Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als een ster

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als een ster

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jade is met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Robert en zijn vader zijn meegereden. De arts heeft hen verteld dat de baby geboren zal worden terwijl Jade nog maar negenentwintig weken zwanger is.

Vol spanning wachten vader en Robert in de wachtkamer tot ze meer zullen horen. De avond was zo snel gegaan. Het leek hem nog maar een korte tijd geleden dat hij het perron opliep. Maar inmiddels is dat al vier uur geleden. Nu lijkt de tijd juist te kruipen. De uren glijden traag voorbij. Robert staat nog eens op en loopt weer naar het raam. Buiten is het donker en stil. Gele lantaarnpalen verlichten de weg. Het is al diep in de nacht, maar nog heeft Robert geen slaap. Hij denkt aan Jade. Hoe zou zij het hebben? Zou ze hem straks weer willen zien? Of zou ze dan weer dat harde over zich heen hebben? Hij gaat weer zitten en steunt met zijn hoofd in zijn handen op zijn knieën. Er glijdt weer een uur voorbij. Beiden schrikken ineens op als de deur opengaat. De arts staat in de deuropening. Zijn ogen zien er moe uit. Robert voelt zijn hart sneller gaan kloppen. Is alles goed gegaan? “Jade heeft een dochtertje gekregen. Het is goed gegaan, maar het is nog wel zorgelijk. De baby is veel te vroeg geboren en is meteen in de couveuse geplaatst.” Opluchting stroomt door Robert heen! In zijn hart is een stil dankgebed tot God. “En hoe is het met Jade?” vraagt vader. De arts zucht eventjes. “Ze heeft het goed gedaan, maar ze is heel somber. Ze reageert niet goed op wat wij zeggen. Kennen jullie haar?” Robert knikt en hij legt uit wat er die avond en nacht gebeurd is. Hij vertelt ook het verhaal van Jade. De arts maakt snel notities in zijn boekje. Als Robert uitgepraat is, kijkt hij op naar Robert: “Ik vind dat je het echt goed gedaan hebt. Je hebt twee levens van de dood gered. Wees daar maar van bewust”. Robert knikt en vader slaat zijn arm om zijn schouder. “Jade vraagt of jullie over een halfuurtje willen komen.” “Dat zouden we heel graag willen”, antwoordt vader voordat Robert zijn mond open kan doen. De arts knikt en draait zich om.

Even later lopen ze door de witte gangen naar de kamer van Jade. Ze staan even stil voor een grote witte deur. Nadat ze aangeklopt hebben, lopen ze naar binnen. Daar in het grote bed ligt Jade. Haar ogen zijn gesloten en haar voorhoofd is strak. De donkere kringen onder haar ogen zijn heel duidelijk zichtbaar. Als ze vader en Robert hoort, opent ze voorzichtig haar ogen. Haar ogen lichten op als ze Robert herkent. Schuw kijkt ze naar zijn vader. Vader ziet het wel en loopt naar haar toe. Hij schudt haar voorzichtig de hand. “Ik ben de vader van Robert. Ik ben meegereden naar het ziekenhuis. Gefeliciteerd met je dochtertje.” Jade kijkt waarderend naar vader en kijkt daarna weer met grote, donkere ogen naar Robert. Robert doet aarzelend een stapje naar voren. Hij voelt zich plotseling een beetje verlegen naast haar. Maar Jade steekt al haar arm uit. Meteen grijpt hij die en legt zijn andere hand erboven op. “Jade! Hoe voel je je? Hoe is het gegaan? Gaat het goed met je?” Jade glimlacht bij het horen van zoveel vragen. Zwakjes fluistert ze: “Het is goed gegaan. Ze ligt nu op de afdeling neonatologie”. Een gelukkige glimlach glijdt over haar gezicht. “Ze is zo mooi! Heel klein nog. Haar armpjes en beentjes zijn nog zo verschrikkelijk dun!” Robert staart Jade aan. Tranen wellen op in zijn ogen. Wat is hij blij dat alles goed is gegaan! Hoe anders was het gegaan als hij vanavond niet op het station was geweest! Even schiet er een gevoel door hem heen dat hij niet kan beschrijven. Een warm en intens gevoel als hij Jade daar zo breekbaar ziet liggen. Snel gaat hij op de stoel aan het voeteneind van het bed zitten. Vader gaat naast hem zitten. Dan klinkt de stem van Jade: “Wie ben jij eigenlijk? Ik weet niet eens wie je bent.” Robert kleurt rood tot achter zijn oren. Wat dom van hem! Hij heeft inderdaad nooit gezegd wie hij is. Wat moet ze wel van hem denken! Toen vader zich net voorstelde heeft Jade pas voor het eerst zijn naam gehoord. Snel legt hij uit wie hij is en waar hij woont. Hij legt uit waarom hij op het station was. Als hij het over het station heeft, betrekt haar gezicht. Het krijgt een gespannen gloed. Haar ogen worden dof. Robert ziet het en zwijgt. Na een paar minuten doorbreekt Jade aarzelend de stilte. “Robert, bedankt dat je me gered hebt. Ik wilde niet meer leven. Ik wilde dit kleine meisje niet.” Met dromerige ogen staart ze naar het witte dekbed. Ze vervolgt: “Maar nu wil ik leven en vechten voor dit kleintje.” Robert kijkt naar Jade. In zijn ooghoeken glinstert iets.

