Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sophie Plusminus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sophie Plusminus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Alles is plus! We gaan vandaag naar het strand, Maaike gaat mee en wat het allerleukst is: oma is weer thuis uit het ziekenhuis. Nu hopen dat ze snel opknapt en dan kan ik een keer met haar mee naar de kerk. De Heere Jezus is daar vast en zeker en ja… Hoe zeg je dat? Daar verlang ik naar!

Het is Hemelvaartsdag en de zonnestralen schijnen door het raam naar binnen. Sophie zit op de rand van haar bed. Haar gedachten gaan terug naar de afgelopen dagen: dat heeft ze wel vaker.

Maandag, wat was er maandag ook alweer? O ja, toen had Richard haar toevertrouwd dat de presentatie van Anna hem erg had geraakt en dat hij daarom moest overgeven.

Het herinnerde hem aan de ellendige situatie bij hem thuis in Friesland. Sophie had alleen naar hem geluisterd. Richard had ook gezegd: “Dank je Sophie. Het voelt heel fijn, dat er iemand is die me heeft gezien… Iemand die heeft gezien dat ik het soms moeilijk heb en dat jij dat bent!”

Woensdagavond had ze een bloemetje bij oma gebracht en ze was lang bij haar gebleven. Het was zo fijn. Oma had met haar gebeden en het was net of de Heere Jezus bij hen was.

“Sophie, kom je?” Beneden wordt geroepen. Moeder staat onderaan de trap zegt: “Maaike stond hier vanmorgen vroeg aan de deur. Ze gaan vanmorgen eerst naar de kerk, daarna kleedt ze zich om en dan hoopt ze om elf uur hier te zijn”.

“Naar de kerk? Het is toch geen zondag?” Milan haalt de woorden uit haar mond.

“Hemelvaartsdag is een christelijke feestdag. Er wordt vast iets gevierd. Je kunt het straks aan Maaike vragen”, zegt vader. Hij smeert zijn eierkoek goed met boter in. Sophie voelt de jaloersheid van binnen (min). Of is het verlangen (plus)? Sophie vecht tegen haar gedachten (min).

Eindelijk stapt Maaike binnen. Ze heeft een enorme tas bij zich.

“We gaan maar een dag!” Lachend pakt vader de tas aan.

“Eens kijken of die er nog bij past in de kofferbak. Mijn vrouw heeft ook al aardig wat ingepakt.”

Het is een eind rijden. Milan zet een leuk filmpje op en Maaike ligt dubbel.

Ze lacht om alles wat Milan zegt.

Sophie heeft haar teenslippers uitgedaan. De zon schijnt, het waait niet zo hard, maar net genoeg voor mooie golven. Het eerste dat Milan, Maaike en Sophie doen, is zwemmen. Brrr…. Wat is het koud. Milan loopt voetje voor voetje het water in. Maaike ernaast. Sophie duikt het water in, komt weer terug en schept het water…

“Nee”, gilt Maaike. Milan lacht, pakt Maaikes hand vast en trekt haar het water in.

Sophie laat Milan en Maaike achter zich en zwemt een heel stuk de zee in. Daarna gaat ze terug en loopt het strand op. Sophie pakt haar handdoek en gaat liggen. Bakken noemt vader dat.

Als Milan en Maaike even later naast haar liggen te bakken, gaat vaders telefoon.

“Wie heeft nu zijn mobiel aanstaan op zo’n dag?” Sophie schudt haar hoofd.

“Dat zou mijn vader nu ook doen”, zegt Maaike. Vader schuifelt met zijn voeten in het zand. Sophie kijkt hem ineens oplettend aan. Haar paps kijkt naar de grond en schuifelt nog steeds met zijn voeten.

“Pa, wie belde er? Wat is er?”

Dan draait vader zich om en kijkt naar Maaike. “Maaike, kom eens hier?”

“Huh, wat zegt u? Ja, ik kom al”, mopperend staat ze op.

“Vast mijn bezorgde mams weer. Of ik wel uitkijk met mijn voet en…” Dan ziet ze het gezicht van buurman Marcel.

“Maaike, je moeder belde net. Je oma is overleden.” Sophie staat als aan de grond genageld. Ze ziet wel hoe vader en moeder haar arm om Maaike heenslaan. Haar troosten en een zakdoek aangeven. Alleen Milan kijkt haar even nadrukkelijk aan.

