‘Leer ons bidden’
De hogepriesters in het Oude Testament hadden drie taken: offeren, bidden en zegenen. Hun werk wees heen naar de komende Messias. De Heere Jezus is de biddende en dankende Hogepriester. Zijn hele leven is een biddend leven. Drie-en-dertig jaar was Hij op deze aarde. Hij bad dikwijls in de eenzaamheid. In de stilte van de nacht sprak Hij met Zijn Vader. Ook zijn er momenten geweest dat Hij bad in het bijzijn van Zijn discipelen. We lezen er onder andere over in Lukas 11. Nadat de Heere Jezus ophoudt met bidden, stelt een van de discipelen een vraag. Hij zegt: ‘Heere, leer ons bidden.’ De kanttekenaren schrijven: ‘Dat is, geef ons een voorschrift voor ons gebed, hetwelk wij mogen gebruiken en naar hetwelk wij onze gebeden mogen richten.’
Het antwoord dat de Heere Jezus geeft, is het Onze Vader. In Mattheüs 6 vers 9 lezen we het gebed zoals wij dat kennen. De Heere Jezus zegt daar: ‘Gij dan bidt aldus: Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid. Amen.’
De Heere Jezus geeft het volmaakte gebed als een voorbeeld voor onze gebeden. En wat hebben we dat gebedsonderwijs hard nodig! Want wij zijn zo egoïstisch, zo ik-gericht. Ook als het om bidden gaat. Komen we niet vaak met ons eigen verlanglijstje? De Heere Jezus wijst er echter op dat er drie andere dingen voorop moeten staan: Gods eer, Gods Koninkrijk en Gods wil. Daar moeten we allereerst op gericht zijn.
De opstellers van de Catechismus staan in hun uitleg zeven zondagen stil bij dit volmaakte gebed. En wat is het elk jaar goed om stukje voor stukje te overdenken. Het afgelopen jaar troffen twee stukjes mij bijzonder. Het was de bede: ‘Uw wil geschiedde.’ De Heere gaf onderwijs. Nee, niet mijn weg, maar Zijn weg is goed. Hij zegt het: ‘Wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven en neme zijn kruis dagelijks op en volge Mij.’ Wat een les om zo achter de Heere aan te komen. Een zelfverloochenende weg, maar toch ook een gezegende weg! De laatste zondag stonden we stil bij de bede: ‘Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze.’ Met daarna de lofprijzing aan de Heere, de almachtige God. Dagelijks hebben we te strijden met de drie doodvijanden. Met de duivel, de wereld en ons eigen boze hart. En … in eigen kracht kunnen we niet één ogenblik staande blijven. We zijn in alles zo diep en stijl afhankelijk van de Heere. Maar armen in zichzelf ziet Hij zo graag aan Zijn genadetroon. En het wonder is dat Hij als de Hogepriester in de hemel altijd bidt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 2020
Criterium | 32 Pagina's
