Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Regels stellen in de praktijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Regels stellen in de praktijk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Stel uw regels’, luidt de titel van dit tweeluik. Waarom is dat belangrijk voor kinderen?

‘Ah, toe nou mam, mag het alstublieeeeft?’ Met smekende ogen kijkt een kind moeder aan en probeert met een allerliefst stemmetje voor elkaar te krijgen wat hij of zij graag wil. Tja, en wat dan? Streng zijn? ‘Ik voel me zo’n strenge moeder als ik op mijn strepen ga staan’ is een uitspraak die ik regelmatig hoor. Dan toch maar toegeven? ‘Dan weet ik zeker dat mijn kind het een volgende keer weer zal proberen om iets voor elkaar te krijgen…’ Inderdaad! Een kind is voortdurend bezig de wereld te ontdekken. Dat is de manier waarop een kind leert en daarvoor heeft het ruimte nodig. De andere kant is dat er ook grenzen moeten zijn, omdat een kind anders niet leert wat hij of zij niet mag. Zoals er in het verkeer regels nodig zijn om chaos te voorkomen, zo is het ook in de opvoeding van de kinderen nodig dat er duidelijk regels zijn, want: duidelijkheid = veiligheid!

Uit het artikel van echtpaar Teerds blijkt dat het stellen en handhaven van regels een bepaalde fijngevoeligheid vereist. Kun je een aantal dingen noemen die ouders helpen hoe zij op een goede manier regels kunnen stellen zonder de relatie met het kind onder druk te zetten?

Het woord ‘fijngevoeligheid’ zegt het al: het gaat over aanvoelen en je bewust zijn van dingen die niet altijd direct zo duidelijk zijn. Allereerst is het goed dat ouders zich realiseren dat zij niet los staan van hun eigen opvoeding. Ouders ontwikkelen ideeën over het opvoeden van hun kinderen aan de hand van ervaringen uit hun eigen jeugd. Dit heeft invloed op de manier waarop we als ouders omgaan met regels (misschien te streng zijn of juist teveel door de vingers zien). Ik spreek bijvoorbeeld ouders die in hun kinderjaren al vroeg zelfstandig moesten zijn of geen aansluiting hadden met leeftijdsgenoten en daardoor buiten de boot vielen. Dit raakt aan een thema als afwijzing. Voor zulke ouders is het vaak (extra) moeilijk om grenzen te stellen en consequent te zijn. Ze zijn gauw geneigd om toe te geven met als achterliggende reden: ‘Ik wil mijn kind een negatieve ervaring besparen’ of ‘Ik heb meer het gevoel een goede ouder te zijn, als ik mijn kind iets toesta’. Daardoor bestaat de kans dat een kind teveel ruimte krijgt en niet (of minder goed) leert om een ‘nee’ te accepteren. Het is goed als ouders zich hiervan bewust zijn en samen nadenken over oplossingen.

Regels stellen we niet voor niets. Het is de bedoeling dat kinderen zich daaraan houden. Aan ouders is de taak om ervoor te zorgen dat dit ook gebeurt. Erg belangrijk hierbij is om niet te lang te wachten met ingrijpen als dit nodig is. Het is goed om geduld te hebben met een kind en te waarschuwen, maar het gevaar bestaat dat we ‘vanuit emotie’ gaan reageren op het moment dat we ‘het helemaal zat zijn’. In zo’n geval staat onze boosheid vaak niet meer in verhouding tot datgene waarvoor we ons kind terecht willen wijzen.

Verder hoor ik regelmatig van ouders dat ze het ene kind beter kunnen aansturen dan het andere. Vaak heeft dit te maken met het karakter van de ouder en het kind. Het ene kind lijkt qua karakter meer op vader en het andere kind meer op moeder. Als karakters meer overeenkomen, zorgt dit ervoor dat ouder en kind elkaar beter begrijpen, waardoor het aansturen makkelijker gaat. Het is goed om als ouders over deze verschillen te praten en van elkaar te leren! Ouders kunnen elkaar op deze manier helpen in het aansturen van de kinderen.

