Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Varia

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Varia

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik ben altijd blij als er nieuwe vragen binnen komen, maar op het moment heb ik vragen genoeg. Omdat ons blad eens in de twee weken uitkomt moet de vraagsteller soms nogal lang op een antwoord wachten. Daarom zou ik u nu willen vragen even te wachten met het inzenden van vragen. Al correspondeer ik ook wel met die en gene, bijvoorbeeld als een antwoord niet helemaal duidelijk is, toch moet het meeste via ons blad gaan. Als u met het inzenden van nieuwe vragen even wilt wachten, een week of 6 of zo, dan zit ik voor mijn gevoel niet met een achterstand. Bij voorbaat bedankt!

Ik kreeg een vraag over het sterven van de Heere Jezus en met name Zijn laatste woorden: Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest, Lukas 23:46. De vraagsteller las ook ergens van een 9-jarig kind dat ging sterven en hetzelfde zei: In Uw handen beveel ik mijn geest. Omdat hij dat ook elders nog eens tegen kwam vroeg hij zich af of we dat kunnen en mogen zeggen. Het zijn toch unieke woorden van de Heere Jezus? Bovendien: hebben wij wat te bevelen?

Het zijn aangrijpende woorden, zeker als we letten op de Persoon Die dit uitspreekt. Deze woorden getuigen van rust, een rust na een zware strijd en een tot het einde toe volbracht werk. Als waarachtig Mens had de Heere Jezus ook een ziel, een geest. En die legde Hij als het ware vertrouwend in de handen van Zijn Vader. In het vertrouwen dat Zijn geest op de derde dag weer verenigd zou worden met Zijn lichaam.

Al zijn het dan bijzondere woorden, door de Heiland uitgesproken, het zijn geen unieke woorden, in die zin alsof ze niet eerder zouden zijn uitgesproken. De eerste die deze woorden uitsprak is David immers?

Lees maar Psalm 31:6 “In Uw hand beveel ik mijn geest”. De Heere Jezus gebruikte de woorden van de bijbel, het Oude Testament, de Psalmen. Dat heeft Hij meer gedaan. Ook in dit opzicht is de Schrift met Zijn Naam vervuld. Het Woord werd vervuld. De oud testamentische woorden werden zo profetische woorden en komen op een hoger plan te staan. Dat geldt ook voor de woorden uit Psalm 22. “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” David voelde zich van God verlaten, Christus was metterdaad van God verlaten, dat is het verschil. Er is altijd verschil tussen een type van Christus en Christus Zelf!

En wij, op onze beurt, mogen de woorden van de Heilige Schrift ook tot de onze maken, denk aan de Psalmen. Het geloof zal dat ook doen. Het gebed dat die kleine jongen bad was een bijbels, een Gode welbehagelijk gebed en is door de Heere zeker verhoord. En u zegt: hebben wij wat te bevelen? Nee, niet in de zin van: Ik beveel U dit of dat te doen. Maar zo bedoelde David het ook niet. Hij bedoelde: Ik beveel u mijzelf aan Uw hoede en zorg aan. Aanbevelen dus. Dat mag. Het geeft rust aan het vaak bestreden geloof. Er is nog een andere vraag binnen gekomen. Die gaat over een uitdrukking in het formulier ter bevestiging van ambtsdragers. Daar wordt de vraag gesteld: of de te bevestigen broeder ook “in zijn hart gevoelt” wettig van God Zelf geroepen te zijn. Graag ga ik daar even op in. De roeping gaat niet buiten de roeping van de gemeente om. Dat is een. Maar de roeping van Godswege gaat ook nooit buiten het hart om. Dat is twee.

De roep van de gemeente moet een bevestiging zijn van een innerlijke roeping. De lust tot het ambt, 1 Timotheus 3:1 wordt door de Heere in het hart gelegd. Het hart, ons innerlijk krijgt een betrekking op de dienst des Heeren. En naar die lust, die betrekking op het ambt van Godswege wordt de betreffende broeder gevraagd. De Heere vraagt niet naar bekwaamheden, want die moeten ons geschonken worden, zie 2 Korinthe 3:5, maar ons wordt wel gevraagd of we kunnen getuigen dat er een begeerte in ons leeft Hem te dienen, een lust, die de Heere er dus Zelf in gelegd heeft, want een lust om te dienen is niet uit de mens, maar uit God.

En elke geroepen ambtsdrager zal ervaren: Hij Die u roept is getrouw, Die het ook doen zal, 1 Thess. 5:24. Hier moet ik het voor nu even bij laten. Met een hartelijke groet en alle lezers Gods zegen gewenst.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2021

Bewaar het pand | 16 Pagina's

Varia

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2021

Bewaar het pand | 16 Pagina's