Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alles anders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alles anders

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ron vermoedt dat zijn vader een dubbelleven heeft geleid. De neef van zijn vader, Gerben, blijkt er meer van te weten. Ron gaat naar de politie.

Hij keek mij met grote ogen aan en zei dat het misschien goed was als we een poosje de stad uit zouden gaan.

In een flits gingen de gebeurtenissen van de laatste tijd aan mij voorbij.

“Wil je mij het adres en de sleutel van de garagebox in Putten geven, Ron?” vroeg De Graaf.

“We willen daar graag even rondkijken. Misschien zien we dingen die jou niet opgevallen zijn. Politiemensen kijken nu eenmaal anders dan gewone burgers.”

Ik haalde de sleutel van de bos die ik nog steeds in mijn zak had en gaf hem die.

“Denkt u dat mijn vader… ?” Ik moest het vragen en kon het niet, omdat ik ook bang was voor het antwoord. “We moeten niet vooruit lopen op de dingen, Ron.” Hij keek mij met zijn lichtbruine ogen vriendelijk aan. “We moeten eerst nog het een en ander onderzoeken. We houden jullie op de hoogte. Als je nog iets te binnen schiet, zeg het alsjeblieft zo snel mogelijk tegen mij, of als ik er niet ben, tegen een collega. Maar doe intussen voorzichtig. Ga alsjeblieft niet zelf dingen ondernemen. Het kan gevaarlijk zijn.”

Ik beloofde het en even later vertrokken ze. Bij de deur draaide De Graaf zich om en vroeg of hij het mobieltje van mijn vader mee mocht nemen. Ik knikte en haalde hem op. Misschien kunnen ze bij de politie er wel iets mee beginnen, dacht ik. Met een leeg gevoel bleef ik achter. Wat moest ik doen in de tijd dat ik wachtte op mijn moeder? Ik liep net naar mijn kamer toen de deurbel ging. Het was Gerben. Hij begon al te praten, terwijl ik de deur nog maar net open had.

“Ik had geen moment rust nadat je gebeld had. Ik moest gewoon hier naartoe. Is je moeder er nog niet?”

Ik zei dat ze er nog niet was. Hij trok zijn jas uit en hing die op de kapstok. Ik liep met hem mee naar de kamer. “Wil je wat drinken? Ik heb tenminste zelf wel behoefte aan iets versterkends.”

“Laten we een bak sterke koffie nemen,” zei hij en ging op de bank zitten. “Ben je bij de politie geweest?”

“Ja, daar ben ik direct naartoe gegaan toen ik bij jou vandaan kwam. En ze zijn ook al hier geweest om een notitieboekje en de mobiel van mijn vader op te halen.” “Notitieboekje? Daar had je mij niets over verteld.” Hij keek naar mij op. “Wil je mij alles vertellen wat er de laatste dagen gebeurd is, Ron? Misschien kan ik jou en je moeder een beetje helpen in de moeilijke dingen die jullie meemaken.”

Ik vertelde hem dat ik het boekje gevonden had in het kantoor van mijn vader en dat er allemaal codes in stonden. Ook vertelde ik hem dat er ’s nachts brand geweest was in het kantoor nadat ik er ’s morgens geweest was. Hij keek mij met grote ogen aan en zei dat het misschien goed was als we een poosje de stad uit zouden gaan.

Je kon maar nooit weten. Het leek mij wat overdreven, maar hij bleef er bij dat hij het met mijn moeder wilde overleggen. Ik knikte en ging naar de keuken om twee kopjes koffie te zetten. Intussen tolden de gedachten door mijn hoofd. Kon ik wel alles aan deze Gerben vertellen? Hij was na de dood van mijn vader wel erg plotseling uit de lucht komen vallen. Was het wel zo toevallig? Ik was de laatste dagen te vaak geconfronteerd met dingen die ik nooit verwacht had. Was Gerben wel te vertrouwen? Was hij echt een neef van mijn vader? Maar mijn moeder had hem herkend en ze vertrouwde hem. Hoewel, zei dat eigenlijk wel wat? Ze had mijn vader immers ook vertrouwd. En nu bleek hij een… Ik wilde niet aan het woord denken. Maar het flitste steeds door mijn hoofd. Crimineel. Was mijn vader een crimineel? De Graaf had hier geen antwoord op gegeven. Maar hij zei ook niet dat het niet zo was. Ik voelde hoofdpijn opkomen. Intussen was de koffie klaar en ik liep ermee naar de woonkamer. Ik ging tegenover hem zitten en probeerde nergens aan te denken. Kon ik mijn gedachten maar uitzetten! Kon ik alles maar terugdraaien. Een intens eenzaam gevoel kwam over mij heen als een koude natte deken. Ik dreigde er in te stikken. Kwam mijn moeder maar thuis, dacht ik. “Wat een akelige situatie is dit, waar jullie in terecht gekomen zijn.”

