Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods voorzienigheid in het Oude Testament

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods voorzienigheid in het Oude Testament

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. Lees het Bijbelgedeelte. Schrijf er een passende titel boven.

2. Kleur de tekst waarin jij over de voorzienigheid van God leest rood. Kleur de werkwoorden die aangeven wat Jozef doet blauw. Bedenk voor jezelf de overeenkomsten tussen het werk van Jozef en de Heere Jezus. Welke werkwoorden zijn ook op de Heere Jezus van toepassing tijdens zijn leven op aarde?

3. Wat weet je nu over Gods voorzienigheid? Schrijf wat je in de verzen tegen komt in het woordweb.

Gods voorzienigheid

4. Je hebt het Bijbelgedeelte aandachtig gelezen. Lees ook de kanttekeningen, vooral kanttekening 11. Schrijf dat gedeelte in eigen woorden op. Wat valt je op? Noem drie dingen, die je eerder niet wist.


Opdracht:

Voorzienigheid van God, wie gelooft daar nu nog in? Leg in eigen woorden uit wat jij zou zeggen tegen een persoon die gelooft in toeval en niet in Gods leiding.


Genesis 45:1-5

1 Toen kon zich Jozef niet bedwingen voor allen, die bij hem stonden, en hij riep: Doet alle man van mij uitgaan! En er stond niemand bij hem, als Jozef zich aan zijn broederen bekend maakte.

2 En hij verhief zijn stem met wenen, zodat het de Egyptenaren hoorden, en dat het Farao›s huis hoorde.

3 En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik ben Jozef! leeft mijn vader nog? En zijn broeders konden hem niet antwoorden; want zij waren verschrikt voor zijn aangezicht.

4 En Jozef zeide tot zijn broederen: Nadert toch tot mij! En zij naderden. Toen zeide hij: Ik ben Jozef, uw broeder, dien gij naar Egypte verkocht hebt.

5 Maar nu, weest niet bekommerd, en de toorn ontsteke niet in uw ogen, omdat gij mij hierheen verkocht hebt; want God heeft mij voor uw aangezicht gezonden, tot behoudenis des levens.

Lees ook de Heidelbergse Catechismus zondag 10 vraag en antwoord 27.


Oud goud

“Hoe verbaasd moeten zij geweest zijn de broer voor zich te zien, die zij als slaaf verkocht hadden, en zich nu in diens macht te bevinden. Wat een ontdekking doet de ziel, als zij bemerkt dat Jezus, Die zij gekruisigd heeft, Heere en God is.”

Uit: De Schriftuitlegger. C.H. Spurgeon (1834-1892)

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 2021

Daniel | 36 Pagina's

Gods voorzienigheid in het Oude Testament

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 2021

Daniel | 36 Pagina's