Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Belijdenissen Van Augustinus (4) – Augustinus’ Jongensjaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Belijdenissen Van Augustinus (4) – Augustinus’ Jongensjaren

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Te midden van de waan van de dag zoeken we ook in deze aflevering een ogenblik rust om al mijmerend te lezen in de schatten van de kerk der eeuwen. Het vervolg van boek 1 van Augustinus’ Belijdenissen vraagt onze aandacht. Laten we al lezend bedenken: De God van Augustinus leeft nog! En laten we onszelf de vraag stellen: Leerden wij al om net als Augustinus een plaats te zoeken voor Gods aangezicht in gebed met de belijdenis van alles wat er was in onze achterliggende levensjaren?

Schooljongen

Nadat Augustinus heeft geschreven over zijn eerste jaren, komen in het tweede deel van boek 1 zijn jongensjaren ter sprake. Augustinus heeft intussen leren spreken. Over dat wonderlijke proces schrijft de kerkvader: ‘In mijn geest, die Gij mij gegeven heeft, mijn God, ging ik met behulp van mijn herinnering als volgt te werk: als zij een of ander voorwerp noemden en zich bij die woorden ergens naartoe keerden, merkte ik dat op en onthield ik dat dat voorwerp door hen genoemd werd met het geluid dat zij voortbrachten… Zo leerde ik langzamerhand de woorden in hun verschillende betekenis’.

Laten we wel bedenken: Augustinus belijdt ook deze dingen voor Gods aangezicht. Daarom heeft hij het zo nadrukkelijk over ‘mijn geest, die Gij mij gegeven heeft’. Ook in het feit dat hij als klein kind leerde spreken, ziet hij Gods zorg en leiding. Hoe zou hij in zijn latere leven ooit tot God hebben kunnen roepen, als de Heere hem het vermogen om te spreken niet eerst had gegeven?

Pak slaag

Vervolgens gaat Augustinus naar school, eerst in zijn geboorteplaats Thagaste, en later in het naburige Madaura. In alle openheid vertelt hij hoe hij als leerling was. We krijgen het beeld van een levendige en wat onstuimige jongen die er niet van hield om letters en woorden en grammaticale regels te leren. Later had hij ook een hekel aan het leren van Grieks, dat voor hem een vreemde taal was. De oude goden- en heldenverhalen en de toneelvoorstellingen van de Grieken en Romeinen vond hij daarentegen prachtig en hij luisterde daar geboeid naar.

Omdat Augustinus niet zo gewillig was in het leren van de eerste beginselen, kreeg hij te maken met de hardhandige methoden van de schoolmeesters van die tijd: ‘Wanneer ik traag was in het leren, kreeg ik slaag’. Tegelijk was juist dat een aanleiding voor Augustinus om te gaan bidden. Hij vertelt daarover: ‘Maar wij ontmoetten mensen, Heere, die U aanriepen, en wij leerden van hen en begrepen – zover wij konden – dat Gij een groot Wezen waart, dat (hoewel niet waarneembaar voor onze zintuigen) ons kon horen en helpen… Als jongen begon ik U aan te roepen… en zo klein als ik was, smeekte ik U met grote innigheid dat ik op school geen slaag zou krijgen’. Augustinus vermeldt erbij, dat dit gebed echter niet verhoord werd, maar dat dat voor hem ‘geenszins tot nadeel was’.

Lezen, schrijven en rekenen

Want al heeft Augustinus oog voor de tekortkomingen van het onderwijssysteem van zijn dagen, toch belijdt hij het als een zonde dat hij wel interesse had voor allerlei goden- en heldenverhalen die helemaal niet nuttig voor hem waren, maar geen belang hechtte aan wat wel nuttig was: lezen, schrijven en rekenen. ‘Ik zondigde dus als jongen doordat ik aan die ijdele dingen de voorkeur gaf boven deze veel nuttiger vaardigheden’.

Het is verhelderend om de laatste uitspraak nog even te houden in het licht van het vervolg van Augustinus’ leven. Want wat heeft de Heere de ‘basisvaardigheden’ die hij – tegen zijn zin – leerde, in zijn latere leven tot zegen gesteld. Augustinus leerde met tegenzin lezen. Maar dankzij die vaardigheid kon hij, toen de Heere hem tot bekering bracht, wel gehoor geven aan de woorden die hem in de oren klonken: ‘Neem, lees! Neem, lees!’ Augustinus leerde met tegenzin schrijven. Maar wat heeft hij juist in zijn geschriften de kerk van zijn dagen én de kerk der eeuwen mogen dienen! Augustinus leerde tegen zijn zin in rekenen. Maar als u de preken van Augustinus leest of zijn grote werk ‘De stad Gods’, ontdekt u, hoe vaak de bisschop in zijn preken en geschriften gebruik maakt van getallensymboliek. Augustinus schrijft er zelf het volgende over: ‘Want zie Heere, mijn Koning en mijn God, moge U dienen, al wat ik als jongen aan nuttigs geleerd heb, moge U dienen dat ik spreek, schrijf, lees en reken’.

Andere zonden

En dan zijn er nog andere zonden die Augustinus belijdt als het over deze levensfase gaat: ‘Met talloze leugens bedroog ik mijn opvoeder, mijn leraren en ouders, uit verlangen om te spelen en uit zucht om lege voorstellingen te zien… Ik stal ook uit de voorraadkamer van mijn ouders en van de tafel, hetzij omdat mijn snoeplust me daartoe dreef, hetzij om iets te hebben wat ik aan andere jongens kon geven, die zich daarmee lieten omkopen. En wanneer ik betrapt werd, en men mij verwijten maakte, raasde en tierde ik liever dan dat ik toegaf’.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De Belijdenissen Van Augustinus (4) – Augustinus’ Jongensjaren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's