Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Crisis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Crisis

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is er nodig om uit de huidige crisis te komen waarin onze kerken zich bevinden? Uiteraard lopen de antwoorden op die vraag helaas ver uiteen. Wel keren er in gesprekken en discussies over de ontstane situatie vaak drie dezelfde opmerkingen terug. Daarbij gaat het om gebed (1), liefde (2) en ootmoed (3).

1. Gebed

Regelmatig klinkt de oproep tot gebed. In de huidige crisis zou er vooral één weg gegaan moeten worden en dat is die van het gebed. En wie zou daar wat van durven zeggen? Wie kan daar wat op tegen hebben? Een christelijke kerk is immers een biddende kerk, of zij is geen kerk.

Wat dat betreft is en blijft er inderdaad alle reden om in alle tijdelijke en geestelijke nood de HEERE aan te lopen als een waterstroom. In hoeveel kerken zal er het achterliggende jaar ook niet zijn gemediteerd of gepreekt over Jesaja 26 vers 20? Wat lezen we daar een dringende Goddelijke oproep tot gebed: ”Ga heen, Mijn volk, ga in uw binnenste kamers, en sluit uw deuren na u toe; verberg u als een klein ogenblik, totdat de gramschap overga.”

Het persoonlijk en gemeenschappelijk gebed is dan ook van grote betekenis. Het aanhoudend, ootmoedig, vrijmoedig, zuiver, pleitend, krachtig en dankend bidden, zoals ds. F. Bakker in zijn ”Gebedsgestalten” dat beschrijft. Maar daarin wijst hij ook vanuit de brief van Jakobus op het kwalijk bidden. Dat er in de binnenkamer dwaze maagden zijn, die de ware gebedsgestalte missen. Want, zo schrijft hij: ”Het gebedsleven is veel te teer dan dat het een ongodvruchtige levenswandel verdragen kan.” Om even later te vervolgen: ”Ook waren er vele meesters. De één wist het nog beter dan de ander. Wat stonden ze hoog, die meesters, zij wisten het. Zij waren geen armen van geest, want dat zijn mensen, die het juist niet weten. Grote stukken werden er verhandeld, maar één stuk kenden zij niet, namelijk, dat de mens zelf aan stukken moet.” Zalig zo’n kerk-in-de-crisis met voorgangers én gemeenteleden die als armen van geest niet ophouden om te smeken om Gods leiding!

Maar daarbij mogen we niet vergeten dat we ondertussen zelf persoonlijk én kerkelijk moeten doen wat de HEERE niet voor ons doet, maar wél van ons vraagt naast het gebed: om te breken met zonden. Om een ongodvruchtige leer en/ of levenswandel niet te verdragen en niet te gedogen. Was dat het ook niet wat de gemeente van Filadelfia te horen kreeg? ”Gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn Woord bewaard en hebt Mijn Naam niet verloochend. (Openb. 3:8)” Daar komt het op aan!

Daar komt het op aan!

Is er gebed nodig in deze crisis? Nou en of! En er zijn ook bidders die iedere dag hun knieën buigen en de nood van onze kerken voor de HEERE neerleggen en het met Habakuk meebidden: ”In de toorn gedenk des ontfermens.” Maar dit laat onverlet dat een biddende kerk óók een handelende kerk is.

2. Liefde

We zijn geroepen om God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf. En zeker in een crisistijd wordt die onderlinge liefde op de proef gesteld. Vandaar dat regelmatig wordt benadrukt dat we elkaar als broeders van hetzelfde huis moeten liefhebben.

Maar terecht wees ds. C.P. de Boer enkele weken geleden tijdens een predikantenbijeenkomst van bezinning en gebed in Amersfoort erop hoe de kerkvader Augustinus weliswaar bewogen was met het volk; lankmoedig over hen die hun zonden beleden, zich bekeerden en terugkwamen tot de schoot van de kerk; maar óók duidelijk en oprecht was tegenover hen die dwalen. Daarom kan een beroep op de benodigde broederlijke liefde niet worden vereenzelvigd met het laten voortduren van zaken die tegen Schrift en belijdenis ingaan. Dat is juist helemaal géén liefde.

Wat is échte broederlijke liefde? Om elkaar te vermanen als dat nodig is. Daarom behoort de kerkelijke tucht ook tot de schatten van de kerk op aarde. Tucht en liefde horen juist bij elkaar! De tucht heeft namelijk de bekering op het oog. Op dat laatste wijst Jakobus aan het slot van zijn brief: ”Broeders, indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald, en hem iemand bekeert, Die wete, dat degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, en menigte der zonden zal bedekken.”

3. Ootmoed

Augustinus’ antwoord op een vraag van een leerling wat de eerste drie vruchten van genade zijn, wordt ook meer dan eens aangehaald: ootmoed, ootmoed en ootmoed. En daarbij wordt er dan op gewezen dat het van kerkelijke hoogmoed getuigt om zo overtuigd te zijn van je eigen (Bijbels) gelijk en daarmee anderen bepaalde ruimte te ontzeggen.

Maar sinds wanneer kan een ootmoedige houding niet samengaan met het laten horen van een helder bazuingeluid? De dichter van psalm 119 weet daar in elk geval wel van: ”Ik ben een vriend, ik ben een metgezel van allen die uw Naam ootmoedig vrezen én leven naar Uw Goddelijk bevel.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Crisis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's