Maaike begint te huilen. “Oma gestorven. Hoe kan dat nu? Het ging juist zo goed met haar? Kunnen we naar huis?” Maaike bekijkt zichzelf en zoekend gaan haar ogen naar de tas met kleren.

Milan is de eerste die wat zegt. “Laten we inpakken en naar huis gaan. Volgend jaar is er hopelijk weer een Hemelvaartsdag en het strand loopt niet weg. Maaike moet naar huis.”

“Je hebt helemaal gelijk, Milan.” Vader begint al met het inklappen van de stoelen.

Sophie is verschrikkelijk geschrokken. Ze is zo geschrokken, dat het is alsof ze verdoofd is. ‘Niks laten merken, Sophie. Nu niet. Dat kan niet. Even niet aan oma denken’, zegt ze tegen zichzelf. Niet doen, want dan moet ze huilen. De anderen lopen al vooruit door het mulle zand. Sophie blijft expres een beetje achter. Ze kan haar gedachten niet wegstoppen. Het gaat niet.

‘Oma, waarom?’ Ze snikt zachtjes in zichzelf.

Verder kan ze niet denken, haar hoofd is van steen. In de auto zegt niemand veel. Af en toe snikt Maaike. Na een half uur is het gesnik over en is ze alweer druk in discussie met Milan.

Sophies hoofd voelt nog steeds aan als een betonblok. Het denken gaat niet. Het is zo’n warboel.

Ze wil ook even niet denken. Ze wil er niet aan denken dat ze nu nooit meer naar oma kan. Dat ze nooit meer in de kerk kan komen. Nooit meer de krant brengen. Nooit meer samen bidden met oma. Nooit meer horen over de Heere Jezus.

Ineens snikt ze. Ze slikt en slikt. Haar schouders schokken. Snel kijkt ze uit het raam.

Oma is bij de Heere Jezus in de hemel en zij? Zij zit in een auto vol met spullen voor op het strand.

Als ze thuiskomen, gaat Maaike naar huis. Sophie loopt naar boven en valt op haar bed. Ze huilt tot ze geen tranen meer heeft.

“Heere Jezus, help me…”

Ineens moet ze denken aan Anne Frank en haar vriendinnetje Hannelie. Ze zaten met een volle klas en er bleef niets meer over. Ze heeft ook niets meer over. Oma is er niet meer. Ze kan er nooit meer naar toe. Het is allemaal voor niets geweest. Wat een geluk dat ze nooit iets tegen vader en moeder heeft gezegd. Nu hoeft ze ook niets uit te leggen.

Hoort ze voetstappen op de trap? Vlug schuift ze haar Bijbeltje onder haar kussen.

“Kom je, Sophie? We gaan eten.”

Even pakt Sophie het zwarte boekje vast. Ze is gelukkig niet alles kwijt. Ze heeft het Bijbeltje nog.

Langzaam loopt Sophie de trap af naar beneden.

Onder het eten wordt weinig gezegd. Tenminste… Sophie hoort er niet veel van. Het gaat over van alles en nog wat. Moeder is al bij de buren geweest. Ze heeft hen gecondoleerd.

“Het moet een aardige mevrouw geweest zijn, volgens Gerda. Ze leefde altijd erg mee met haar kinderen en kleinkinderen.” Moeder praat verder: “Logisch dat Maaike erg van slag is, Sophie. Jij bracht er toch wel eens de krant? Je moet deze dagen maar een beetje naast haar staan. Ga er maar gerust heen als ze het fijn vindt”. Sophie zegt niets. Moeder zegt: “Ik begrijp wel dat je dat moeilijk vindt. Maar meeleven doet altijd erg goed”.

Sophie durft niet naar Maaike. Dan gaat ze vast huilen. Ze moet er heen om er voor Maaike te zijn. Morgen dan maar…

Midden in de nacht ligt Sophie nog wakker. Ze kan oma nooit meer zien, maar ze wil oma nog wel graag zien. Weet je wat? Morgenmiddag uit school gaat ze naar oma’s huis. Daar is vast wel iemand. Dan gaat ze vragen of ze oma mag zien. Ja, dat gaat ze gewoon doen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2021

Daniel | 36 Pagina's

Sophie Plusminus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2021

Daniel | 36 Pagina's