Petrus Immens, pastoraal bewogen prediker
In april 1649 reden Robertus en Maria met paard en wagen over de zandweg van ’s Hertogenbosch naar Schijndel. Ze waren pas getrouwd. Een goed uur later hielp dominee Robertus Immens zijn jonge bruid over de drempel van een van de bijna vierhonderd huizen van het dorp. De pastorie was bouwvallig en de kelder zat vol ongedierte. Niet leuk voor Maria. Erger was de vijandschap die het predikantengezin in Schijndel en later in Oirschot ervoer. De roomse dorpelingen in Brabant moesten niets van deze gereformeerde dominee hebben. Maar Maria wist dat dit de weg van God was in haar leven. Ze wilde niets liever dan Jezus volgen. Zo heeft ze biddend en vertellend haar kinderen opgevoed. Vier van haar zonen werden predikant. Een daarvan heette Petrus, de schrijver van een bekend boek: De Godvruchtige Avondmaalganger.
Als kind…
Verlangen
“O, wat een dag zal dat dan wezen,
Als ik bevrijd van ongeval [= gebrek]
U eeuwig lieven zal en vrezen
En nooit U weer vergrammen zal.
Maar gans verlost van al mijn zonden,
Uw deugden eeuwig zal verkonden.”
Gedicht van Maria, de moeder van Petrus.
Petrus Immens (1664-1720) was een van de jongsten in het gezin. Hij had zeven broers en twee zussen, toen hij geboren werd. Het was een hele klus voor vader Robertus en Moeder Maria om de orde te bewaren met zoveel kinderen. De ouders waren lief, zorgzaam, en tegelijk duidelijk en streng. Het verhaal gaat dat je bij het gezin Immens aan tafel alleen mocht praten als je een beurt kreeg. Er werd wel veel gezongen: en dan mocht iedereen wel tegelijk de mond opendoen. Petrus maakte veel verdrietige dingen mee. Toen hij drie was, overleed zijn zusje: een lief baby’tje dat nog maar net één jaar was geworden.
En hij was acht toen hij huilend bij het sterfbed van zijn moeder stond. Een half jaar later kwam het bericht dat zijn stoere broer Nicolaus, die soldaat was, bij Bonn door een vijandige kogel fataal was getroffen. Deze en andere ingrijpende sterfgevallen in het gezin hebben de jeugd van Petrus gekleurd.
Als dominee…
“De dienaar van God moet de vuile, stinkende wond openen om de zondaar zo naar Jezus te laten vluchten.”
Uit een preek over Nathan, die David bestraft wegens zijn zonde met Bathséba.
Petrus Immens werd dominee in de gemeente van Oirschot, in dezelfde enorme St. Petruskerk, waar hij vierentwintig jaar eerder door zijn vader was gedoopt. De kerk was eerder van de roomse gemeente geweest. Nadat de Spanjaarden uit Brabant waren verdreven, moest het dorp gereformeerd worden van de regering. Een prach- tige gedachte natuurlijk: je wilt je naaste vrijmaken van de zware last van goede werken en onderdompelen in de leer van vrije genade. Maar de praktijk was weerbarstig. Mensen worden nu eenmaal niet protestant omdat de burgemeester dat zegt. In Oirschot ook niet. Als dominee Immens aan het preken was, zag hij hoogstens vijftig kerkgangers in de banken zitten. Sterker nog: veel mensen waren vijandig. Zo kon het gebeuren dat tijdens een avondmaalsdienst, dorpelingen luidruchtig grafzerken gingen lichten in de kerk ter voorbereiding van een begrafenis. Een andere keer trapten ze met hun klompen tegen de deur terwijl er gepreekt en gebeden werd. Petrus Immens kreeg verschillende beroepen en verhuisde van Oirschot naar West-Souburg, van West Souburg naar Zaltbommel en kwam uiteindelijk terecht in Middelburg. bekende dominee Smijtegeld. Deze Daar werd hij een collega van de predikanten hebben daar best veel moeilijke situaties meegemaakt, aan. Er kwamen veel jonge mensen maar na 1710 brak er een mooie tijd tot bekering. Sommigen uit arme, anderen uit rijke families. Johan op reis om te genieten van drank, Schorer was rijk. Hij ging graag hij schijft. Maar de Heere greep dansen en van de ‘beau sexe’, zoals hem tijdens een ernstige preek in het hart, evenals zijn vriend Pieter Boddaert. Ze gingen nu niet meer week bij Petrus Immens, om goede naar de kroeg, maar kwamen iedere bidden en te boeken te bespreken en samen te loven.
