Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In Gesprek Met Johan Verduijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In Gesprek Met Johan Verduijn

Voorzitter van het Thuisonderwijsverbond

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens de eerste lockdown in het voorjaar van 2020 werden duizenden gezinnen ineens geconfronteerd met thuisonderwijs. Veel ouders en kinderen waren blij toen de scholen weer open gingen. Voor ongeveer 1100 kinderen in Nederland is thuisonderwijs echter een alledaagse zaak en een bewuste keuze. Ongeveer de helft daarvan heeft een christelijke achtergrond. De redactie ging in gesprek met Johan Verduijn, voorzitter van het Thuis- OnderwijsVerbond (TOV).

Johan Verduijn woont met zijn gezin in Capelle aan de IJssel, is werkzaam bij de Rabobank en daarnaast als bestuursvoorzitter betrokken bij het Thuis Onderwijs Verbond.

Waarom geven jullie de kinderen thuisonderwijs?

Omdat wij geen school in onze omgeving kunnen vinden die past bij onze levensovertuiging. Na lang zoekwerk kwamen wij tot de ontdekking dat het is toegestaan om dan thuisonderwijs te geven. Natuurlijk zijn er ook andere motivaties geweest en later ontstaan, maar dit is wel de kern waarom wij zes jaar geleden besloten hebben om thuisonderwijs te geven. Eén van de bijkomende motivaties is ook het grote voordeel dat er meer tijd en aandacht besteedt kan worden aan persoonlijkheidsvorming als basis van de opvoeding, in lijn met Spreuken 22 vers 6 en Deuteronomium 6 vers 6-7.

Nu is deze beslissing natuurlijk niet zomaar gemaakt en is het een lange zoektocht en proces geweest om tot zo een ingrijpende beslissing te komen. In ons onderzoek zijn wij in gesprek gekomen met andere thuisonderwijzers en deze hebben ons veel kunnen vertellen over de wereld van thuisonderwijs. Je kunt gerust zeggen: ”onbekend maakt onbemind, maar door contacten met andere thuisonderwijzers hebben we veel inspiratie kunnen opdoen. Ook met behulp van het internet is er veel te vinden, vooral uit landen waar thuisonderwijs veel normaler is, zoals bijvoorbeeld Amerika.

Het grappige was dat ikzelf in het begin veel minder enthousiast was dan mijn vrouw. Mijn grote weerstand tegen thuisonderwijs draaide aanvankelijk vooral om de vraag: hoe moet het sociaal? Kinderen gaan toch ook naar school voor sociale vorming. Echter blijkt uit onderzoek dat er bij kinderen die thuisonderwijs krijgen er sociaal zeker geen sprake is van een achterstand. Als ik met mensen spreek over thuisonderwijs is dit ook altijd de eerste vraag is die ik voorgelegd krijg. Blijkbaar wordt de functie van socialisering van het kind door omgang met andere kinderen als een heel belangrijke functie gezien die is weggelegd voor de school. Niet alleen uit de praktijk, ik denk dat mijn kinderen sociaal goed ontwikkelen en ze hebben veel contacten met kinderen uit de wijk, door sportbeoefening en met andere thuisonderwijskinderen. Maar ook principiëler. Want in hoeverre wordt een kind sociaal als het in de kinder-wereld alleen maar draait om wie de sterkste, stoerste of leukste is? Natuurlijk begrijp ik dat de grote mensen wereld niet veel anders in elkaar steekt, maar moet een kind al zo vroeg aan deze invloed blootgesteld worden zonder enige begeleiding? Daar zijn best vragen bij te stellen.

Heeft u zelf negatieve schoolervaringen?

Zeker niet; mijn eigen schoolervaringen en die van mijn vrouw zijn zeer positief. Argumenten voor thuisonderwijs moeten wel zuiver zijn en niet ingegeven door subjectieve persoonlijke ervaringen.

Kan iedereen zomaar thuisonderwijs geven?

Nee, alleen als je duidelijke bezwaren hebt tegen bestaande richtingen. Je kan alleen thuisonderwijs geven op basis van richtingsbezwaar. Dit moet je melden bij de leerplichtambtenaar. Er is de laatste jaren vaak gedoe rondom een vrijstellingsaanvraag, maar in basis is er sprake van een vrijstelling van wetswege. Dat betekent dat als je aan bepaalde eisen vanuit de wet voldoet, je van rechtswege bent vrijgesteld tot het geven van thuisonderwijs.

Op dit moment kan dit alleen worden aangevraagd als je kind nooit eerder is ingeschreven geweest op een school, of dat er na inschrijving (bijvoorbeeld door verhuizing) geen school meer is die past bij je levensovertuiging. Als je de vrijstelling hebt ingediend, dien je zelf voor het onderwijs zorg te dragen. Er is op dit moment geen toezicht of je hier ook voor zorg draagt. De politiek denkt er al langer over na om dit aan te passen zodat er meer toezicht komt op de gezinnen die thuisonderwijs geven.

U bent voorzitter van het ThuisonderwijsVerbond, wat is dat voor een vereniging?

Het ThuisOnderwijsVerbond heeft een christelijk identiteit, gebaseerd op de 66 Bijbelboeken als onfeilbare openbaring, maar is verder niet afgebakend door belijdenisgeschriften. Dat levert een divers gezelschap op van orthodoxe christenen met een levensstijl zonder tv en/ of internet tot evangelisch georiënteerde christenen die vaak geen passende school in hun omgeving kunnen vinden. Ongeveer 60 gezinnen zijn lid.

U geeft aan dat er op dit moment nauwelijks enige vorm van controle op het thuisonderwijs is. In ieder geval is de trend in de politiek dat er (veel) meer inspectiecontrole op het thuisonderwijs gaat komen. Hoe bereidt het TOV zich hierop voor en welke gevaren ziet zij hierbij?

We voeren al tien jaar lang een actieve lobby. Het huidige model is politiek onhoudbaar. Als je het principi-eel beschouwt is er in mijn overtuiging al langere tijd sprake van een beweging van wantrouwen richting de burger en controledwang. Als voorbeeld noem ik de toeslagenaffaire, waarbij er geacteerd is vanuit wantrouwen in plaats van vertrouwen. Dezelfde principes zie je heel goed terug in de gesprekken met de overheid over nieuwe wetgeving rondom thuisonderwijs en dat is zorgelijk.

Hoe kijken jullie aan tegen Burgerschapsonderwijs?

Deze vraag beantwoord ik op persoonlijke titel en niet als vertegenwoordiger van mijn leden. Burgerschapsonderwijs is naar mijn mening ingegeven vanuit de wens om een ‘product‘ te creëren die voldoet aan de wereldvisie van een atheïstische overheid en/of meerderheid. De paradox van liberaal Nederland is dat er gezegd wordt dat alles mag, maar dat een afwijkende mening van een minderheid niet wordt getolereerd. In burgerschapsonderwijs schuilt het gevaar dat de overheid te veel de inhoud van de lesstof gaat bepalen en de pluriformiteit van de samenleving niet meer (wenst) te respecteren. Dat is iets waar ik mij altijd tegen zal verzetten.

Zijn jullie ook in gesprek met de politiek?

Wij voeren jarenlang al een actieve lobby en zijn met het ministerie van onderwijs regelmatig in gesprek geweest over dit dossier. Ook met politieke partijen is er veel contact. In onze lobby is er steun vanuit CU, SGP (Bisschop) en CDA. Op dit moment ligt er een conceptwet klaar die het toezicht beoogt te regelen. Ondanks onze lobby lijkt er toch een onwerkbare situatie te ontstaan als deze wet wordt aangenomen en het is nu afwachten hoe zich dit na de formatie gaat ontwikkelen. Recent heeft de onderwijsraad een heel kritisch rapport geschreven over deze wet, waarin veel bezwaren staan die wij ook al meermaals hadden geuit. Hopelijk helpt dat!

Wat hebben de leden van de TOV gemeenschappelijk?

Het verbindend karakter van de TOV is dat alle leden een richtingbezwaar hebben (LPW 5b) en geen passende school kunnen vinden. Positieve zaken van christelijke thuisonderwijzers die ons aan elkaar verbinden binnen de vereniging zijn:

• De ouder ervaart verantwoordelijkheid voor de opvoeding inclusief het onderwijs van het kind. Mensen zijn ook lid om deze verantwoordelijk invulling te geven. Zo bieden wij intervisie aan, waarbij getrainde groepsbegeleiders, met de ouders casussen door spreken om hun onderwijs te versterken.

• Als thuisonderwijzer ben je toch vaak een uitzondering. Op ledendagen ervaren wij een nauwe verbinding onderling, omdat wij gezamenlijk tot de conclusie gekomen zijn dat thuisonderwijs het meest passende is voor het gezin op basis van de interpretatie van de Bijbel en het feit dat er geen passende school is te vinden.

