Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als een ster #4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als een ster #4

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jade heeft verteld dat ze zwanger is en daarom zelfmoord wilde plegen. Ze is door haar vriend verkracht. Maar tijdens het vertellen krijgt Jade ineens hevige pijn.

Bezorgd legt hij een hand op haar schouder. “Jade, wat is er? Heb je pijn?” Ze tilt haar hoofd iets omhoog en kijkt met angstige ogen naar Robert. Een witte tand boort zich in haar lip. Rimpels staan in haar voorhoofd. Haar handen klemmen zich nog steviger om haar buik. “De baby”, brengt ze moeizaam uit en meteen kreunt ze weer zachtjes. De schrik slaat hem om het hart. Er is iets goed mis! “Hoeveel weken ben je zwanger?”, vraagt hij onmiddellijk. “Negentwintig…” klinkt het gespannen. Robert denkt koortsachtig na. Negentwintig weken is nog veel te vroeg! Wat kan hij nu doen? “Jade, jij blijft rustig zitten. Ik bel de ambulance.” Jade kijkt hem even aan. Haar ogen vertellen dat ze het liefst tegengestribbeld had, maar dat ze teveel pijn heeft om zich te verzetten. Met trillende handen pakt hij zijn mobiel en toetst het alarmnummer in. Kort legt hij de situatie uit. “Ze komen er aan”, zegt hij als hij klaar is met bellen. Jades schouders schokken een beetje. In de verte raast weer een trein langs. Voor de eerste keer vindt hij het lastig dat hij in zo’n stil dorp woont. Wat moet hij nu doen? Er komt niemand langs. Hij staat er helemaal alleen voor! Jade rilt een beetje. Met een schok realiseert Robert zich dat het nog steeds vriest buiten en dat Jade helemaal geen warme jas aan heeft. Zou haar fleecetrui wel genoeg bescherming bieden? Hij aarzelt even en trekt dan zijn eigen jas uit. Hij legt die voorzichtig over haar schouders. Hij verbijt de kou die nu door zijn trui heen dringt.

Het is helemaal stil om hen heen. Inmiddels is het al na elf uur. Het zuchten van Jade is het enige geluid dat hij hoort. Haar armen heeft ze stevig tegen haar buik gedrukt en ze zit ineengedoken op de steenkoude traptreden. Hij tikt rusteloos met zijn voet op de stenen. Kon hij maar iets voor haar doen! In zijn hart komt een gebed: ‘Heere, help haar! Heere, spaar de baby!’ Hoog boven hem twinkelen nog steeds de duizenden sterren. Plotseling valt het hem op. Eerder vanavond leken de sterren hem een boodschap te brengen. God Zelf gaf hem die boodschap! Hij telt het getal der sterren; Hij noemt ze alle bij namen. Ineens krijgt deze tekst een veel diepere context. Jade heeft niemand die om haar geeft. Niemand die voor haar zorgt. Zoals God voor alle sterren zorgt, zo zorgt Hij ook voor de mensen op aarde. Zou God dan ook niet voor Jade en haar kindje zorgen? En ook voor hem?

“Jade, mag ik je een vraag stellen? Of liever niet?” “Stel maar”, klinkt het kort. “Waarom heb je geen abortus laten plegen?” Een hele tijd is het stil. Even denkt Robert dat Jade hem negeert. Moeizaam klinkt haar stem. “Ik wilde het niet. Het leek mij niet goed. Maar toen het steeds zwaarder werd om voor mezelf te zorgen en omdat niemand me wilde helpen, wilde ik het een paar weken terug wel.” Jade haalt snel adem en duwt haar armen nog steviger om zich heen. “Maar toen mocht het niet meer van de dokter. Abortus mag maar tot vierentwintig weken. Dus toen was mij duidelijk dat ik het kindje niet meer weg kon halen.” Weer is het een hele tijd stil. Jade haalt met beverige schokjes adem. “Ik zie het nu helemaal niet meer zitten. Wie helpt mij nog? Hoe moet ik alleen een kind krijgen? Ik heb niemand!”, fluistert ze tenslotte. Robert heeft stil geluisterd. De woorden snijden door hem heen. Ze heeft niemand!