Gerben poetste zijn bril en keek mij strak aan. “Kunnen jullie dit aan, Ron?”

Hoe weet je of je dingen aan kunt? In een flits gingen de gebeurtenissen van de laatste tijd aan mij voorbij.

Hoe ik door Treur uit de klas gehaald was, zo was het begonnen. Toen het wrak van mijn vaders auto en dan mijn vader zelf. Ik slikte. Hoe zou ik dit allemaal aankunnen? Wie kan dit aan? De ontdekking op het kantoor van mijn vader, het notitieboekje.

“Ik weet het niet. Maar we hebben geen keuze…”

Toen hoorde ik de voordeur en mijn moeder kwam de kamer in. Ze keek van de een naar de ander en zette haar tas op de grond.

“Wat is er aan de hand? Waarom is Gerben hier?” Ze keek mij aan en ik las in haar ogen niet alleen bezorgdheid maar ook angst. Ze had nadat ze mij gebeld had niets meer gehoord en kon onmogelijk weten wat er deze middag gebeurd was. Ik zei dat ik koffie voor haar zou inschenken en dat ik dan alles zou vertellen. Toen ik weer in de kamer kwam, zat ze op de stoel te wachten. Ik had geen woord tussen Gerben en haar gehoord. Had dat iets te betekenen? Ik wist het allemaal niet meer en begon maar te vertellen wat ik in Putten ontdekt had. Van de adressen in Eindhoven en Amsterdam en alles wat ik gedaan had totdat Gerben voor de deur stond. Ze was steeds bleker geworden en ik constateerde dat er niets meer over was van haar fijne dag uitwaaien op het strand.

“Wat moeten we doen?” vroeg ze. Ze stelde de vraag aan niemand in het bijzonder.

“Ik denk dat het beter is dat jullie een poosje de stad uit gaan.” Gerben keek haar bezorgd aan. “Ik denk dat dat beter is voor jullie veiligheid. In elk geval tot de politie meer weet.”

Mijn moeder keek naar mij en knikte.

“Wat denk jij er van Ron?”

Ik knikte langzaam. Misschien had Gerben wel gelijk. Gerben stond op en gaf aan dat hij zou bellen met een bevriende makelaar en wat zou proberen te regelen.

“We moeten hier geen gras over laten groeien. Ik vind het niet vertrouwd hier lang mee te wachten.”

Mijn slapeloosheid begon de nacht nadat ik in Putten en Eindhoven geweest was. Ik lag steeds te denken aan alles wat er gebeurd was. Misschien was de dood van mijn vader wel een afrekening in het criminele circuit. Hadden ze aan zijn auto geknoeid zodat het een ongeluk zou lijken? Wie waren die ‘ze’? Waren wij wel veilig? Wisten ze van ons bestaan? Ons adres? Het kantoor van mijn vader, hadden ze die in brand gestoken om sporen uit te wissen? In de garagebox waren ze bijna zeker niet geweest, gezien de beveiliging en de honden daar. Had mijn vader voor de veiligheid de camera in de hal van onze flat opgehangen? Bij ieder gerucht lag ik als verstijfd in bed. En in een appartementengebouw zoals waar wij wonen zijn er haast altijd wel geluiden te horen. Als ik de lift hoorde, vroeg ik mij af wie er in zou staan en waar die heen ging. Als ik een deur hoorde, dacht ik dat er misschien iemand naar ons appartement kwam…

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 september 2019

Daniel | 32 Pagina's

Alles anders

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 september 2019

Daniel | 32 Pagina's