• De mogelijkheid om historische opvolging, bijvoorbeeld het beroep van vader/moeder, door te geven. Daardoor hebben leden vaak een nauwe aansluiting bij een lange familiehistorie.

Verder is het interessant om te constateren, dat ondanks alle verschillende achtergronden er best veel overeenkomsten zijn. Ik denk dat de thuisonderwijzers vaak een beetje eigenwijs zijn in de positieve zin van het woord. Ze denken goed na over hun positie in de maatschappij en hoe ze zich hiertoe verhouden, bijvoorbeeld hun gezonde eetgewoonten, de liefde voor de natuur, kritisch op gebruik van social media en dergelijk.

Vier keer per jaar hebben jullie een ledendag, hoe ziet een dag er dan uit?

Dat verschilt per dag, maar centraal staan kennisdeling, ontmoeting en de kinderen zelf. Zo kunnen kinderen bijvoorbeeld een ‘spreekbeurt’ of iets anders presenteren, wordt er een lezing gehouden of doen wij een groepsactiviteit. Wij willen onze leden helpen met hun kinderen klaar te maken voor de maatschappij en daar ligt de focus. Daarmee bedoel ik overigens wel dat de focus iets nadrukkelijker ligt op thema’s zoals geloofsopvoeding, karaktervorming en secundair op het onderwijs zelf. Daarmee wil ik niet zeggen dat het onderwijs daardoor te weinig aandacht krijgt of van minder niveau is, maar meer om de duiding van verantwoordelijkheden weer te geven. Een opvoeding is uiteindelijk alleen succesvol als de kinderen de wegen des Heeren mogen bewandelen (ook al hebben we dat niet zelf in de hand). Overigens worden ook buiten de ledendagen om andere groeps activiteiten onderling tussen leden en niet leden georganiseerd in andere samenwerkingsverbanden (groepsapps etc.).

Gezinnen die in de lockdown thuis onderwijs gaven, kregen lespakketten van school mee. Hoe geven jullie het onderwijs vorm?

Er wordt veel gebruik gemaakt van de (Engelstalige) methode ACE (aceministries.com). Deze methode gaat uit van een christelijk holistisch wereldbeeld. Er zijn ook gezinnen die minder methodische te werk gaan en een leerrijke omgeving aanbieden en de motivatie van het kind als uitgangspunt nemen en per vak het best passende uitkiezen. Onderling wordt veel overlegd en uitgewisseld over methodes en wat bruikbaar is voor het kind.

Kinderen die thuisonderwijs krijgen, missen toch het opgroeien in een groep?

Voor veel leden is dit juist een extra argument om thuisonderwijs te geven. Er is soms twijfel aan de functionaliteit van groepsgedrag in de kindertijd: ‘Je gooit je kinderen zonder enige voorbereiding in een groep met andere kinderen en niemand heeft wijsheid (n.a.v. interpretatie van Spreuken 29 vers 15b: een kind dat aan zichzelf gelaten is, beschaamt zijn moeder; zie ook de kanttekening). Het gevolg is slecht gedrag. Een kind moet eerst gevormd worden en dan begeleid deelnemen in de groep (zoals bijvoorbeeld op een ledendag of bij gezamenlijke groepsactiviteiten). Op scholen zie je ook veel negatieve gevolgen van groepsdruk en groepsgedrag. In de beschermde omgeving van het gezin kunnen ouders veel meer invloed uitoefenen op de persoonsvorming.

Kan die persoonsvorming in een situatie van thuisonderwijs dan beter plaatsvinden?

Volgens mij wel. In de grootschalige vorm van onderwijs in een school zijn de mogelijkheden voor persoonsvorming beperkt. Groepsdruk is daarbij een belangrijk negatief aspect. Hoe groter een gemeenschap, hoe meer kans het individu krijgt om zijn eigen pad te volgen omdat de controle van volwassenen afneemt. Met groepen van rond de 25 leerlingen krijgt het onderwijs steeds meer het karakter van de overdracht van feitelijke kennis. Je kan onderwijstijd immers maar één keer gebruiken. Persoonsvorming van jongeren gebeurt het meest door de omgang met vrienden/vriendinnen op school en in de thuissituatie en in mindere mate door het feitelijk onderwijs op de school zelf. Ondertussen gaan ouders ervan uit dat de school veel taken van de opvoeding overneemt en zoals ik al eerder zei kun je daar best wat kanttekeningen bij plaatsen.

Welke vrienden hebben uw kinderen, hoe krijgen ze gelegenheid om vrienden te maken.