In de verte klinkt het geluid van een auto. Robert gaat rechtop zitten. Misschien is dat wel voor hen! Even later draait de auto de hoek om en een bundel van wit licht schijnt op hen. Robert herkent de auto van zijn vader. Opgelucht haalt hij adem. Gelukkig! Nu is hij niet meer alleen. De auto stopt vlakbij en de portier gaat meteen open. Vader springt eruit en loopt met ferme passen op hen af. Zijn ogen nemen de situatie snel op. Hij draait zich halverwege om en loopt terug naar de auto. Hij pakt een deken van de achterbank en komt ermee terug. De deken legt hij om de schouders van Jade heen. Zij klappertandt inmiddels van de kou. Ze reageert amper op zijn vader en drukt haar armen nog steviger tegen haar buik. Robert legt kort de situatie aan zijn vader uit. Vaders gezicht staat zorgelijk. Negentwintig weken zwanger en dan nu zo’n pijn. Dat is niet best. Zijn ogen glijden over Jade en staan vol met medelijden. Ver weg klinkt het geluid van een sirene.

Blauwe lichten flitsen door de donkere nacht en met een grote vaart komt de ambulance op hen af. Dan gaat alles heel snel. Jade wordt onderzocht en meteen op een brancard gelegd. Stevige banden worden vastgesnoerd. Haar donkere haren liggen verward rond haar smalle, witte gezicht. Haar ogen zijn gesloten. Haar handen liggen beschermend op haar buik. Vader kijkt Robert aan. Zijn ogen vertellen genoeg. Robert begrijpt vader helemaal. Zij laten dit meisje nu niet alleen. “Stap jij ook maar in de ambulance, Robert. Dan ga ik met de auto erachter aan”, zegt vader beslist. Robert stapt in de ambulance. Portieren klappen dicht en even later is het stationnetje weer zo stil als even daarvoor. Hier en daar worden gordijnen opzijgeschoven en kijken slaperige gezichten naar buiten naar de wegstuivende ambulance. Robert merkt het niet op. Hij vouwt zijn handen en in zijn hart is een stil gebed voor Jade en haar baby.

In het ziekenhuis aangekomen wordt Jade meteen onderzocht. Robert en zijn vader zitten samen in de wachtkamer. Vader heeft inmiddels moeder opgebeld en de situatie uitgelegd. “Wat is er gebeurd vanavond?”, vraagt vader. En dan vertelt Robert hoe hij haar naar de trein zag lopen. Hij vertelt hoe hij haar gered heeft en van haar schokkende onthulling dat ze zwanger is. Dan aarzelt hij eventjes of hij het persoonlijke verhaal van Jade moet vertellen. Mag dat wel van Jade? Maar dan vertelt hij het toch maar. “En pap, ze zei echt zo hartverscheurend: ‘Ik heb niemand!’ Dat was zo erg!”, besluit hij zijn verhaal. Vader heeft bedachtzaam geluisterd en de lijntjes in zijn hoofd zijn dieper geworden. Hij schudt zijn hoofd. Vader is geen man van veel woorden. Daarom is het al heel veel als hij zegt: “Wat heeft dit meisje een intens verdriet. Verlaten van iedereen en dan een kind ter wereld moeten brengen. Je hebt goed gehandeld, zoon!” Stil zitten ze naast elkaar en proberen ze te verwerken wat er vanavond is gebeurd. Door het grote raam ziet Robert hoog in de lucht nog steeds de sterren twinkelen. Die wetenschap stelt hem gerust. God in de hemel waakt over hen. Hij kijkt opzij naar zijn vader en hij ziet hoe de grote, eeltige handen zich gevouwen hebben. Vaders ogen zijn gesloten. Het is al na middernacht als de deur van de wachtkamer opengaat en de arts met een zorgelijk gezicht binnenkomt. “De baby wordt zo snel mogelijk geboren. We kunnen de weeën niet meer remmen.”

Wordt vervolgd.

“Waarom heb je geen abortus laten plegen?”

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 2019

Daniel | 32 Pagina's

Als een ster #4

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 2019

Daniel | 32 Pagina's