Sophie Plusminus
Ik hoop zo dat oma snel beter is en dat ik dan mee mag naar de kerk… Weet je, ik moet er de hele tijd aan denken. Verder is het vrij saai, want Milan appt steeds met Anna en andersom. Dat je zoiets niet zat wordt, snap ik niet… Of ben ik jaloers? Gelukkig heb ik Maaike nog!
smakelijk.” Wat kijkt vader kwaad terwijl hij dat zegt. “Eet Sophie heeft een voorgevoel van een uitbarsting. En dat voorgevoel klopt. Moeder heeft het zeker ook door.
“Ben je druk op je werk, Marcel?”
“Nee, hoezo?”
“Je klinkt zo kortaf.”
En dan gebeurt het: vaders stem buldert door de keuken. Hij timmert met zijn vork en mes keihard op de tafel. “Het moet een keer afgelopen zijn hier. Iedereen in dit gezin leeft langs elkaar heen.”
Hij kijkt naar Milan en naar z’n mobiel die naast z’n bord op tafel ligt.
“Ik pak dat ding vanavond en dan, dan… rijd ik er met mijn auto overheen. En jij?” Vader kijkt naar Sophie. “Jij, jongedame, waar zit jij hele dagen met je gedachten? Komt het allemaal door die toetsen dat je zo afwezig bent? Ik ben het helemaal zat. Jullie gaan je maar weer eens gewoon gedragen. Het, ik, jullie…” Vader stottert ervan en ziet rood van kwaadheid.
Als hij uitgeraasd is, blijft het stil aan tafel. Sophie heeft helemaal geen trek meer. Met lange tanden eet ze verder. Milan heeft in een paar happen zijn bord leeg en kucht: “Sorry, pa, ik ben de laatste dagen een beetje afwezig door een meisje: maar ik kan je blij maken: Het is over! We hebben het uitgemaakt en dus heb ik weer tijd. Wat wil je? Een rondje op de mountainbike samen? Even naar het zwembad?”
Sophie verslikt zich bijna. Ze kijkt Milan aan. Milan kijkt niet terug.
Is het over met Anna? Ja, natuurlijk. Zoiets duurt altijd maar even, zegt ze zachtjes tegen zichzelf.
Vader is inmiddels rustiger geworden. “Ik zou graag een dagje uit willen. Dan kunnen we weer eens gezellig samen zijn en dan ben ik deze rotdagen, sorry voor mijn taalgebruik, misschien snel vergeten.” “Best”, zegt Milan. “Als het maar geen concert is of winkelen.”
Moeder heeft een goed idee. “Laten we een dagje naar het strand gaan. Scheveningen, is dat wat?” “Geniaal van je, Harmke.” Vader lacht weer.
Milan en Sophie knikken.
“Leuk idee, mam.” Sophie begrijpt vader wel. Ze zal de komende dagen echt haar best gaan doen. Er is meer op de wereld dan een oma in het ziekenhuis. Alhoewel?
Na het eten neemt Sophie een kijkje bij Milan.
“Is het over?” Sophie kijkt haar broer vragend aan.
“Wat bedoel je?” Milan kijkt niet op. Hij tuurt in een schrift.
“Nou, de appjes natuurlijk. Heeft Anna het uitgemaakt?” Sophie fluistert het bijna.
“Ja.” Milan zit met zijn hoofd in zijn handen en Sophie heeft het goed gezien. Milan is niet blij.
“Naar voor je.” Sophie weet verder niets te zeggen. Stil staat ze naar hem te kijken. Ze draait zich om en wil de trap aflopen naar beneden. Dan hoort ze nog net dat Milan zegt: “Het geeft niet, het is alweer over”.
Sophie gaat diep in gedachten op de bank zitten. Morgen ziet ze Anna weer. Anna is haar schoolvriendin. Ze lopen altijd samen in de pauze. Ze zitten bijna altijd naast elkaar in de klas. Hoe zal dat morgen gaan? Gaat Anna haar nu ook laten vallen? Dat zal toch niet? Sophie probeert haar gedachten te ordenen. Maar het lukt niet. Zal ze Anna even bellen? Nee, laat ze dat maar niet doen. Vooruit, ze zal wel zien morgen. Waarom zou ze het uitgemaakt hebben? Ze ziet even het beeld voor zich van Milan op z’n kamer en die druppels op dat schrift…
Nou ja zeg, moet je nou zien?
Totaal verbaasd ziet Sophie dat Milan een kwartier later lachend de trap afkomt.
“Zo pa, gaan we even een rondje fietsen of eerst een watergevecht?”
“Eerst wat drinken.” Moeder zet het fris op tafel. Het is te warm om buiten te zitten.
Het is al een paar dagen meer dan vijfentwintig graden en Sophie zou wel in de sloot willen springen. Ze heeft besloten om vanavond niet naar oma te gaan. Ze kan oma helaas niet appen, maar ze heeft Daniël een berichtje gestuurd.
“Wanneer gaan we naar het strand?” Moeder pakt de laptop en bekijkt de weersverwachtingen: warm, warm en nog eens warm.
“Zullen we zaterdag gaan?”
“Misschien kan Maaike wel mee?” Sophie vliegt overeind.
“Ja, mam, dat zou leuk zijn! Dat zou Maaike echt superleuk vinden.”
“Hoe moet ze mee? Ze heeft toch een voet in het gips? Lekker handig met zwemmen.” Milan legt zijn voeten op de salontafel.
“Hé, laat dat!” Moeder kijkt Milan streng aan en zegt daarna tegen Sophie: “Maaike kan misschien niet zwemmen, maar toch wel lekker op een strandstoel in het zonnetje liggen? Sophie is al zo vaak met Maaike mee geweest. Logeren bij die oom en tante, een dagje mee naar school, werken bij de slager. We hebben nu de kans om wat terug te doen. Maaike verveelt zich. Vraag het haar maar”.
Maaike is helemaal gelukkig: “Eindelijk een verzetje in dit saaie bestaan op mijn stoel hier. Ik ben het zo zat, morgen krijg ik loopgips, wist je dat?”
Net voor ze wil gaan douchen, krijgt ze een appje van Anna. Razendsnel vliegen haar ogen over het scherm.
Hoi Sophie, weet je het al van Milan en mij? Wil je niet boos zijn? Er is echt niets bijzonders. Maar weet je… Ik ben het gewoon een beetje zat. Ik weet ook niet goed meer wat ik moet appen en ja… Wat is er eigenlijk aan. Ik wil graag iets leuks doen met vriendinnen. Winkelen of zo. Of zwemmen. Het is niet om Milan. Bij een andere jongen zou ik het ook zat geworden zijn. Ik ben eerlijk gezegd opgelucht dat het nu over is. Het was superleuk, maar… Je snapt me misschien wel...
Zullen we morgen samen iets leuks doen? Een patatje halen? Ik trakteer!!! Ik hoop dat je niet boos bent. Milan baalde stevig. Ik vind het rot voor hem. Maar hij zei dat hij het zelf ook al een beetje zat aan het worden was, dus… En heb jij het dagboek van Anne Frank voor mij te leen? Ik heb morgen een presentatie en ik zie het nergens ;-( Liefs!
Sophie zucht. En ze is blij. Eigenlijk kan ze Anna helemaal begrijpen. Milan moet er maar weer aan wennen. En vanavond heeft ze verder niets meer aan hem gemerkt. Wat fijn dat ze nu alles weet, voor ze morgen op school komt (plus).
Daarna springt ze onder de douche. Ze zet de kraan zo koud mogelijk, iets te koud…
“Waarom gil je Sophie?”, hoort ze in de verte haar moeder roepen.
“Het water stond iets te koud, mam!”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 2021
Daniel | 36 Pagina's