Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sophie Plusminus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sophie Plusminus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is op school niet helemaal goed gegaan, want toen iemand in mijn klas vloekte, dacht ik ff niet na. Ik heb een beetje heftig gereageerd: minder fijn! Wat wel tof was: Richard fietste met me mee naar huis en met hem heb ik zo’n leuk gesprek gehad, super!

Sophie bukt zich, ach kijk dan. Op de grond ligt een klein jong vogeltje. Het is nog maar een jonkie. Die is vast uit het nest gevallen. Ze tilt het vogeltje op. Zou het een jong zwaluwtje zijn?

Wacht eens, ze gaat hier goed voor zorgen. Zachtjes fluistert ze: “Psst, ik zet je hier even neer, dan ga ik water halen. Ik ben zo terug”.

Sophie loopt naar binnen en haalt een bakje melk. Als ze naar binnen loopt, wappert vader met kaartjes voor een Bachconcert. “Wil je mee, Sophie?”

“Nee”, zegt ze. “Ik heb nu geen tijd.” Ze denkt aan het vogeltje dat buiten ligt te wachten.

Sophie pakt in de schuur de ladder en zet die tegen de dakgoot. Ze klimt omhoog. Met haar ene hand heeft ze de ladder vast en in haar andere hand ligt het kleine musje. Ze klimt en klimt en klimt. Er komt geen eind aan die ladder. Als ze eindelijk boven is, kijkt ze in haar hand en dan ziet ze het beestje heel stil liggen. O nee hè, ze heeft het te stevig vastgehouden. Ze heeft het doodgeknepen. Het is haar schuld. Ineens ziet ze een lachende Goliath voor zich staan. Hij steekt met zijn bovenlichaam hoog boven het huis uit. Hij buldert. Sophie hoort hem vloeken.

“Nee”, gilt Sophie en ze doet haar handen voor haar oren en op hetzelfde moment voelt ze de ladder naar achteren schuiven. Ze valt precies op de trampoline en veert nog een paar keer omhoog. Dan hoort ze oma roepen. “Sophie, kom je? We gaan.”

Samen met oma loopt ze naar de kerk. Ze schaamt zich voor haar gewone kleren, maar oma zegt: “Dat geeft niets, Sophie. Ik ben blij dat je eindelijk meegaat.”

Maaike heeft geen zin om mee te gaan. Ze zit net een ijsje te eten in de tuin met Milan. Milan heeft het niet in de gaten. Maaike praat tegen hem, maar Milan zwaait alleen naar haar.

“Dag Sophie, tot straks!”

In de kerk zit ze naast oma op de hoek van een bank ergens in het midden. Sophie luistert naar Jansen. Of is het oom Bert? Ze kan het niet goed zien. Het gaat over de Heere Jezus. Hij is de goede Herder. Sophie probeert of ze de Heere Jezus kan zien, maar het lukt haar niet. Elke keer als ze goed kijkt, wordt alles wazig. Ze krijgt het er warm van.

Ineens ziet ze een paar banken voor zich Richard zitten. Hij lacht naar haar. Sophie lacht terug.

Uit de kerk loopt Richard met hen mee naar oma’s huis. Ze lopen en lopen maar. In de verte komt Maaike aanrennen.

Ze roept: “Milan en ik gaan naar de bios. Ha Richard, wat leuk je te zien, gaan jullie ook mee? Doe je het, Sophie?” “Nee”, roept Sophie en ze begint hard te hollen. Ze rent steeds harder. Maaike sprint achter haar aan en roept haar: “Sophie, kom dan!”

Op hetzelfde moment staan haar klasgenoten van de vorige school voor haar op de weg. Ze versperren haar de toegang.

“Ha Sophietje, suffig mietje, nu hebben we je eindelijk te pakken. Durf je wel om van die gemene briefjes te schrijven aan Tessie. We zullen je dit eindelijk eens even afleren.”