Als vader…
“O jongere, zoek Mij in het beste van uw dagen.
Ben je verlegen met een drukkend pak van zonden
Er is gerechtigheid in Jezus’ dierbare wonden.
Schuil daarin. O, daar is troost voor het verbrijzelde hart.”
Gedicht van Petrus Immens, dat hij schreef toen zijn zoon van negentien stierf.
Vlak voor zijn overlijden maakt Immens nog iets heel ergs mee. Zijn zoon Petrus werd ernstig ziek. Vader Immens had goede hoop dat de Heere in het hart van zijn jonge naamgenoot het goede werk was begonnen. Vlak voor zijn sterven kwam de jonge Petrus tot ruimte en mocht hij gelovig de toevlucht nemen tot Jezus Christus. De laatste woorden van deze jongen van negentien waren: “O Jezus, O kom, en neem mij aan”. Zelf overleed Petrus senior twee maanden later in volle verzekerdheid van het geloof. Hij wist op Wie hij zijn hele leven had gehoopt. De gemeente was verdrietig. In Immens verloor ze een bescheiden, sociale, vriendelijke en gunnende predikant.
Als schrijver…
“Ik verzoek u dat u mij nu trouw naar Gods Woord behandelt. O, ik ben bang mezelf te bedriegen. O, wat zou het zijn om te sterven en bedrogen uit te komen.”
Vraag van de zieke Cornelia Winckelman (24 jaar) aan dominee Immens die haar komt opzoeken.
Petrus Immens heeft zelf nooit een boek uitgegeven. En als de jonge kerkganger Jacoba Petronella Winckelman zijn preken tijdens het luisteren niet had opgeschreven, had niemand Petrus Immens meer gekend. Dankzij haar aantekeningen hebben wij nu beschikking tot het boek De Godvruchtige Avondmaalganger. Veel jongeren en ouderen gebruiken het om zich voor te bereiden op het Heilig Avondmaal. Er is ook nog een brief van Immens gepubliceerd. Daarin vertelt Immens uitgebreid het indrukwekkende sterven van een jonge vrouw, Cornelia Constantia Winckelman, een zus van Jacoba. De laatste uitgave van Het wonder van Gods vrije genade is verzorgd door dominee M. Golverdingen.
Als bediener van het Heilig Avondmaal
“Wanneer u eenmaal - door vergelijking van de ware kenmerken vanuit het Woord met uw hart - vrijmoedigheid vond om te durven geloven dat u het eigendom van God bent, houdt het daar dan bij. Geef niet toe aan ongeloof en twijfelende gedachten. maar zeg: ‘God is getrouw. Als het eens waar is geweest, zal het altijd waar blijven.” Uit De Godvruchtige Avondmaalganger.
