De illusionist

Elia vult vier kruiken met water, waarschijnlijk uit de Middellandse zee, die niet zover weg was, en giet ze tot drie maal toe op brandoffer en hout. Om duidelijk te maken dat hij van geen enkele goocheltruc gebruik maakt. En Elia doet het opdat het wonder des te groter zal zijn. Elia is er zo van overtuigd dat God antwoorden zal, dat hij geen seconde bang geweest is. In het vertrouwen op de Heere durft hij het aan om voor het oog van heel het volk het altaar en het offer drijfnat te maken.

En als zo alles in gereedheid gebracht is, gaat Elia de HEERE aanroepen. Hij gebruikt de naam Jehova. Dat is de God die miskend is, en Die zijn plaats aan de baäl moest afstaan. Maar nu zal duidelijk worden dat Hij alleen God is.

En dan is het ook heel belangrijk erop te letten op welk tijdstip Elia dit gebed heeft gebeden: Het geschiedde nu, als men het spijsoffer offerde, dat de profeet Elía naderde… Bedoeld is het offer dat in Jeruzalem werd geofferd, in de tempel des HEEREN. Het spijsoffer wordt ook wel het avondoffer genoemd. Dat was om drie uur ’s middags. En dat offer werd gebracht om de HEERE te erkennen.

Waarom wordt er die verbinding gelegd naar het spijsoffer in Jeruzalem?

Elia wilde daarmee demonstreren dat bidden niet zonder het offer kan. En je weet misschien dat elk offer in het Oude Testament een heenwijzing is naar het offer van Jezus Christus. En dat offer is het fundament van het gebed. Bidden is pas bidden als het gegrond is in het offer van Jezus Christus. Bidden is pas bidden als het gebeurt in de Naam van Jezus Christus.

Want wie kan zijn hart uitstorten bij God? Geen mens! Jesaja zegt: Wie is er onder ons, die bij een verterend Vuur wonen kan? Wie is er onder ons, die bij een eeuwigen Gloed wonen kan? En Paulus zegt hetzelfde: Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God. Want Hij bewoont een ontoegankelijk licht, Die geen mens gezien heeft of zien kan.

En waar de Geest ons dat leert, daar klaagt alles ons aan. Onze enige hoop wordt dan dat de Heere ons aan zou willen zien in het offer van zijn Zoon.

En dan laat het gebed van Elia ook zien hoe wij hebben te bidden. Hij heeft 4 dingen te vragen.

1. Dat Heere Zich bekend zal maken. Hij vraagt dus niet allereerst of de Heere regen wil geven. Want het belangrijkste is niet wat het volk tekort gekomen is, maar wat God tekort gekomen is. Dat is Elia’s eerste zorg.

2. Het tweede verzoek is: …en dat ik Uw knecht ben… Elia is ootmoedig. Hij is niet meer dan knecht. Een loopjongen van God. En dat moet iedereen weten.

3. Het derde heeft hier mee te maken. Iedereen had hem de schuld gegeven. ‘Beroerder van Israël’, zo is hij genoemd. Dan vraagt Elia: Heere laat het duidelijk worden, dat ik het gedaan heb naar Uw Woord.

4. Een vierde vraag: …en dat Gij hun hart achterwaarts omgewend hebt. Wat bedoelt hij daarmee? Dit: dat Gij hun hart weggetrokken hebt van de baäldienst en hun hart hebt omgebogen tot Uw dienst. Elia vraagt of de Heere dat volk de waarachtige bekering wil geven.

Dat laatste is voor ons van groot belang. Dat we niet alleen aan de buitenkant er netjes uitzien en ons christelijk gedragen, maar dat er vooral een inwendige bekering mag zijn. Want in de bekering zijn er veel illusionisten. Wat mensen aan hen zien is anders dan hoe ze echt zijn. Geldt dat ook nog voor jou? Vraag dan aan de Heere om waarheid in je binnenste.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen