Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rijke armen en arme rijken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rijke armen en arme rijken

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit themanummer handelt over kinderen en de toekomst. Kinderen in ontwikkelingslanden hebben een heel ander toekomstperspectief dan kinderen in het rijke westen. Het is goed om daar met onze kinderen over te spreken. Elke maandagmorgen wordt er zendingsgeld opgehaald. Met enige regelmaat wordt er over zendingsactiviteiten gesproken, over Woord en daad. In dit artikel proberen we dit iets dichterbij te brengen.

Voedselproblematiek

We weten dat veel kinderen in ontwikkelingslanden ondervoed zijn. Ondervoed zijn betekent onvoldoende voedsel — als bron van energie — te ontvangen om alle noodzakelijke arbeid te verrichten én onvoldoende stoffen voor de groei en het onderhoud te ontvangen. Vitale stoffen, zoals eiwitten, mineralen en vitaminen, kunnen bij het ontbreken ervan tot ziekten, lichaamsgebreken en zelfs tot de dood leiden. Onvoldoende voeding, meestal samengaand met een gebrekkige hygiëne, leidt tot hoge kindersterfte en een gemiddeld lage leeftijd.

De hoofdoorzaak van een slechte voedselvoorziening is de slechte verhouding tussen de bevolkingsgroei en de landbouwontwikkeling. In de rijke industrielanden is met behulp van nieuwe technologieën de voedselproductie sterker toegenomen dan de bevolkingsgroei. Daardoor is onze voedselvoorziening kwalitatief en kwantitatief sterk verbeterd. Er is zelfs sprake van een zekere overdaad en verkwisting. Ook zijn er voedseloverschotten ontstaan.

In de arme landen is de voedselproductie bij de bevolkingsgroei sterk achtergebleven. Voor de landbouwontwikkeling is men aangewezen op de lokale hulpbronnen en mogelijkheden en daar liggen allerlei beperkingen, zoals: ongunstige klimaatomstandigheden (waaronder slechts een korte tijd van het jaar regenval); van nature onvruchtbare gronden; een slechte ontsluiting van het platteland, alhoewel daar meestal een groot deel van de bevolking woont; ongunstige toestanden op het gebied van de rechten van landgebruik; weinig beschikbaar kapitaal; een laag niveau van onderwijs in alle geledingen met veel analfabetisme; teveel om op te noemen.

Is er verbetering mogelijk?

Technisch, landbouwkundig en economisch gezien - en menselijkerwijs gesproken - kan het antwoord op de vraag of verbetering mogelijk is, bevestigend zijn. De voornaamste oorzaak waarom de ontwikkelingen worden afgeremd is het ontbreken van kennis, inzicht en ervaring bij de plattelandsbevolking om de ontwikkeling te versnellen; het ontbreken van de innerlijke drijfveren tot vernieuwing en de binding aan het traditionele. Om deze weerstanden te overwinnen is in de eerste plaats beter onderwijs nodig: de mensen moeten leren zichzelf te helpen. Ontwikkelingshulp is daarom gericht op het vergroten van de weerbaarheid en de zelfredzaamheid van de lokale bevolking. We kunnen ze beter een hengel geven en leren vissen dan dat we voedsel uitdelen. Het geven van onderwijs is daarom van groot belang. Daarnaast is het van belang om verspilling tegen te gaan. Daarom is duurzaamheid ook een belangrijk thema. We moeten leren van de fouten die we in de industrielanden hebben gemaakt. In deze landen moeten allerlei maatregelen genomen worden tegen te veel stikstof of de opwarming van de aarde. In de arme landen mogen deze fouten niet opnieuw gemaakt worden!

Een tweede belangrijke oorzaak is de onvoldoende aandacht van vele regeringen in arme landen voor de landbouw en het platteland. Indrukwekkende industrieprojecten, in navolging van de ontwikkelingen in de industrielanden, spreken in het algemeen veel sterker aan dan de kleinschalige landbouwontwikkelingen. En waar de landbouw collectief opgezet wordt, loopt het nogal eens uit op een fiasco. Er is vaak sprake van wanbestuur en corruptie. Daarom is het van groot belang dat de lokale hulpbronnen werkelijk tot ontwikkeling worden gebracht. Er is dus alle reden om een deel van onze rijkdom - geld, kennis en ervaring - ten nutte van onze naaste aan te wenden en hen bij de economische ontwikkeling behulpzaam te zijn. Het is ook onze dure plicht. Met onze bezitsdrang doen wij ook onrecht aan de arme landen in deze wereld. Een klein deel van de wereldbevolking heeft bijna al de rijkdom in handen. De landen van de Derde Wereld mogen functioneren als leveranciers van goedkope grondstoffen en als afzetgebied van soms minderwaardige producten.

In dit licht gezien zullen we ons moeten beraden op onze grote rijkdom en welvaart. Het legt op ons een zware verantwoordelijkheid om onze naaste - ook onze verre naaste - hierin te doen delen. Dit biedt dan de gelegenheid om het Evangelie door te geven, in Woord en daad. Van brood naar het Brood des levens. Het is opmerkelijk dat er in de ontwikkelingslanden zoveel belangstelling is voor het Woord. Wat is men daar blij als er Bijbels, Bijbelverhalen of meditaties worden uitgedeeld. Zien onze kinderen ook zo reikhalzend uit naar het Woord? Ontwikkelingswerk opent de mogelijkheid om het Evangelie door te geven, onder beding van Gods zegen. Echter, de overdracht van onze welvaart naar armere landen heeft ook nadelige neveneffecten: welvaart gaat veelal gepaard met status en luxe.

Status en luxe

Status en luxe speelt in het rijke westen een grote rol. In de eerste plaats heeft status te maken met bezit: je hebt bepaalde dingen die ook door anderen begeerd worden, maar die niet iedereen zich kan permitteren (luxe). Jij hebt dat wél. Dat geeft je status. In de tweede plaats heeft het te maken met positie: door geboorte of door hard werken ben je in ‘de goede hoek’ terecht gekomen.

Je bent opgeklommen. Dat geeft je aanzien. Deze twee zaken gaan vaak hand in hand. Bezit zal meestal bijdragen aan je positie. En een goede positie zal je bezit doen toenemen. In beide gevallen ben je iets, of heb je iets dat een ander niet heeft. Je onderscheidt jezelf dus van je omgeving.

Statussymbolen in Afrika

Mensen die een bepaalde status hebben, willen dat ook graag laten zien. Het moet tot uiting komen! Ieder dorp in Afrika wil graag een eigen school, een kliniek, een kerk (of moskee), een postkantoor en ook elektriciteit. Dat zijn de statussymbolen van een gemeenschap. Ze zijn niet alleen belangrijk en nodig, ze geven ook aanzien. Daarom moet er ook een goede marktplaats zijn: dat maakt het dorp bekend in de wijde omtrek.

Ook op het persoonlijk vlak heeft ieder zijn wensen. Als je eerst maar eens een fiets hebt of een horloge! Ook een zonnebril en een mobiele telefoon horen daarbij. Zo is er wel meer dat het hart begeert: een bed en matras, een motor of een televisie, een positie bij de overheid, mooie kleren of een uniform, het hebben van meerdere vrouwen, in de stad wonen, veel gereisd hebben, goed Engels kunnen spreken.

Nut en noodzaak

Als je eens goed kijkt naar al deze dingen, dan valt het allereerst op dat ze niet eens allemaal zo nuttig zijn. Iemand met een horloge komt bijvoorbeeld nog steeds te laat op zijn werk. In Afrika is men niet gewend op tijd ergens aan te komen. Velen dragen zelfs een horloge dat allang niet meer loopt. De mobiele telefoon die men in de hand houdt doet het in veel gevallen ook niet. Onderwijs is wel belangrijk voor de mensen, maar het motief is vaak een springplank voor wat anders. Hóe je een diploma behaald (bijvoorbeeld met list of bedrog) is dan ook niet zo belangrijk als het feit dat je zo’n diploma aan de muur hebt hangen. Een waterput of goede latrine zou natuurlijk erg praktisch zijn, maar geeft lang niet zoveel status (sociale waarde) als het houden van een dure feestmaaltijd. Het is opvallend is dat de meeste van deze statussymbolen verdacht veel lijken op die van ons. Onweerstaanbaar dringt de indruk zich aan je op dat men gewoon probeert het (rijke) westen na te doen. En hoe komt dat nu? Hebben wij in Afrika soms een vals beeld opgeroepen van de grote man, de gelukkige vrouw? Met die vraag moeten we maar eens tot onszelf inkeren. De westerse cultuur met haar concurrentiegeest en haar hang naar individuele belangen werkt verwoestend in op de gemeenschapsverbanden van Afrika. Het is mogelijk dat we, ook via het zendingswerk, onbewust en onbedoeld allerlei verlangens hebben wakker gemaakt die niets te maken hebben met het Woord van God en het heil in Christus.

Welvaart in Nederland

Wat een welvaart! Wat een luxe! Je wrijft je ogen uit, als je het vergelijkt met Nederland. Ons land is vol wegen en de wegen zijn vol auto’s en de dorpen vol nieuwbouw en de supermarkten vol eten, en nog is het niet genoeg. Het geklaag en gesteun dat desondanks opstijgt, is dan ook erg ongepast. We klagen met het brood in onze mond. Sociale voorzieningen als bij ons zijn in Afrika ondenkbaar. Om nu maar te zwijgen van de stromen alcohol en genotsmiddelen waardoor stedeling en agrariër beneveld wordt. Er is kennelijk geld in overvloed.

De statussymbolen waar men in Afrika naar lonkt, doen het hier dan ook allang niet meer. Bij ons ben je wat als je in een dure auto rijdt, als je een tweede woning hebt of een plezierboot. En natuurlijk ga je op wintersport. Dat is in! Zijn we nu echt rijk of is dit eigenlijk erg arm?

De echte rijken

Het is allemaal begonnen in het Paradijs! We zijn gevallen uit de staat der rechtheid. Dood gevallen, peilloos diep. Wat kinderen in Nederland én in Afrika nodig hebben is ontdekt te worden aan onze gevallen staat en overgezet te worden in de staat der genade, in een verzoende betrekking met God. Alleen dan hebben de kinderen toekomst, waar ze ook wonen! God zoekt onwaardigen, degenen die hun stand en status niet langer kunnen ophouden, die overal doorheen zakken en door de knieën gaan. God toevallen in Zijn heilig recht. Die in ’t stof lag neergebogen…. wordt door Hém weer opgericht! Gewassen in Zijn bloed. Wie is aan onze God gelijk, Die armen opheft uit het slijk….? Dan is er geen reden voor zelfverheffing, maar alleen een walg aan jezelf en een bukken voor Jezus Christus, Die Zichzelf heeft vernietigd en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen. Dus geen bijzondere mensen, maar een volk dat zijn afkomst nooit kan vergeten. Heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld, om rijk te zijn in het geloof? (Jak. 2 : 5b).

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2021

Criterium | 32 Pagina's

Rijke armen en arme rijken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2021

Criterium | 32 Pagina's