde als hij zou bij ons bijvoorbeeld nooit aan het Avondmaal mogen, toch? Een prachtige vraag hoor, en het geeft gelegenheid om op de meest belangrijke dingen in te gaan.
Toen de Heere aan Salomo verscheen in Gibeon (1 Koningen 3) vroeg de Heere aan Salomo: Begeer wat Ik u geven zal. Toen heeft Salomo gevraagd om een verstandig hart. En dat heeft hij toen van God gekregen. De Heere zei: Ik heb u een wijs en verstandig hart gegeven. Maar even later lees je van hem dat hij veel vreemde vrouwen lief had en afgoden ging dienen! Hoe kan dat? Dat is toch helemaal niet verstandig? Had hij toen geen nieuw hart meer? Maar dat kan toch niet?
Het eerste waar je op moet letten is dat je bij het wijze hart dat Salomo vroeg en van de Heere kreeg niet aan een nieuw hart moet denken. Want dat had Salomo al. Er staat in hetzelfde hoofdstuk waarin God aan Salomo vraagt wat hij hebben wil dat hij de Heere lief had. Daaraan kun je bij iemand zien dat hij of zij een nieuw hart heeft. Salomo mocht de Heere al op jonge leeftijd liefhebben en vrezen. Het eerste wat wij van Salomo lezen is dat de Heere hem lief had, 2 Samuel 12:24. Wat ben je gelukkig als je een nieuw hart mag hebben. En daar mogen wij ook om vragen. Daar moeten wij ook om vragen. Dan ben je een kind van God.
Weet je waaraan je nog meer kon zien bij Salomo dat hij een nieuw hart had? Hij vond zichzelf maar een kleine jongen toen hij koning werd. Hij zei niet: o dat kan ik wel! Maar hij dacht: ik kan geen goede koning zijn. Want ik moet ook rechter zijn. Er kunnen zoveel moeilijke en ingewikkelde dingen gebeuren in het leven! En ik heb een groot volk. Daarom vroeg hij om een wijs en verstandig hart.
Iemand met een nieuw hart vraagt aan de Heere om een wijs hart. De bijbel zegt dat als we wijsheid nodig hebben, als we een beslissing moeten nemen en we weten niet goed wat we doen moeten, dat we dat dan aan de Heere moeten vragen, Jakobus 1:5.
Salomo kreeg dus een wijs hart om het volk Israel op een verstandige manier te besturen en te regeren. Dat hij wijs werd blijkt duidelijk uit de geschiedenis van de twee vrouwen, die met een dood en een levend kind tot de koning gingen.
Maar in veel andere opzichten heeft Salomo helemaal niet wijs gehandeld. Bijvoorbeeld wat zijn huwelijk betreft. Om te beginnen trouwde hij met een heidense vrouw, de dochter van de egyptische farao. Dat was al verkeerd. Dat mocht niet van de Heere. Een heidense vrouw zou voor een israelitische man een strik kunnen zijn. Lees dat maar na in Jozua 23:11-13.
Ik ga even voorbij aan het huwelijk tussen Jozef en een egyptische vrouw. Dat heeft te maken met de bijzondere eer en verhoging, waarmee de farao Jozef wilde vereren. Jozef heeft het bovendien bij die ene vrouw gelaten en Salomo kreeg er maar niet genoeg van! Bovendien kende koning Salomo de wet van God heel goed en kon hij weten dat hij niet met heidense vrouwen mocht trouwen. Salomo heeft dat nog wel aangevoeld, want zijn egyptische vrouw liet hij niet toe in de voor Salomo heilige Davidsstad, 2 Kron. 8:11.
Een vrouw kan heel veel invloed hebben. Dat is een zegen als die vrouw de Heere vreest. Maar als dat niet zo is kan er een hele verkeerde en zondige invloed van uitgaan. Al die vrouwen die Salomo erop nahield (dat mocht niet van de Heere hoor) namen hun afgoden mee. En Salomo hield nog van die heidense vrouwen ook. Hij liet dat zien in het knielen voor hun afgoden en het bouwen van tempels voor die afgoden! Dat is heel erg dwaas van Salomo geweest! Wat kan een kind van God, iemand met een nieuw hart dus, grote dwaasheid doen. Daar geeft de bijbel wel meer voorbeelden van. Maar die dwaasheid betekent niet dat Salomo geen nieuw hart had, of meer had. Eenmaal een kind van God, altijd een kind van God. Maar een kind van God kan dat niet ongestraft doen. Salomo haalde voor zichzelf en zijn rijk allerlei ellende en narigheid op de hals. De Heere zegt: Dan zal ik elk die dwaas en wrevelig overtreên, bezoeken met de roe en bittere tegenheên!
Maar weet je ook wat daar op volgt? Maar over hem Mijn gunst en goedheid nooit doen enden. Noch feilen in Mijn trouw, noch Mijn verbond ooit schenden! De Heere blijft getrouw. En als het goed is heeft Salomo van al die dwaasheid berouw gekregen. We weten niet wanneer hij bijvoorbeeld het spreukenboek heeft geschreven, maar daaruit blijkt dat hij toch wel wist wat de ware wijsheid is, namelijk de vreze des Heeren!
Toen de Heere hem een wijs hart gaf, had Salomo daarna altijd om die gave van wijsheid moeten vragen, in alles en altijd. Ik denk dat hij dat niet gedaan heeft. En dan gaat het fout. Dat is nu nog zo. Het is maar het beste in deze gevaarlijke wereld dikwijls je knieën voor de Heere te buigen en te vragen om wijsheid, bekering, een nieuw hart en bewaring. En om vergeving. Want elke zonde is dwaasheid.
Ten slotte: de Heere Jezus heeft op Golgotha de zonden van Gods kinderen gedragen. Ook de zonden van Salomo’s grote dwaasheid. De Heere Jezus droeg de straf op de zonde. En daarom mag Salomo toch in de hemel zijn. Zo goed is de Heere.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 2021
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 2021
Bewaar het pand | 12 Pagina's