Over de Heilige Doop

Ben jij gedoopt, bedenk dan hoe je de doop beleeft. Leef je goddeloos, zoals je bent geboren, zorgeloos, aards en werelds, dan moet je met verschrikking aan je doop denken. Want je bent door je ouders naar de gemeente van God gebracht. Daar ben je openlijk aan de Heere Jezus overgegeven. Daar ontving je als bondgenoot het zegel en werd je gedoopt in de Naam van God de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Dat alles verplicht je om heilig te leven en te wandelen zoals Christus gewandeld heeft.

Misschien moet er van jou gezegd worden: je bent een afvallige, een overloper tot de vijanden, je hebt God verlaten, Christus versmaad, de Heilige Doop verachtelijk verworpen. Je werd aangezien voor een waar kind van het verbond, zolang je het tegendeel niet liet zien. Maar nu laat je het tegendeel zien, daarom moet ik tegen je zeggen: Je hebt geen deel aan Christus en ook niet aan alle beloften van het genadeverbond. Het zal voor jou verschrikkelijker zijn in de dag van het oordeel en in de hel, dan wanneer je nooit gedoopt was geweest. Met jouw leven maak je dat de gemeente van God en de waarheid gelasterd wordt. Je onteert Christus. Kies een van beide, of leef godzalig en wandel waardig het Evangelie, of zo niet, ga weer voor de preekstoel, en herroep jouw doop openlijk in de gemeente, en verklaar dat je er genoegen mee neemt dat je ouders je hebben laten dopen, en ga dan heen en leef zo goddeloos als je wilt. Maar wat zal dan je einde zijn? Dit: Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zone Gods vertreden heeft, en het bloed van het testament onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en de Geest van de genade smaadheid heeft aangedaan? (Hebr. 10:29)

Ben je gelovig, en is het beginsel van geestelijk leven in je, dan is het jouw plicht vooral goed gebruik van jouw doop te maken.

1. Denk aan je doop zo vaak als je je naam hoort noemen, en ook als je die zelf noemt of schrijft.

2. Gebruik je doop tot vertroosting. De apostel Petrus zegt over de doop: Die een vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus (1 Petr. 3:21). Vraag dan gedurig, ziende op jouw doop: Is Christus voor mij gestorven? Is Zijn bloed niet tot afwassing van mijn zonden en verzoening met U? Kan dit zegel wel verbroken worden? Nee toch. Dan heb ik dus deel aan de vergeving van zonden en aan de verzoening met U, en aan alle goederen van het genadeverbond.

3. Gebruik je doop tot heiligmaking. De doop is een zegel van de wedergeboorte (Tit. 3:5). Tot bekering (Matth. 3:11). Hoe krachtig dringt de apostel aan op heiligmaking door de doop in Romeinen 6 vers 1-7, en vooral in vers 4: Wij zijn dan met Hem begraven door den doop in den dood, opdat gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwheid des levens wandelen zouden.

Je moet ook werkzaam zijn wat betreft de bediening van de doop. Je moet aandachtig op de hele handeling letten want je kunt hier de wonderbare goedheid van God zien. Onder de bediening van de doop moet eenieder terugdenken aan zijn eigen doop, en denken: zo plechtig ben ik ook eens tot de Heere gebracht, aan Hem overgegeven, en zo is ook het verbond aan mij verzegeld.

Dit is een bewerking door Gerben van der Wulp van een gedeelte uit Redelijke Godsdienst van ds. W. à Brakel.

Verder praten

Op JV, thuis of met je vrienden:

ʾ Heb je het zo weleens bekeken, dat als je werelds leeft als gedoopte, je Christus en Zijn gemeente te schande maakt?

ʾ Maak jij goed gebruik van jouw doop? Hoe doe je dat dan volgens À Brakel?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen