God is niet te groot voor brood

Uitgeput van de lange reis legt Elia zich neer. En dan slaapt hij. In de hoop dat hij nooit meer wakker zou worden. Maar een engel maakt hem wakker. Een boodschapper uit de hemel die hem roept en hem te duidelijk maakt dat hij moet opstaan en moet eten. Want Elia moet weer op weg. De Heere heeft nog werk voor hem.

Deze geschiedenis laat zien dat de Heere ook zorgt voor lichamelijke noden. De slaap bijvoorbeeld is ook een gave van de Heere. Slaap is een heel natuurlijk iets, en toch is het geen ding van de natuur. Net zomin als eten en drinken komt de slaap vanzelf. Dat kun jij je misschien niet voorstellen. Als je jong bent dan hoef je je kussen nog maar te ruiken en dan slaap je al. Dan heb je er geen erg in dat de slaap een gave is. Maar vraag het eens aan mensen die moeite hebben met slapen. Trouwens dat kan ook al als je jong bent. Vanwege de zorgen, de moeiten, ziekte, depressiviteit. Zoals Elia.

En nu toont de Heere in deze geschiedenis op een heel eenvoudige manier dat Hij weet wat maaksel wij zijn. Hoe zwak van moed, hoe klein van krachten. Hij geeft Elia de rust van de slaap. Dat is het eerste middel waarmee de Heere liefdevol Zijn knecht versterkt.

En het tweede middel waarmee de Heere dat doet, is eten en drinken. En dat in de weg van het wonder. Zoals al meer gebeurd is in het leven van Elia. Bij de beek Krith werd hij door de raven van brood en vlees voorzien. En bij de weduwe van Zarfath verminderde het meel in de kruik niet en de olie in de fles raakte niet op. Door al die wonderen is hij in leven gebleven. En nu weer. Middenin de woestijn, met alleen maar rotsen en zand en een paar struikjes. Dan is daar een koek en een fles met water. Wonderlijk gereed gemaakt, niet door een mensenhand, maar door een engel van de Heere. En die zegt: Sta op, eet, want de weg zou voor u teveel zijn.

Ook die noden gaan de Heere dus ter harte. Heeft de Heere Jezus dat niet bewezen toen Hij die 5000 mannen spijzigde? Er staat in Mattheus 15 dat Jezus innerlijk met ontferming bewogen was. Vanwege die lichamelijke nood. En dat bewijst de Heere bij Elia ook.

En dat leert ons dat we ook voor die dingen bij de Heere moeten zijn. En dat wij tot de Heere onze toevlucht mogen nemen ook voor die zaken waar ons lichaam mee gemoeid is. Of dat nu slaap is, of dat nu voedsel is, of kleding. Maar met al die dingen moet een mens leren om het van de Heere te verwachten.

Dat bedoelde de Heere Jezus toch ook, toen Hij in het Onze Vader dit gebed opnam: geef ons heden ons dagelijks brood. De Heere wil dat wij leren om in afhankelijkheid van Hem te leven. Niet om dit het allerbelangrijkste te laten zijn, want dat is niet zo. Dat is het geestelijke, dat is het Koninkrijk Gods.

Maar zolang als wij nog in dit lichaam zijn en op deze aarde zijn, zijn de lichamelijke dingen ook belangrijk. En dan gaat het om de vraag, waar we het dan van verwachten. Hoe gaan we daarmee om?

Leerden we dat al, dat we ook in deze dingen echt afhankelijk zijn?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen