De satan voor Gods troon

Veel van onze lezers zijn bezig met het zoeken naar antwoorden op de door mij in het vorige nummer gestelde vragen, fijn! Ik hoop er gauw op in te gaan hoor. Ik heb nu een vraag over de positie van satan, die we in Job 1 tegenkomen voor Gods troon. Jaren geleden kreeg ik van een kind daar ook een vraag over en ik heb het antwoord op die vraag weer opgezocht en met dat antwoord wil ik ook de vragensteller van vandaag beantwoorden. Ik denk dat het u dan wel duidelijk is hoe we Job 1 moeten lezen.

Er was eens een jongen die goed luisterde toen vader uit de bijbel las. Aan de beurt was Job 1. Na het lezen had die jongen een goeie vraag. Vragen heb jij natuurlijk ook wel eens als het gaat over de bijbel! Weet je wat die jongen vroeg? Hoe kan de duivel nu in de hemel komen? Vader had namelijk juist gelezen dat de Heere Zijn engelen opriep om voor Zijn grote troon te verschijnen en dat de duivel daar warempel ook kwam! Hoe kan dat?

Als we Job 1 goed lezen zien we dat de duivel rondgaat op de aarde. Hij woont niet meer in de hemel, omdat hij tegen de Heere is opgestaan. Hij wilde niet langer de Heere gehoorzaam zijn. En dat is een grote zonde. De duivel is met al zijn knechten, allemaal boze geesten, die weigerden om de Heere te gehoorzamen, uit de hemel gezet. Nu is hij met al die duivelen op aarde.

Je begrijpt, dat is heel erg om voor straf van de hemel naar de aarde te moeten gaan.

Maar het zal voor de duivel nog erger worden. Want hij zal van de aarde naar de hel gaan. Dat lezen we in het laatste bijbelboek, Openbaring. En de Heere Jezus zegt dat het helse vuur gemaakt is voor de duivel en zijn boze engelen, Mattheus 25:41.

Nee hoor, hij mag nooit meer in de hemel komen. Zondige mensen zoals jij en ik mogen wel naar de hemel, als we onze zonden voor de Heere belijden en vergeving ontvangen om Jezus’ wil. Maar de duivel komt er nooit meer. Hij zal trouwens ook nooit om vergeving en om genade bidden: zo slecht is hij! Wat lezen we nu in Job 1? Daar zien we de Heere zitten op Zijn grote troon in de hemel. Op een zekere dag roept Hij alle engelen op om voor Hem te verschijnen. Engelen zijn knechten van de Heere en moeten doen wat Hij zegt. Er zijn engelen die door God worden uitgezonden om Gods kinderen te beschermen. God stuurt ze op weg naar de aarde. In Job 1 zien we dat de grote God de engelen vraagt hoe het met hun werk gaat. De bijbel zegt het op zo’n manier, dat wij het goed kunnen begrijpen.

Maar er zijn ook engelen die van de Heere moeten vechten tegen de boze machten en geesten. Toen de duivel en zijn boze engelen de hemel werden uitgezet, zijn ze natuurlijk niet gestopt met hun ongehoorzaamheid tegen de Heere. Ze zijn gelijk begonnen met het vechten tegen de Heere en Zijn kinderen! Dat doen ze nog! En nu stuurt God ook heilige engelen als soldaten uit om tegen die boze machten te vechten! Hun generaal is aartsengel Michael, van wie wij bijvoorbeeld in het boek Daniel lezen.

Maar het zijn niet de engelen die regeren, maar God! En daarom roept Hij in Job 1 al die engelen op om voor Zijn troon te verschijnen en om verslag te doen van hun werk. En dan lezen we dat ook satan daarbij kwam. De Heere roept ook hem op! Ook de duivelen regeren niet, maar God, God alleen. Ze willen wel graag de baas spelen, maar de Heere heeft alle macht, ook over de duivelen, gelukkig!

Maar als de duivel ook voor de troon van de Heere komt, betekent dat nog niet dat de hij opeens weer een mooi en fijn plaatsje in de hemel krijgt. De Heere roept hem op en dan moet hij voor Gods machtige troon verschijnen. Zo worden er elke dag mensen opgeroepen om voor de Heere te verschijnen. Namelijk als ze sterven. Maar die mogen niet allemaal die heerlijke hemel binnengaan hoor! Alleen Gods kinderen mogen naar binnen. Niet omdat ze beter zijn dan ongelovige mensen, maar omdat ze vergeving van hun zonden bij de Heere gezocht en daarom ook gevonden hebben! Zo moest de duivel dus voor God verschijnen, maar mocht niet de hemel binnen! Die gemene duivel mag nooit meer een mooie plaats in de hemel innemen. Hij is de grote vijand van God, die zijn verdiende loon zal ontvangen.

Wat is het daarom dan toch een groot wonder dat zondige mensen wel behouden kunnen worden. Toen je gedoopt bent heeft de dominee gebeden of je bij je sterven zonder schrik voor de Heere zou mogen verschijnen. Kan dat? Ja, als we hier de vergeving van zonden bij de Heere hebben gezocht en van de Heere hebben gekregen.

Weet je waarom zondige mensen naar de hemel mogen? Omdat de Heere Jezus voor zondige mensen aan het kruis is gestorven, daarom! Hij heeft de hemel ook verlaten en kwam op aarde wonen. En toen Hij de straf op de zonden moest dragen heeft Zijn Vader Hem verlaten! Toen mocht Hij als het ware de hemel niet meer in, maar moest Hij ter helle nederdalen. Maar Hij kwam er ook weer uit gelukkig. Want Hij kon voor de schuld van de zonde betalen! En zo, als Overwinnar van de zonde en de duivel is Hij naar de hemel gevaren. Daar denken we aan op Hemelvaartsdag. En alle mensen die in Hem geloven zullen ook naar de hemel gaan! Wat een wonder. Ik hoop dat jij ook in de hemel komt hoor! Naar de hemel loopt een weg en loop je al daarop? Het is de weg van het geloof in de Heere Jezus! Maar de duivel? Die gaat straks gelukkig naar de hel. O zorg er toch voor dat je daar nooit komt hoor! De Heere Jezus wil je redden!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen