Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opstandig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opstandig

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ben jij weleens boos geweest op God? Ben je weleens opstandig tegen God? Misschien denk je: maar dat mag toch niet, boos zijn op God? Nee, inderdaad, dat mag niet. Maar je komt het in de Bijbel toch nogal eens tegen. En het komt nog steeds voor. En hoewel opstand zonde is, getuigt de afwezigheid daarvan niet altijd van genade. Sommige mensen denken dat. ‘Gelukkig ben ik niet opstandig, dominee’. Ik weet niet of dat per definitie wel zo gelukkig is. Geloof is nog iets anders dan alles gelaten over je heen laten komen, in een doffe berusting, op een stoïcijnse manier. Zo was het bij Jona niet.

Jona heeft zijn preek gehouden. Een korte en ook eenzijdige preek. Maar met een rijke vrucht. Er kwam berouw en bekering na de preek. En God verleende genade na de preek. Hij deed het niet… En hoe is het met Jona na zijn preek? Was Jona blij, net als de engelen van God, nu er zoveel zondaren tot bekering kwamen? Waar is Jona en hoe is hij er aan toe? We komen Jona tegen ergens op een heuvel aan de oostkant van de stad. En daar reageert hij op de gevolgen van zijn preek. Dat verdroot Jona met groot verdriet… Hij was op die heuvel gaan zitten om te kijken hoe Ninevé met de grond gelijk gemaakt zou worden, en dat alle inwoners gedood zouden worden. En toen dat niet gebeurde, snikte hij het uit en liepen de tranen over zijn wangen.

Misschien vraag je je af: hoe is dat nou toch mogelijk? Jona, een kind van God, een knecht van God. Waarom is hij niet blij? Nu hij zoveel vrucht had op zijn preek. Nu er zoveel mensen tot bekering gekomen zijn. En nu al die levens gespaard zijn. Men behoorde dan vrolijk en blij te zijn, zo zegt de vader in de gelijkenis van de verloren zoon, want deze uw broeder was dood en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden.

Maar Jona is boos en verdrietig.

Waarom? Wel, Jona zag hoe God de Ninevieten spaarde. Dat waren Assyriërs. Doodsvijanden van Israël. De Assyriërs waren de SS-ers van die tijd. Die hebben vreselijk huisgehouden onder het Tienstammenrijk. Ze hebben steden en dorpen platgebrand. Ze hebben mannen vermoord en vrouwen verkracht, kinderen in ballingschap gebracht. En als God nu die vijanden spaart. En Zijn eigen volk niet spaart. Dan is het toch wel te begrijpen dat Jona het niet meer weet en dat hij verdrietig wordt. Toch? Misschien zijn er wel familieleden van Jona omgekomen. Daarom kunnen we de verwarring en opstand van Jona toch wel een beetje plaatsen?

Probeer het je in te denken. Wie liggen er het meest op jouw hart? Voor wie bidt jij nu het meeste? Dat zijn toch je vader en moeder? Je broertjes en zusjes? Je vriend of vriendin? Daar denk je toch allereerst aan? Aan hen die het dichtst bij je staan: je familie, je vrienden. Toch? En we zouden het liefst met onze hele familie naar de hemel willen. Een familiehemel. Daar bidden we voor. En dat is op zichzelf niet verkeerd. Want natuurlijk is het vreselijk als iemand die je liefhebt voor eeuwig verloren zou gaan.

Maar als je nou ziet dat je broer of moeder jong sterft en mensen uit de wereld die worden oud. Of als de Heere nu wel die vervelende buurman heeft bekeerd en je eigen vader sterft zonder troost. Wordt je dan niet verbitterd zoals Jona?

Dan begrijp je mensen als Asaf en Jona, die grote moeite hebben met de Godsregering. Die Gods beleid niet kunnen plaatsen. Die weleens vastlopen met al dat leed en die ellende en die zich in wanhoop weleens afvragen hoe God dat toch kan toelaten.

We lezen van mensen zoals Samuël, David en Asaf dat ze het niet eens waren met God. Al is dat natuurlijk nooit goed te keuren. Zeker in het geval van Jona niet. Want terwijl er blijdschap is in de hemel bij de engelen van God, zit hier een kind van God te huilen van boosheid. Terwijl er feest in de hemel is, wordt er door deze knecht van God gerouwd.

Hoe komt dat ooit weer goed? Hoe kan God dit onwillige kind, deze onwaardige profeet weer in het rechte spoor krijgen? Misschien is dat jouw vraag ook wel. Misschien stormt het wel vanbinnen. ‘Waarom, o God, waarom?’ We gaan de komende weken op zoek naar antwoorden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Opstandig

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's