Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Deel #5 Sophie Plusminus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Deel #5 Sophie Plusminus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik ben met Maaike een dagje mee geweest naar school. Het was echt een leuke dag, maar ik heb nog wel wat vragen. Zou die mevrouw van godsdienst de Heere Jezus goed kennen? Het leek zo, om hoe ze erover vertelde. En wat ik me afvroeg: zou God het goed vinden als je iemand pest? Volgens mij heeft Maaike er geen moeite mee. Wat zou wel of niet mogen van God? En HOE kom ik dat te weten?

Het is kerstvakantie!

Sophie heeft lekker uitgeslapen en als ze beneden komt ligt er post voor haar. Ze leest wat erop staat. Sophie Janson

Molenstraat 27 Ede.

Van wie kan dit zijn? Snel maakt ze de envelop open en leest wat erop het briefje staat.

“Mam, moet je dit lezen!” Sophie geeft het briefje aan haar moeder. Tessie ziek, Tessie die nooit iets tegen haar zei. Tessie die altijd de baas was in de klas. Tessie, alleen die naam al (min-min).

“Verschrikkelijk.” Moeder staat stil met de brief in haar handen. “Dit is vreselijk.”

Moeder weet hoe naar Tessie kon zijn. “Wist jij daar helemaal niets van?”

Sophie schudt haar hoofd. Nee, ze wist niets (min). Niemand heeft het haar verteld en ze zit ook niet meer in de app-groep van Tessie.

Ik heb geen zin, ik wil daar niet heen, denkt Sophie, maar ze zegt: “Tessie is ziek, ze wil haar oude klasgenoten zien. Kunt u me brengen mam?”

Zaterdag 2 januari.

Sophie zit naast haar moeder in de auto op weg naar Delft. Sinds ze verhuisd zijn, is ze niet meer in Delft geweest. Ze heeft nog een keer naar Amber gebeld, om haar adres door te geven. Verder heeft ze geen oude klasgenoten meer gezien of gesproken.

Hoe zou het met Tessie zijn? En met de anderen uit haar klas?

Wat moet ze zeggen, als ze vragen hoe het is in Ede?

Sophie hoeft er niet om te liegen. Ze heeft het verschrikkelijk goed naar haar zin op de nieuwe school.

In de schuur hangen slingers en er staat een kring met stoelen. Bijna iedereen is er al, als Sophie binnenstapt. Waar is Tessie? Ze heeft een bedeltje van Pandora meegebracht voor haar.

Tessie pakt het pakje uit, doet het doosje open en ziet het bedeltje liggen.

“Wat leuk Sophie, bedankt!” Verschillende meiden staan nu om Tessie heen en bewonderen het bedeltje (plus?). Wat een goed idee van mam om dit te geven! Sophie gaat ergens op een stoel zitten. Iedereen is er; Amber, Danique, Casper, Sharon, Kimberley. Op tafel ziet Sophie alle cadeaus staan die Tessie gekregen heeft. Iedereen kan cola pakken en de zakken chips zijn al opengescheurd. Tessies lievelingsmuziek staat aan. Iedereen praat honderduit. Sophie weet zo snel even niet tegen wie ze wat moet zeggen. Iedereen is druk met elkaar in gesprek. Ze voelt opeens die nare minnen weer.

Ze staat op en gaat naast Amber staan, maar het helpt niet (min). Even later loopt ze naar Tessie. Gelukkig, Tessie vraagt iets: “Hoi Sophie! Hoe is het op je nieuwe school in? Waar was het ook alweer? Familie van mij woont ook in die buurt.” Sophie geeft antwoord en vraagt dan vlug: “Hoe gaat het met jou?”

“Goed”, zegt Tessie. “Tenminste voor zolang het duurt, maar als ik daar over praat moet ik zo snel huilen. En dat wil ik niet, snap je? Laten we nu net doen of alles gewoon is. Net als vorig jaar. Wat een leuke klas hadden we, ik heb soms heimwee.”

Sophie slikt in wat ze wil zeggen. Tessie, je bent ziek. Ben je niet bang? Het zweet breekt Sophie uit als ze Tessie daar ziet staan. Je ziet zo niets aan haar. Tessie heeft natuurlijk geen idee van God. Zou God Tessie zien? En als ze niet beter wordt? Allerlei vragen komen in haar op. Sophie zit inmiddels weer alleen op een stoel en niemand heeft er erg in (min). De muziek gaat harder en er wordt ook steeds meer gelachen.

“Hoor eens”, hoort ze Tessie tegen Casper uitvallen. “Jij kunt ook wat krijgen hoor, misschien nog wel eerder dan ik. Jij kunt zo onder een auto komen.” Het is opeens stil. Iedereen heeft het gehoord.

“Ja”, zegt Casper. “Ja, Tessie dat is waar. En misschien word jij nog wel beter, wanneer word je geopereerd?” Sophie hoort niet meer wat er verder gezegd wordt, omdat ze zo in gedachten verzonken is over wat Casper heeft gezegd.

Moeder is op het afgesproken tijdstip weer terug. Ze toetert en zwaait en Sophie loopt naar de auto. Er is niemand die wat tegen haar zegt of zwaait als ze instapt (min). Moeder heeft het door en slaat even een arm om haar schouders.

“Is Tessie al erg ziek? Ben je iets meer te weten gekomen over haar ziekte?”

“Tessie wilde er liever niet over praten.”

“Heb je verteld dat je het naar je zin hebt in Ede?”

“Ja, tegen Tessie.”

“Vond ze je cadeautje leuk?”

“Ja, best wel.”

“Je hebt het je behoorlijk aangetrokken geloof ik.”

Moeder zit haar bezorgd aan te kijken.

Sophie knikt. Ze heeft hoofdpijn, buikpijn en ze weet niet hoe snel ze boven moet komen als ze thuis zijn. Moe valt ze op haar bed. Ze vouwt haar handen. Tessie is heel erg ziek. En wat dan?

Sophie doet haar ogen dicht. “Heere, Jezus of God, kunt u haar helpen?”

Milan kijkt even om een hoekje. Hij ziet zijn zus liggen. Arme meid. Ze had er niet heen moeten gaan. Naar de pestkoppen van toen. Hij weet precies hoe het geweest moet zijn. Hij herinnert zich nog hoe het was op de verjaardag van Sophie. De hele klas was uitgenodigd en Milan, pa, ma en Sophie sloofden zich uit om er wat leuks van te maken. Maar naar Sophie keek niemand. Ze negeerden haar gewoon.

Sophie ziet op dit moment inderdaad alleen maar minnen. En de zieke Tessie? Opeens heeft ze een idee. Ja, dat moet ze doen. Ze gaat Tessie een brief schrijven. Ze moet het Tessie uitleggen dat er een God is en dat je kunt bidden.


Beste klasgenoten van groep 8,

Zoals jullie weten ben ik ziek. De dokter denkt dat ik heel erg ziek ben, want de kanker zit overal in mijn lichaam. Van mijn ouders mag ik een wens doen. Heel graag wil ik jullie nog een keer zien. Gewoon even met onze oude klas. Een reünie dus. Wil jij ook komen? Als je niet kunt, wil je het dan laten weten? Zaterdagmiddag bij ons in de schuur ben je welkom! Datum; 2 januari om 13.00 uur. Omdat ik snel moe ben, kan het uiterlijk tot 15.00 uur. Het lijkt me superleuk!!!!!!

Groetjes, Tessie van Eindhoven

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 2021

Daniel | 36 Pagina's

Deel #5 Sophie Plusminus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 2021

Daniel | 36 Pagina's