Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezen in de brief aan de Hebreeën (20)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezen in de brief aan de Hebreeën (20)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“De uitnemendheid van Christus.” Dat is het hoofdthema van de brief aan de Hebreeën. We constateerden het eerder. De Zoon van God - Hij is hoger dan de engelen [Hebr. 1]. Hij is heerlijker dan Mozes [Hebr. 3]. Hij overtreft Aäron [Hebr. 5]. De prediking van de alles overtreffende bediening van Christus krijgt een hoogtepunt in Hebreeën 8. Deze Hogepriester is gezeten in de troon van de hemelse Majesteit [8: 1]. Zijn bediening is vooral daarom zo uitnemend omdat Hij Middelaar is van een beter verbond, bevestigd in betere beloften [8: 6]. De apostel trekt hier een vergelijking met het “eerste verbond” Als dat eerdere verbond onberispelijk was geweest, zou er geen tweede, geen “nieuw verbond” nodig geweest zijn, zo schrijft hij aan de Hebreeën [8: 7].

Om nu de heerlijkheid van deze nieuwe bedeling te verwoorden, grijpt de apostel terug op wat ooit de profeet Jeremia namens de Heere aan Israël heeft toegezegd. Het is te lezen in Jeremia 31: 31-34. Jeremia, hij was de profeet van de aanstaande ballingschap. Als oordeel van de Heere over het volk vanwege de voortdurende onbekeerlijkheid, uitkomend in gruwelijke afgoderij. Jeremia moest het aankondigen. Aangrijpende woorden klinken in het voorafgaande hoofdstuk 30: “Ziet, een onweder des HEEREN, een grimmigheid is uitgegaan, een aanhoudend onweder. Het zal blijven op het hoofd der goddelozen. De hittigheid van des HEEREN toorn zal zich niet afwenden, totdat Hij gedaan, en totdat Hij daargesteld zal hebben de gedachten Zijns harten. In het laatste der dagen zult gij daarop letten.” [Jer. 30: 23, 24]. Een donkere aanzegging van straf en oordeel. En toch - niet zonder een weg van uitkomst. Cruciaal is het woordje “totdat…” Dat oordeel door de Heere blijkt niet het laatste woord te zijn. Opmerkelijk, direct volgt nu de aankondiging van het nieuwe verbond. De Heere gaat een nieuw begin maken. Een wonder van Boven! Hij zal aan Zijn verbond blijven gedenken. In de toorn geeft Hij onverdiende ontferming. “Ik zal alle geslachten van Israël tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn!” [31: 1]. Welnu, op deze toezegging, geschreven diep in het Oude Testament, grijpt de schrijver van de Hebreeënbrief terug. Hij vult het slot van dit achtste hoofdstuk met een brede en letterlijke aanhaling uit dit oude profetenboek. In deze Nieuw-Testamentische brief wordt deze heilstoezegging verkondigd als een weldaad van het hogepriesterlijk werk van Christus.

Een nieuw verbond dus! Wat zal het kenmerkende van dat nieuwe verbond zijn? Het zal een ander verbond zijn dan dat Hij met de vaderen gesloten had. Namelijk dat Hij met het volk van Israël en Juda sloot toen Hij hen had uitgeleid uit Egypte en Hij bij de Sinaï hun Zijn wet had gegeven. Dat verbond bracht niet waarvoor het bedoeld was. Dat lag niet aan de Heere. Maar de oorzaak daarvan lag bij het volk. Zij zijn in dat verbond niet gebleven. Ze hebben het verbond verbroken [8: 9].

Maar in het nieuwe verbond zal het anders zijn. Gods wet zal niet meer op stenen tafelen zijn geschreven. Maar de Heere zal er voor zorg dragen dat Zijn wet in hun binnenste zal zijn ingegrift, op de wanden van hun harten. “Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven” [8: 10]. Er zal gebeuren wat op andere plaatsen in de Bijbel wordt omschreven als de besnijdenis van het hart. Het zal Gods eigen werk zijn, door de Heilige Geest. Zo zal Hij hun tot een God zijn en zij zullen Hem tot een volk wezen.

Als de Heere Zich via het nieuwe verbond met de Zijnen verbindt en Zijn wetten in hun harten legt, dan zal het niet meer nodig zijn dat de één de ander er toe moet aansporen om de Heere te leren kennen. God Zelf zal er voor zorgen dat het gebeurt. “Zij allen zullen Mij kennen, van de kleine onder hen tot de grote onder hen” [8: 11]. Wat een heilrijke en veel omvattende belofte is dit. Hier valt te denken aan dat andere beloftewoord, dat we bij twee andere profeten vinden: “De aarde zal vol zijn van de kennis des Heeren gelijk de wateren de bodem der zee bedekken” [Jes. 11: 9; Hab. 2: 14]. Het behoort tot de glorie van het nieuwe verbond.

En nog is de reeks van de weldaden niet uitgeput. Er moet nog iets gebeuren, wil het heil dat de Heere schenkt volkomen zijn. Immers tussen de heilige God en de onheilige mens in staan zijn zonden. De ongerechtigheden zijn het die scheiding maken. Het oude verbond leek te suggereren dat de mens zelf zorgen moest voor het overbruggen van die kloof. Velen in Israël meenden dat ze daartoe in staat waren. Zij leefden dan ook in een waan van eigengerechtigheid. De geschiedenis van Israël heeft echter getoond dat dit een hoogmoedige misvatting is.

Met de belofte van het nieuwe verbond maakt de Heere het in één keer duidelijk: het wegdoen van de zonde is geheel Zijn werk. “Ik zal (hen in) hun ongerechtigheid genadig zijn, en hun zonden en overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken” [8: 12]. Het is pure genade bij de Heere vandaan. Eenzijdig en onverplicht door Hem geschonken. En onverdiend ontvangen door allen die de Middelaar van het nieuwe verbond nodig kregen. “In Christus is de breuk geheeld en de volle gemeenschap met de verzoende God verzekerd” [prof. L.H. van der Meiden]. “Welzalig dien het mag gebeuren…”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Lezen in de brief aan de Hebreeën (20)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's