Sophie springt, trekt zich op aan tak en klimt de boom in. Op een dikke tak blijft ze zitten: hoog en droog.

Onderaan de boom staat Maaike te roepen: “Sophie, kom je?” Ze hoort haar klasgenoten lachen en roepen. “Kijk uit anders wordt ze boos en gaat ze vloeken.”

En Maaike blijft maar roepen: “Sophie, kom naar beneden, je moet nodig naar school!” “Sophie, hoor je me?”

Sophie wrijft de slaap uit haar ogen. Ze gaat rechtop zitten en kijkt om zich heen. Ze zit niet in een boom, maar ze ligt in bed.

Ze hoort haar moeder roepen onderaan de trap: “Sophie, hoor je me? Je moet nodig naar school. Aankleden en naar beneden komen, meisje”.

“Ja, mam. Ik kom eraan.”

Terwijl ze zich staat aan te kleden, voelt ze de hoofdpijn opkomen. Het is of er een steen in haar hoofd zit. Beneden kijkt moeder haar bezorgd aan. “Wat zie je wit? Voel je je wel goed?”

“Nou, om eerlijk te zijn, ik voel me niet echt lekker.” “Ik zie het aan je Sophie. Weet je wat? Duik je bed maar in. Je blijft gewoon een dagje thuis. Milan is vandaag ook vrij. Dat komt mooi uit. Dan hoef je niet alleen thuis te blijven.”

Dat hoeft haar moeder geen twee keer te zeggen. Sophie slaapt de hele morgen. Als Milan aan het eind van de morgen eens gaat kijken of Sophie al wakker is, doet ze net haar ogen open.

“Ben je wakker? Je hebt anders wel een winterslaap gehouden. Lust je wat te eten?” Milan loopt al naar beneden.

Hij smeert wat boterhammen, schenkt twee glazen fris in en loopt met het dienblad naar boven.

“Zo, we gaan jou eens verwennen. Hoe voel je je?” Milan kijkt Sophie aan.

“Stukken beter dan vanmorgen. Ik had zo naar gedroomd en…” Sophie houdt van schrik haar mond dicht. Daar het je het al.

“Waar heb je dan over gedroomd?”

Sophie vertelt het hoognodige. Ze vertelt ook van het vloeken van Lucas. Op de lagere school hielp Milan haar altijd. Ze kijkt haar broer aan.

“Je hebt wel erg heftig gereageerd, zussie.” Milan schudt zijn hoofd. “Je moet Lucas vanavond even bellen. Bied je excuses aan, dan is hij het zo vergeten.” Ja, dat is een goed idee.

“Ik begrijp ook niet waar je je druk over maakt. Het zal me niets verbazen als jij nog eens in een kerk terechtkomt.”

“Hoe bedoel je?” Sophie kijkt haar broer vragend aan. “Jij leest elke avond in een Bijbel en je kijkt de hele zondagmorgen uit het raam naar de voorbij lopende kerkgangers. Je hebt het helemaal te pakken, klopt het?” Milan heeft het dus gezien van haar Bijbel. Hij heeft ook altijd alles door.

“Je zegt niets tegen pap en mam, beloof je?”

“Tuurlijk niet, je doet maar. Veel kwaad kan het niet. Kijk maar naar de buren. Die zijn heel aardig.”

Het ligt voor in haar mond om te vragen of hij Maaike soms ook erg aardig vindt, maar ze kan de vraag nog net inslikken.

Na het eten gaat Milan weer naar beneden. Sophie voert verder die dag niet veel uit.

Volgende week is Milan is jarig. Wacht, ze zal het eerst eens aan hem vragen wat zijn plannen zijn. Ze zoekt Milan op en als ze terugloopt, pakt ze haar mobiel uit de la en appt Maaike.

Overmorgen is Milan jarig en je mag ook komen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2021

Daniel | 36 Pagina's

Sophie Plusminus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2021

Daniel | 36 Pagina's