In West-Souburg was het vier keer per jaar Avondmaal. In de voorbereidingsweek bezocht de dominee samen met een ouderling alle leden om te vragen of ze aangingen. Eerst de gezinnen die in het dorp zelf woonden en de volgende dag degenen die buiten het dorp woonden. Niet ieder belijdend lid ging aan het Avondmaal. Er waren leden die onder censuur stonden. Anderen konden niet naar de kerk komen of bleven om een andere reden in hun bank zitten. Toen Immens voor het eerst Avondmaal hield stonden er tien van de tweehonderd leden onder censuur wegens dronkenschap, vloeken of overspel. Daarnaast namen nog zeven leden niet deel aan het Avondmaal. In de jaren daarna werd het lijstje van mensen die niet aangingen steeds langer. Daarover sprak de kerkenraad en ze besloot om in de kerkenraadsnotulen een apart lijstje op te nemen van leden die ‘moedwillig’ niet aangingen. Een van hen was de jonge vrouw Leintje Michels. Ze had in de zomer van 1693 belijdenis gedaan, maar ging niet aan het Avondmaal omdat ze boos was op de dominee of de kerkenraad. Toen de broeders in januari 1695 op huisbezoek waren, merkten ze al snel dat er iets was veranderd. Leintje was tot inkeer gekomen en vertelde de ouderlingen dat ze oprecht berouw had over haar boosheid, en dat ze er nu naar verlangde weer aan het Avondmaal deel te nemen. De ambtsdragers legden er de vinger bij dat het zonde was geweest om zo in de kerk te zitten en zeiden dat ze na ernstig zelfonderzoek weer zou mogen deelnemen.
Als predikant die open staat voor feedback
“De Heere heeft mij niet nodig. Ik heb het mijne gedaan. God zal voor Zijn Kerk wel zorgen.” Petrus Immens tegen een collega-predikant op zijn sterfbed.
Petrus Immens vond het niet moeilijk zich kwetsbaar op te stellen. Op de kerkenraadsvergadering van 7 mei 1692 agendeerde hij een soort evaluatiemoment. Eerst vertelde de zevenentwintigjarige predikant hoe hij zelf tegen zijn functioneren aankeek. Hij beleed zijn ‘aanklevende gebreken’ als predikant en beloofde hieraan te werken. Daarna vroeg hij aan de broeders of ze bij hem iets hadden gezien dat om verbetering vroeg. Niemand kon een verbeterpunt bedenken. Vervolgens nodigde hij de broeders uit feedback te geven aan elkaar. Maar ook hier waren de Zeeuwse ambtsdragers zwijgzaam. Ze waren dit ook misschien niet zo gewend. Toen dit voorbij was, dacht de dominee met de kerkenraad na over de vraag, wat in de gemeente kon worden verbeterd. Er werd lang gesproken over de gezinnen met jonge kinderen. Wat was de beste manier om de jonge kinderen meer te laten weten van de Bijbel? Aan het einde van het overleg was er een actielijst. Allereerst zou aan de baljuw gevraagd worden of hij er voor kon zorgen dat er in de herbergen tijdens de kerkdienst niet getapt zou worden en dat de jongeren niet zaten te kaarten en te dobbelen. En twee: de ouders zouden opgewekt worden om hun kinderen onderwijs in de leer van de Bijbel te geven en steeds de vragen van catechisatie te leren en te overhoren. Aan het einde van de vergadering vouwden de broeders hun handen en legden dit alles aan de Heere voor.
Wil je meer lezen over Petrus Immens en het Avondmaal? Steef Post schreef het boek Petrus Immens, pastoraal bewogen prediker. In het boek krijg je nog meer dan in het artikel een inkijkje in het (ambtelijk) leven van Immens. “Dominee Immens blijkt een pastoraal bewogen prediker te zijn in een tijd waarin zowel de zekerheid van het geloof als de directe verbinding tussen belijdenis en Avondmaal ter discussie stond.”
Je kunt het eerste hoofdstuk online lezen: 9789033130793 (uitgeverijdenhertog.nl)
Verder praten
Op JV, thuis of met je vrienden:
In het artikel gaat het ook over twee jonge mensen die de Heere mochten kennen. Ben jij jaloers op hen?
Wat heb jij van dominee Petrus Immens geleerd?
Loop eens naar de boekenkast van je ouders of je opa en oma. Ga op zoek naar het boek De Godvruchtige Avondmaalganger van Petrus Immens. Staat het er? Lees er eens wat zinnen uit en bespreek dat met elkaar.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 2021
Daniel | 36 Pagina's