Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In gesprek (slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In gesprek (slot)

4 minuten leestijd

Opnieuw hartelijk dank voor die abonnees die de moeite namen om op de door mij gestelde vragen in te gaan, soms erg uitgebreid zelfs en zeker leerzaam. Maar de vraag over het geloof van de discipelen na de opstanding van de Heere Jezus vonden veel lezers de moeilijkste. De vraag luidde als volgt: Volgens Lukas 24 waren de twee Emmausgangers vol van het wonder van de openbaring van de Heere Jezus en ijlden ze terug naar Jeruzalem om het blijde nieuws aan de anderen door te geven. Lukas zegt dat ze hartelijk werden verwelkomd met de groet: De Heere is waarlijk opgestaan en is van Simon gezien, Lukas 24:34.

Het verslag van de evangelist Markus stelt ons voor een raadsel als hij schrijft: En na dezen is Hij geopenbaard in een andere gedaante aan twee van hen, daar zij wandelden en in het veld gingen. Dezen, ook heengaande, boodschapten het aan de anderen, maar zij geloofden ook die niet, Markus 16:12 en 13. Hoe zit dat? Van de antwoorden die ik kreeg noem ik er twee. De ene evangelist gaat wat uitgebreider op de geschiedenissen in dan de ander. En dat heeft de Heilige Geest ook zo gewild. Onze geachte lezer voegt er deze vraag aan toe: Zouden wij ze geloofd hebben? Een andere lezer stelt: Dat de evangelisten ogenschijnlijk niet eenparig zijn in de weergave van de reacties van de discipelen op de verschijningen van de Heere Jezus hoeft geen probleem te zijn. Wie kan ten volle geloven zonder de minste spranken van ongeloof? Het geeft te meer aan dat er zonder de kracht van de Heilige Geest geen geloof mogelijk is.

Welnu, naar aanleiding van deze en dergelijke opmerkingen, is het dacht ik goed te bedenken dat, als we de vier beschrijvingen van het lijden en de opstanding van de Heere Jezus naast elkaar leggen terstond duidelijk wordt dat de discipelen zeer aangrijpende, onverwachte dingen hebben meegemaakt die het menselijk verstand verre te boven gaan. Het lijden, sterven en de opstanding had Christus wel voorzegd ja, maar het was niet werkelijk tot hen doorgedrongen vanwege het menselijk onbegrijpelijke en hun verduisterd verstand. Bovendien, en mooi dat onze lezers daar op wijzen, ze hadden het licht en de kracht van de Heilige Geest zo nodig. En zelfs dan zouden ze nog maar iets van Gods Raad en het heilshandelen verstaan. Maar wel genoeg om tot verwondering en aanbidding te komen.

Maar nu Markus 16:12. Het eerste wat daar staat is dat Christus Zich in een andere gedaante openbaarde. Wat betekent dat? In ieder geval dit dat Hij niet meer een sterfelijk lichaam had, zoals voorheen, maar een verheerlijkt lichaam. Hebt u wel eens iemand ontmoet met een verheerlijkt lichaam? Martha en Maria kregen na de opwekking van hun broer de ouwe Lazarus weer terug. Maar Jezus had onsterfelijkheid aangedaan, zoals met al de Zijnen zal gebeuren. Er lag dus iets bevreemdends over de Heere, iets bovennatuurlijks. Al had Hij, getuige de wonden in Zijn handen en voeten nog hetzelfde lichaam.

Maar goed: vol van blijdschap en verwondering keerden de twee terug naar Jeruzalem, waar ze vol blijdschap werden ontvangen. Maar als sommigen dan twijfelen en zelfs niet geloven, moeten we aannemen dat het dan wel discipelen waren, maar op een andere plaats. De Heere had vele discipelen en discipelinnen en die bevonden zich niet allemaal op dezelfde plaats in Jeruzalem. Vandaar dat zij behalve geloof ook ongeloof tegen kwamen, zoals de tien overgebleven discipelen van ‘de twaalve’ bij een elfde, namelijk Thomas, ook op ongeloof stuitten. Zo is er bij andere ogenschijnlijk tegenstrijdige berichten te rekenen met de hectiek en het verrassende en het ongelofelijke van wat er na Jezus’ opstanding onder en met de Zijnen gebeurde.

Al moeten we wel bedenken dat de Heere toen en ook nu het ongeloof altijd veroordeelt. En moeten we maar vasthouden aan Jezus’ eigen woorden tot Thomas en tot ons, Zijn laatste zaligspreking: “Zalig zijn zij die niet zullen gezien hebben en nochtans geloofd zullen hebben”, Johannes 20:29.

En nu gaan we weer terug naar de vragen die abonnees ingezonden hebben. Waarvoor dank. Allen hartelijk gegroet van

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 2023

Bewaar het pand | 12 Pagina's

In gesprek (slot)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 2023

Bewaar het pand | 12 Pagina's