Ambrosius (19)

Omschrijving

Ambrosius schrijft: “Te leven door het geloof is door het geloof in Christus het hele Woord van God toe te stemmen, aan te hangen en te bezitten als ons eigendom in alle toestanden en situaties waarbij we kalm rusten op Zijn genadige en getrouwe belofte, en onszelf aan Zijn welbehagen overgeven in oprechte, algehele en gedurige gehoorzaamheid. Of: Te leven door het geloof is ons te voeden met de verschillende beloften van God, gedaan in Zijn Woord, deze beloften op onszelf toe te passen naar onze noden, en zo onszelf te ondersteunen, te vertroosten en te bemoedigen tegen alle verzoekingen en tot elke goede plicht.”

Algemeen

Er dient een voorraad van beloften aangelegd te worden. Sla allerlei beloften in en zie dat u ze bij de hand hebt. Wat in de beloften wordt vermeld behoort tot de erfenis van Gods kinderen. Als Gods kind een belofte leest mag hij zeggen: Deze belofte is een deel van mijn erfenis. In tijden van geloofsvervolging kan deze belofte gaan spreken: ‘Wentel uw weg op den HEERE, en vertrouw op hem, Hij zal het maken.’ Psalm 37:5. God zal alles doen wat Hij beloofd heeft en in de weg van Gods voorzienigheid zal het beloofde ontvangen worden. Als de vervulling van de belofte niet direct komt spreekt Psalm 123:2 ‘Gelijk de ogen der knechten zijn op de hand hunner heren, gelijk de ogen der dienstmaagd zijn op de hand harer vrouw, alzo zijn onze ogen op den HEERE onzen God, totdat hij ons genadig zij. Hier geldt dus niet: indien wij het willen of als het ons goeddunkt, maar: ‘Totdat hij ons genadig zij.’ Laat de Heere niet los totdat de beloofde vertroostingen ontvangen worden. Het gaat niet alleen om de beloften, het gaat om Christus in de beloften. “De belofte is slechts de akker, en Christus is de Parel Die in de akker verborgen ligt en waarop voornamelijk gezien moet worden.” Vaak worden zieken op het gebed genezen, maar niet altijd. Zo is het met alle beloften aangaande tijdelijke en geestelijke zaken die niet absoluut noodzakelijk zijn tot zaligheid zoals een lang leven, rijkdom of eer. Als God een belofte niet vervult dient er onderwerping te zijn aan Zijn welbehagen.

Tijdelijke kwade dingen

Er zijn beloften die gaan over het voorkomen, het matigen en het dragen van kwade dingen. Kwade dingen zijn: ziekte, armoede, hongersnood, oorlog, gevangenschap, bezetenheid en onderdrukking. Zo zijn er beloften om ziekten te voorkomen. In Exodus 15: 26 staat dat de krankheden die de Heere op Egypte legde niet op Israēl gelegd zullen worden als het volk de Heere gehoorzaamt. Een belofte om ziekte te matigen lezen we in Psalm 41:4 ’De HEERE zal hen ondersteunen op het ziekbed; in zijn krankheid verandert Gij zijn ganse leger.’ Er zijn ook beloften om ziekten weg te nemen. Bijvoorbeeld Exodus 23:25 ‘En Ik zal de krankheden uit het midden van u weren.’ Het geloof in de beloften aangaande tijdelijke dingen dient geoefend te worden door meditatie en gebed.

Geloofsoefening

De Heere zendt verdrukkingen. We lezen in Amos 3:6 ‘Zal er een kwaad in de stad zijn, dat de HEERE niet doet?’ Alleen God kan uit verdrukkingen verlossen. Verwacht het dan van Hem alleen. De oorzaak van alle ellenden en droefheid is de zonde. Toen Manasse in de benauwdheid was bad hij het aangezicht zijns Gods ernstiglijk aan, en vernederde zich zeer voor het aangezicht van de God zijner vaderen. God zendt kruisen niet om het geloof te verzwakken of enige genade van de Geest te verteren, maar om te reinigen, te louteren, te beproeven en om lijdzaamheid en hoop te versterken. Het gaat om het overgeven aan Gods welbehagen in alle dingen. Abraham geloofde tegen hoop op hoop, hij vertrouwde op God Die machtig was te doen wat Hij beloofd had. Leg alles aan de Heere voor In het gebed, belijdt de zonden en smeek om vervulling van de beloften. Wat er ook gebeurt, Gods kinderen zullen op de Heere vertrouwen. Denk aan Job 13:15 ‘Zie, zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen?’

Tijdelijk goede dingen

Een algemene belofte vinden we in 1 Korinthe 3:21 ‘Alles is uwe.’ Dat betekent dat Gods kinderen erfgenaam zijn van de hele wereld. Er zijn bijzondere beloften over onze naam, ons lichaam, onze bezittingen en ons beroep. Soms worden bepaalde tijdelijke zegeningen gemist. Bezie dan wat er mis is, wat gereformeerd moet worden. Het geloof wil geen onwettige middelen gebruiken om te verkrijgen wat gemist wordt. Het geloof wil geen fraude of bedrog plegen, maar langs eerlijke weg bereiken wat gemist wordt. God zal niets onthouden dan wat schadelijk of verderfelijk is. In Psalm 34:10 belooft de Heere dat de godvrezenden geen gebrek zullen hebben. Tijdelijke zegeningen leiden tot dankbaarheid. Bidt om op de juiste wijze met zegeningen om te gaan. In weelde ligt de mens open voor verzoekingen. Laten we de Heere loven om wat Hij geeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen