Bewegen is gezond

In hoeverre vindt u beweging belangrijk voor de gezondheid van een kind?

Net zo belangrijk als gezond eten. Gelukkig spelen veel kinderen veel buiten. Bewegen is ook niet voor niets een aspect van de gezonde school.

Wat verstaat u onder bewegingsonderwijs en wat is het doel?

Dat je een kind beter leert bewegen dan hij of zij op dat moment kan. Dit moet goed gefaciliteerd worden en de meest passende leermethode moet worden ingezet voor het type leerling. Dat vraagt dus onderwijs.

Het doel vanuit de overheid is in het kort: kinderen bekend te maken met de bewegingscultuur en ze hier beter in te maken.

Is de gymles volgens u afdoende voor het hebben van voldoende beweging?

Alleen een gymles is te weinig beweging. Veel onderdelen zijn lichamelijk niet intensief, maar verbeteren wel de motoriek. Denk bijvoorbeeld aan het balanceren over een touw. Wil je een gezondheidseffect bereiken met beweging, dan zou dat kunnen door middel van bijvoorbeeld drie keer in de week hardlopen. Eén gymles in de week volstaat daarvoor dus niet.

Wat vindt u de toegevoegde waarde van een gymles?

Kinderen leren hun lijf beter te besturen. Dit verlaagt de drempel om buiten de gymles aan allerlei spelletjes mee te doen waarin bewegen belangrijk is. In de gymles komen daarom ook spelletjes aan bod die in onze beweegcultuur passen en die passen bij de leeftijd van kinderen in het basisonderwijs. Bovendien zijn deze spelletjes eenvoudig thuis aan te schaffen en uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan tennis (met een bal), volleybal, waveboarden en fitness.

Kunt u wat voorbeelden noemen van lesdoelen tijdens de gymles?

Een voorbeeld bij een les fitness zou kunnen zijn: kennis van en ervaring met fitness opdoen waarbij de spiergroepen van het hele lijf aan bod komen.

Wat ik ook weleens als een lesdoel inzet is het opzoeken van een oefening waarbij de leerling nog net in balans kan blijven. Dit verschilt natuurlijk per leerling. Voor de ene leerling is dit de omgekeerde bank, voor de andere is dit de omgekeerde bank in de touwen. Of, nog een stapje moeilijker: met je ogen dicht, op je tenen, achteruit over een omgekeerde bank lopen die om de lengteas kan draaien.

Nog een ander voorbeeld: beter worden in het ontwijken van een bal, zowel naar links als rechts. De leerling krijgt daarbij snel elkaar opvolgende ballen naar zich toe geworpen en moet deze bukkend of springend zien te ontwijken.

Heeft u een persoonlijke voorkeur voor bepaalde gymactiviteiten en zo ja: waarom?

Ja, mijn voorkeur gaat uit naar beweegactiviteiten die thuis te realiseren zijn, omdat leerlingen dan kunnen werken aan meer beweegtijd buiten de gymles om.

Zijn er ook aspecten van de gymles die u bewust anders doet dan andere gymdocenten? Waarom (niet)?

Ja, het liefst maak ik een programma waarin beweging zoveel als mogelijk wordt gemotiveerd. Zo verander ik bij slagbal het aantal ballen van 1 naar 3 om meer leerlingen tegelijk in beweging te krijgen. In de praktijk gebruik ik bij slagbal daarom ook graag hindernissen, grotere ballen op een statief en een grote knuppel van foam. Het spel wordt door deze verandering veel intensiever dan het oorspronkelijke spel is.

Welke tips zou u mee willen geven aan ouders over beweging bij kinderen?

Investeer in spullen om te bewegen. Denk daarbij aan eenvoudige materialen als een glijbaan en een schommel. Tegelijkertijd zijn de bewegingsmomentjes in en om huis ook al positief te waarderen, zoals de koprol op papa’s bed. Deze oefeningen kunnen kinderen minder bang maken voor bewegen en meer zelfvertrouwen geven.

Moedig kinderen aan. Soms wil een kind een gevaarlijke sprong maken of de hoogte in klimmen en wordt daar afwijzend op gereageerd. Het beschermen van kinderen is zeker belangrijk, maar door hen af te remmen in hun bewegingen worden ze niet vaardiger. Beschermen kan ook door als ouder als vanger onder het kind te gaan staan. Op die manier wordt het kind vaardiger en krijgt het meer vertrouwen in de talenten die het heeft gekregen.

Laat het spel aansluiten bij de leeftijd van het kind. Je hebt nogal eens te maken met een ouder kind en een jonger kind die samen uitgedaagd moeten worden in een spel. Het helpt beide kinderen als je de regels wat aanpast in het voordeel van de jongste speler. Bij tennis kun je bijvoorbeeld zeggen dat de bal vaker mag stuiteren of maak je het veldje kleiner, zodat het oudere kind de bal heel netjes moet aanspelen. Op die manier bied je beide kinderen een uitdaging.

Avelien Geneugelijk en Willemien Huibers-van Laar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen