Omgaan met de ander

Zullen we eens eerlijk zijn tegen elkaar? Zoals het hierboven staat, zo zou het moeten. Elkaar helpen, van elkaar leren… Maar wij oordelen zo vaak over de ander, zonder dat wij die ander goed kennen. De Heere kent ons wel goed. Hij weet wie wij zijn en hoe wij denken. Zoek in je Bijbel Lukas 6 vers 37 tot en met 42 maar eens op.

De Heere veroordeelt ons als we een ander veroordelen. Dat betekent dat we wel de kleine fouten van een ander zien, maar onze eigen grote fouten niet zien. Dan zijn we niet oprecht; je bent niet eerlijk naar de ander en naar jezelf. De Heere vraagt van ons dat we elkaar liefhebben. Zoals jij wilt dat de mensen met jou omgaan, zo moet je ook met een ander omgaan.

De Heere gebruikt een voorbeeld om ons duidelijk te maken dat het niet goed is als we wel de kleine fouten van een ander zien, maar niet letten op onze eigen grote fouten. Welk voorbeeld gebruikt de Heere?)

De boom en zijn vruchten

Een boom herken je aan zijn vruchten. Je weet dat een appelboom een appelboom is, omdat je ziet dat er appels aan groeien. Jij en ik zijn net als een boom. Ons gedrag en onze manier van leven zijn de vruchten aan onze boom. Als wij eerlijk leven en de Heere Jezus volgen, brengen wij ‘goede vruchten’ voort. Als wij de Heere Jezus afwijzen en ons niet eerlijk gedragen, brengen we ‘kwade vruchten’ voort. Aan ons gedrag kunnen anderen zien of wij de Heere Jezus volgen.

Opdracht: Zoek in je Bijbel op: Matthéüs 3 vers 10, Matthéüs 7 vers 17 tot 20, Matthéüs 12 vers 33, Lukas 3 vers 9 en Lukas 6 vers 43 tot 44. Wat zegt de Heere in deze teksten over de boom en zijn vrucht?

De veren van de rabbi

Er was eens een jongen die veel lelijke leugens verspreidde over zijn vriendjes. Het lukte zijn ouders maar niet om hem daarmee op te laten houden. Daarom vroegen ze de rabbi om raad.

De rabbi gaf de jongen een opdracht. Hij zei: “Neem een kussen, ga naar het marktplein, scheur het kussen open en laat alle veren met de wind meewaaien”. Nadat de jongen dat met veel plezier had gedaan, kwam de jongen terug bij de rabbi. “Goed zo”, zei de rabbi. “Ga nu terug naar de markt, raap alle veren weer op en stop ze in het kussen.” “Maar dat is onmogelijk”, stamelde de jongen. “Dat heb je goed gezien. Net zo onmogelijk als het terugnemen van al die lelijke dingen die jij over je vriendjes hebt verteld. Let dus voortaan op je woorden. Ze zijn als veren, eenmaal uitgestrooid, kun je ze nooit meer terughalen.”

Opdracht:

• Print van internet monturen van brillen (bijvoorbeeld Pinterest, bril knutselen) of teken zelf een montuur. Je kunt ook het montuur hier onder gebruiken.

• Kleur twee monturen en prik of knip die uit.

• Plak achter het ene montuur donker doorzichtig papier. Plak achter het andere montuur licht doorzichtig papier.

• Ga met elkaar in gesprek: bedenk situaties waarin je door een donkere óf door een lichte bril naar de ander kijkt.

• Hang de bril met lichte glazen op een zichtbare plek. Schrijf erbij: “Kijk met een Bijbelse bril naar de ander – met vriendelijke ogen!”

• Leer van de Heere Jezus dat Hij juist keek met vriendelijke ogen naar mensen die door anderen met lelijke, boze ogen werden aangekeken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen