Onze inhoudsvolle vertellingen
Het is een goede gewoonte om ’s morgens en ’s avonds onze tanden te poetsen. Zo hebben we letterlijk weer een heerlijk frisse smaak in onze mond. Wat dat betreft, hoeven we ons niet te schamen voor een ander die in onze buurt zou komen. Want de tandpasta zorgt niet alleen voor een goede mondhygiëne binnenin, maar geeft ook een schone luchtstroom naar buiten. En hoe is het met de figuurlijke lucht die we uitademen? De woorden uit het Mattheüsevangelie winden daar geen doekjes om: Maar die dingen, die ten monde uitgaan, komen voort uit het hart, en dezelve ontreinigen den mens. Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen. Deze dingen zijn het, die den mens ontreinigen. (Matth. 15:18-20a). Onze gedachten, woorden en werken stellen ons diep schuldig voor God.
Elke dag komt er een enorme woordenstroom uit onze mond. Maar hoe waardevol is datgene wat wij naar buiten brengen? Wat is de Bijbelse norm voor werkelijke inhoudsvolle verhalen? Laten we er samen eens over nadenken en mogen we samen beseffen hoe belangrijk het is om te smeken om vergeving van al onze ijdele woorden.
Bij het doorbladeren van de Bijbel komen we het woord ‘vertellen’ meerdere keren tegen. Opvallend is dat we het woord vooral zien in teksten waar ook het doel van ‘het vertellen’ te lezen is. Eerst kijken we naar het doel zoals Mozes dat verwoordt in het Bijbelboek Exodus. In hoofdstuk 10 vers 2 lezen we dat de Heere het volk van Israël oproept om over Zijn grote daden na te denken. Met welk doel? ‘Opdet gijlieden weet dat Ik de HEERE ben’. De HEERE wil Zijn volk leren dat Hij de Getrouwe en almachtige God is. Hij is De IK ZAL ZIJN DIE IK ZIJN ZAL.
In Psalm 78 krijgen de ouders een specifiek opdracht om iets te vertellen aan hun kinderen. Wat moeten ze hun vertellen? De tekst zegt: De loffelijkheden des Heeren, Zijn sterkheid en Zijn wonderen. Gods grote daden mogen dus absoluut niet vergeten worden. De opdracht is om deze van generatie op generatie door te vertellen.
De oproep om Gods grote daden te vertellen is echter breder! In deze column is te weinig ruimte om alle teksten langs te gaan. We nemen er nog twee onder de loep. In Psalm 22 roept de dichter op om Gods Naam te vertellen aan zijn ‘broederen’ en in Psalm 66 wekt de dichter Gods kinderen op om elkaar te vertellen welke grote dingen de Heere aan hun ziel gedaan heeft. De grote daden van de Heere moeten dus een centrale plaats krijgen in onze vertellingen. De Heere moet alle eer ontvangen!
De dichter zingt er van. En mogen wij het hem na leren zeggen.
U alleen, U loven wij;
Ja wij loven U, o HEERE;
Want Uw naam, zo rijk van eer,
Is tot onze vreugd nabij;
Dies vertelt men in ons land,
Al de wond’ren Uwer hand.
(Psalm 75:11 berijmd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020
Criterium | 32 Pagina's