Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Elia

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Elia

4 minuten leestijd

Zoals ik de vorige keer al aangaf moet er nu een vraag beantwoord worden over het verloop van de gebeurtenissen op de Karmel, beschreven in 1 Koningen 18. De vraag concentreert zich op het tijdspad en luidt als volgt:

Als Elia gaat optreden is dat in de middag. In de verzen 27 en 29 wordt dat gezegd. In vers 36 wordt naar het spijsoffer in Jeruzalems tempel verwezen. Het bereiden van het spijsoffer in de tempel van Jeruzalem was om 3 uur ’s middags. Dat is dus een tijdsaanduiding. Maar vanaf die tijd vindt er heel veel plaats. Elia bouwt een altaar, graaft een flinke groeve of goot eromheen, schikt het hout en deelt een var in stukken. Is die var al geslacht? Dan wordt er water gehaald en over het altaar gegoten, zodat de goot vol gaat lopen. Waar komt dat water vandaan? Uit de zee? Is dat niet een eind lopen? Nadat de Heere vuur van de hemel zond worden de valse profeten afgevoerd, 450 in getal en worden daar omgebracht. Deed Elia dat alleen? Daarop gaat Elia bidden en bidt hij 7 maal om regen, waarop er een kleine wolk verschijnt, aangekondigd door de knecht van Elia, die dus steeds heen en weer moest lopen. Nam ook dat niet veel tijd in beslag? Als de lucht zwaar wordt van wolken gaat Elia voor de koning uit naar Jizreel, de residentie van koning Achab. Is dat niet ver en volgt Achab met zijn knechten en wagens gedwee de profeet? Gaat Elia helemaal naar Jizreel?

Het is duidelijk dat dit alles op ene dag zich heeft afgespeeld, want de volgende dag is Elia al op de vlucht geslagen. Hij heeft op de avond van die indrukwekkende dag immers een bode van Izebel ontmoet, die hem aankondigde dat hij de volgende dag al een kind des doods zou zijn? Hoe heeft dit alles in zo korte tijd kunnen gebeuren?

Misschien dat een paar dingen licht werpen over het tijdspad. Elia is nog tijdens het geroep en het kabaal dat de Baalspriesters maakten bezig geweest met het klaarmaken van het altaar. Er was een altaar dat afgebroken was en dat heeft hij hersteld en de stenen geschikt. De var werd inmiddels geslacht, wellicht al gelijk met de var voor Baal, en het vlees verdeeld voor op het altaar en daarna werd het water gehaald. Elia kreeg daarbij genoeg hulp. Het is niet gezegd dat het water uit de zee gehaald moest worden. Aan de noordkant van de Karmel stroomde de beek Kison en hoewel de beek vanwege de droogte niet veel water bevatte, bevond zich daar ook een altijd stromende bron, dichtbij Bir-el-Muhraqa.

Het doden van de valse profeten heeft Elia uiteraard niet alleen gedaan, hij gaf daartoe de opdracht aan anderen. De Heere gaf Elia gezag en het volk gehoorzaamheid, onder de indruk van de grote gebeurtenissen.

Als de regen zich aankondigt (de afstand tussen de biddende profeet en zijn steeds over de zee turende knecht hoeft niet groot geweest te zijn) laat Elia aan de ook aanwezige koning Achab zeggen dat hij moet vertrekken naar huis. Achab, die zich ondanks de grootse dingen die passeerden zich niet tot God bekeerde, was intussen op een wat hoger gelegen gebied aan het eten en drinken. Als hij dan in de richting van Jizreel vertrekt zal het inmiddels in de namiddag zijn en zien we plotseling de profeet Elia als een heraut voor de koninklijke stoet uitlopen. Of lopen? Wellicht rennen vanwege de naderende stortregens. Elia kreeg daar speciale kracht voor van de Heere, de hand van de Heere was over Elia, zegt vers 46. Die de profeet ook nog eens beschermde.

Of hij de hele weg naar Jizreel heeft afgelegd hoeft niet het geval te zijn. De laatste woorden van vers 46 kunnen ook betekenen dat Elia voor de koning heen ging tot ze op de weg, de hoofdweg naar Jizreel gekomen waren.

Dat is zo ongeveer wat we kunnen zeggen over het tijdspad die wonderlijke dag. Overigens kan ik opnieuw verwijzen naar een van de boeken van ds. P. den Butter. In zijn boek over de koningen van Israël, getiteld: “De Stem bleef klinken”, behandelt hij voor een deel ook 1 Koningen 18.

Hartelijk dank voor de vraag en ik hoop dat het antwoord naar tevredenheid is. We zien weer uit naar een volgende vraag! Met een hartelijke groet van

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 2023

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Elia

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 2023

Bewaar het pand | 12 Pagina's