“Mag ik je een vraag stellen?”, klinkt het vanuit het grote bed. Robert knikt. “Ben jij christelijk?” Verrast kijkt Robert op. Hij knikt: “Ja, dat ben ik. Hoezo vraag je dat?” Jade kijkt hem aan. De donkere, holle ogen lijken iets minder troosteloos. “Omdat jij zomaar jezelf voor mij opoffert. Omdat jij voor me zorgt. Ik vind mezelf niets waard, maar jij zei dat ik wel waarde had.” Vader kucht eventjes en staat op van zijn stoel. Hij opent de deur naar de gang en zegt: “Ik ga even koffie halen”. Robert blijft bij Jade achter. Hij schuift zijn stoel wat dichter naar haar toe. “Ja, jij bent waardevol! Jij bent een gewoon meisje net zoals alle andere meisjes. Alleen ben jij tussen de wielen van het leven gekomen. Maar daarom ben je niet minder waard!” Hij schuift zijn stoel met een ruk naar achteren en trekt de gordijnen iets open. Hij doet de lampen in de kamer uit, zodat Jade goed naar buiten kan kijken. “Wat zie je buiten?” Aarzelend klinkt haar stem: “Ik zie heel veel sterren”. “Precies! Daar heb ik vanavond en vannacht ook al heel vaak naar gekeken. Weet je wat die sterren willen zeggen?” Jade schudt haar hoofd en kijkt hem met lege ogen aan. “Deze sterren laten zien dat God voor je wil zorgen.” Hij graaft in zijn broekzak naar zijn mobiel. Hij opent de app met de Bijbel en zoekt Psalm 147 op. Hij leest het aan haar voor. De HEERE bouwt Jeruzalem; Hij vergadert Israëls verdrevenen. Hij geneest de gebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hun smarten. Hij telt het getal der sterren; Hij noemt ze allen bij namen. Onze Heere is groot en van veel kracht; Zijns verstands is geen getal. Hij kijkt op en zegt met een indringende blik: “Jade, ook jij bent net als een ster. God wil ook voor jou zorgen. En voor je dochter”. De leegheid in de blik van Jade verdwijnt. Er ligt een intens verdriet in, maar tegelijk beginnen ook haar ogen te glanzen en zacht klinkt haar fluistering: “Zou dat echt waar zijn?”

"Ze is zo mooi! Heel klein nog. Haar armpjes en beentjes zijn nog zo verschrikkelijk dun!"

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 december 2019

Daniel | 32 Pagina's

Als een ster

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 december 2019

Daniel | 32 Pagina's