We hebben een hecht familieleven; veel neefjes en nichtjes. Ook doen de kinderen mee aan ‘co-op’; dat zijn gezamenlijke opdrachten met kinderen van andere thuisonderwijzers. Gezamenlijke gym is er ook een tijd geweest. Verder hebben we contacten in de wijk, maar dat laatste wel vanuit het bewustzijn dat de omgang met niet-christelijke gezinnen binnen grenzen plaatsvindt. Daarnaast spreken ze ook vaak af met andere kinderen om gewoon met elkaar te spelen.

Op welke manier volgen jullie de kinderen in hun ontwikkeling?

Niet met een leerlingvolgsysteem, maar vooral door het er met elkaar over te hebben. Je spiegelt e.e.a. aan de literatuur. Omdat je één op één onderwijs geeft, weet je precies wanneer een kind iets snapt of niet. Pas dan neem je de volgende stap. Stap voor stap onderwijs is feitelijk ‘leerlingvolgend’ op een natuurlijke manier.

Het is nu thuisonderwijs versus schoolonderwijs. Wat is voor u de ideale situatie?

Thuisonderwijs blijft alleen openstaan voor richtingsbezwaar. Het mooiste zou zijn als je per jaar zou kunnen bepalen wat je wenst; meer hybride. Ook de nieuwe wet gaat dat echter niet toestaan. Een vrije toegang tot beide opties zou ideaal zijn, maar dat zit er niet in.

Wat kunnen scholen leren van de praktijkervaringen van leden van het TOV?

Er is een tendens dat scholen bijna voor alles verantwoordelijk worden gehouden, maar dat is niet juist! Ouders zijn en blijven primair verantwoordelijk voor de vorming van hun kinderen: hoeveel tijd besteden ze thuis hieraan? Hoeveel tijd brengen ze met hun kind door? Verdiepen ze zich in de ontwikkelingsfase van hun kind? Lezen ze wel eens een goed boek hierover? Als school kun je hier en helpende hand in bieden in de vorm van selectie van boeken, lezingen, folders etc. Geef als school richting aan ouders en geef ook eerlijk aan dat je als school grenzen hebt voor wat betreft de mogelijkheden van persoonsvorming.

Hoe maken we kinderen weerbaar tegen seculiere invloeden? Kan de school een groot gezin zijn waarin gewetensvorming op een goede manier gestalte krijgt?

Het is belangrijk om de identiteit meer dan alleen feitelijk uit te dragen door gewoonten. Natuurlijk is feitenonderwijs en leerstellige catechese belangrijk, maar alleen daarmee raak je het hart niet. De positieve uitzondering uit mijn eigen middelbare-schoolperiode was de leraar die bij de opening of persoonlijk het gesprek met je aan ging over geloof. De vanzelfsprekendheid is er wel uit en diepe bezinnen op dit thema zou echt mijn advies zijn aan iedereen die een verantwoordelijkheid draagt, dus naast school ook de ouders en de gemeenten.

Vindt u het belangrijk dat we (nog) reformatorisch onderwijs hebben in Nederland?

Jazeker, dat is essentieel in het kader van onderwijs- en gewetensvrijheid. Ik vind het zeer belangrijk dat bijzonder onderwijs en godsdienstonderwijs gehandhaafd blijft. Met onze keuze is het zeker niet de bedoeling om het hele stelsel ter discussie te stellen en laten we andere gezinnen vrij in hun keuze. En daar hoort maximale keuzevrijheid wat school betreft voor mij helemaal bij!


Over de vereniging Thuisonderwijsverbond

Op de website thuisonderwijsverbond.nl presenteert de vereniging zich: ‘Wij zijn een groep enthousiaste ouders die op de scholen in onze omgeving geen aansluiting konden vinden op grond van onze christelijke levensovertuiging. Wij onderwijzen onze kinderen zelf, en kijken vanuit het perspectief van ons geloof naar alle facetten van het leven. (…) Omdat het opvoeden en onderwijzen van onze kinderen juist vanuit onze levensovertuiging een kernwaarde is, nemen we onze taak als thuisonderwijzers zeer serieus. Met dankbaarheid zetten we ons elke dag in voor onze kinderen. Thuisonderwijs is het ultieme onderwijs op maat, dat per kind verschilt en altijd dynamisch is. Het geven van thuisonderwijs vraagt dan ook volle aandacht van de ouders.’

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2021

Criterium | 32 Pagina's

In Gesprek Met Johan Verduijn

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2021

Criterium | 32 Pagina's