Behalve het stellen van regels is het ook belangrijk om de verantwoordelijkheid van het kind te stimuleren. Hoe verhouden die twee zich tot elkaar? Hoe kun je verantwoordelijkheid van het kind stimuleren en vanaf welke leeftijd kunnen ouders dat het best doen?

Ik begin weer bij de ouders. Heel vaak hoor ik van ouders: ‘Ik hoor en zie mezelf in de kinderen terug.’ Het is ontzettend belangrijk dat ouders zich realiseren dat ze het voorbeeld zijn voor hun kind. Als ouder kun je je kind al op best jonge leeftijd regels aanleren zoals ’je jas netjes aan de kapstok hangen’. Echter, als kinderen bij hun ouders zien dat zij hun jas over een stoel gooien, stimuleert dat de kinderen niet om deze regel wél op te volgen.

In de basisschoolleeftijd kunnen kinderen verantwoordelijkheid dragen voor het doen van kleine klusjes, zoals hun eigen bord opruimen van tafel, speelgoed opbergen of hun eigen fiets in de schuur zetten. Bij pubers wordt deze verantwoordelijkheid groter. Dan gaat het bijvoorbeeld om dingen als verantwoord met zakgeld of bijverdiensten omgaan. In deze leeftijdsfase is belangrijk dat ouders het gesprek aangaan met hun kind over het ‘waarom’ van bepaalde regels en hen laten meepraten bij het opstellen ervan. Een regel zoals: ‘Per maand mag je 10% van je zakgeld uitgeven, de rest moet je sparen’ kan wellicht voorkomen dat een zoon of dochter teveel geld uitgeeft. Echter, zelf verantwoordelijkheid leren dragen voor uitgaven, vraagt om gesprék tussen ouders en kind, over vragen zoals ‘Waar geef je geld aan uit?’, ‘Waarom is het belangrijk dat je spaart?’ etc. Op deze manier gaat een kind het belang ván en het doel áchter bepaalde regels steeds meer zien. Daardoor leert hij of zij langzamerhand steeds meer verantwoordelijkheid dragen.

Regels stellen én handhaven kan best een opgave zijn voor ouders. Kun je een voorbeeld noemen uit je werk waaruit blijkt dat het stellen van regels een positieve uitwerking heeft?

In de gezinnen waar ik kom, zie ik regelmatig dat er een negatieve spiraal is ontstaan. Regels handhaven is vaak één van de zaken die hierin een rol spelen. Ouders erva-ren onmacht omdat de kinderen niet luisteren naar gestelde regels. Samen gaan we dan op zoek naar de positieve kanten: wat zijn de momenten dat het wél goed gaat? Daarna proberen we deze positieve momenten langzaamaan uit te bouwen. We beginnen klein: ouders gaan letten op één specifieke regel en kinderen doen hun best om zich zo goed mogelijk aan deze regel te houden. Zodra dat beter gaat, pakken we er een volgende regel bij. Vaak lukt het dan langzamerhand weer om de positieve dingen te kunnen zien, waardoor de negatieve spiraal doorbroken wordt.


Mevrouw J.A. (Annelien) Siemerink MSc. is orthopedagoog bij KOC Diensten en komt in haar dagelijks werk regelmatig in aanraking met het onderwerp grenzen stellen binnen de opvoeding. Zij geeft, aan de hand van enkele vragen, een reactie op het artikel van echtpaar Teerds en verbindt dit aan de praktijk.


Leestips

• Ruimte door regels, door Sarina Brons-Van der Wekken; Boekencentrum, Zoetermeer, 184 pag., paperback, prijs € 18,50

• Inscherpen, door Ds. P. van Ruitenburg; Den Hertog, Houten, 221 pag., paperback, prijs € 10,90

• Handboek Christelijke opvoeding – deel 3, door dr. J. Stolk e.a.; Uitgeverij Groen, Heerenveen, 560 pag., gebonden, prijs € 14,95

• www.bijbelsopvoeden.nl

• Lesbrieven ‘Schouder aan Schouder’ (KOC Visie)

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2020

Criterium | 36 Pagina's

Regels stellen in de praktijk

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2020

Criterium | 36 Pagina's