Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sophie Plusminus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sophie Plusminus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is iets verschrikkelijks gebeurd. Oma is overleden en niemand heeft in de gaten hoe erg ik dit vind. Ik besef geloof ik zelf niet, hoe erg ik het vind. Mijn ouders hebben niets in de gaten en Maaike ook niet en dat is maar beter zo. Ik heb nu niets meer over, alleen mijn Bijbeltje. Oma’s Bijbeltje!

Als Sophie na schooltijd terugfietst, is ze nog niet van gedachten veranderd. Natuurlijk heeft ze Maaike geappt dat ze vanavond even langskomt om mee te leven, maar vanmiddag gaat ze naar het huis van oma.

Ze zet haar fiets tegen het tuinhekje en ze belt aan. Dat deed ze normaal ook altijd. De deur gaat open en een mevrouw kijkt om het hoekje. Sophie herkent het gezicht van de tante van Maaike van een verjaardag bij de buren. “Dag mevrouw, ik ben Sophie. Ik bedoel, ik ben het kranten meisje en oma… Ik bracht altijd de krant bij haar.” De mevrouw kijkt haar vragend aan: “O, kom je de krant brengen? Dan ben je vroeg?”

Sophie heeft geen krant. Hoe moet ze het zeggen? Ze voelt zich verschrikkelijk eenzaam. Snapt ze het dan niet?

“Mag ik oma zien, ze is toch… Ze leeft toch niet meer?” Ze heeft de vraag nog niet gesteld of de tranen komen. De mevrouw kijkt haar met grote ogen aan en dan zegt ze vriendelijk: “Kom maar mee. Jij kent oma zeker? Mis je haar? Wij ook, we missen haar zo. Wat goed van je dat je gekomen bent, natuurlijk mag je haar zien. Kom binnen”.

Opgelucht haalt Sophie adem. Ze trekt haar jas uit en hangt die aan het haakje. Als ze de kamer binnenstapt, ziet ze dat er nog meer mensen zijn.

Sophie loopt achter de tante aan naar de slaapkamer van oma.

“Kijk, hier ligt ze: kijk maar even rustig.” Tante geeft haar een schouderklopje en blijft even naast haar staan. Sophie staat te bibberen op haar benen. Ze ziet oma’s witte gezicht en haar gesloten ogen. Ze heeft nog nooit zoiets gezien. Stil staat ze te kijken en ze heeft niet in de gaten dat Maaikes tante de kamer uitloopt. Sophie is nu alleen bij oma.

Het duurt niet lang of dikke tranen stromen over haar gezicht. “Omaatje, hoe is het met u? Bent u nu in de hemel? Bij God?” Ze kijkt naar oma’s gezicht. Het lijkt wel of ze glimlacht. Sophie observeert heel goed. Dit gezicht moet ze nooit vergeten, want dan kan ze nog veel aan oma denken. Het is nu de laatste keer dat het kan. Was het maar haar echte oma. Dan kon ze mee naar de begrafenis.

“Omaatje…”, zegt ze zachtjes. “Hoe moet het nu?” Opeens voelt ze zich zo alleen. Sophie kijkt de slaapkamer rond en bedenkt dat hier oma altijd sliep. Vast heeft ze hier veel gebeden. Haar oog valt op een tekst op een houten bordje aan de muur.

“Hij is onze Vrede.”

‘Maar’, denkt ze. ‘Dit zijn woorden van God uit oma’s Bijbeltje.’ Sophie voelt terwijl ze daar staat hetzelfde als onder het bidden met oma. Het wordt heel stil bij haar van binnen (plus) en het lijkt net alsof al haar verdriet even weg is. Ze heeft er geen erg in dat ze haar ogen dichtdoet en haar handen samen. Bij de Heere Jezus is vrede, ja natuurlijk, dat staat er eigenlijk en opeens begrijpt ze ook wat er staat. Niet bij oma, maar bij de Heere Jezus is de ware vrede. Sophie voelt het in haar hart.

“Heere, bij U is Vrede.”

Geeft de Heere Jezus dit in haar hart? “Heere bent u hier gekomen van binnen in mijn zondige hart? Wilt U alstublieft nooit meer weggaan?”

Sophie staat stil te denken. Is dit de vrede van oma? Nee natuurlijk niet: het is Zijn vrede, de vrede van God. Nog nooit eerder heeft ze dit ervaren. Weer komen er tranen uit haar ogen. Dit had ze nooit verwacht, dit was wat oma haar al een paar keer heeft verteld.

“Als de Heere in je hart komt, Sophie, dan spreekt Hij door Zijn Woord en dan merk je het aan alles. Dat weet je”, heeft oma haar zelf verteld.

“Oma”, zegt ze. “Nu is de Heere toch nog gekomen.”

De tante van Maaike is inmiddels teruggekomen en ze wenkt haar.

“Kom maar meisje, er is nog meer bezoek.”

Sophie loopt achter haar aan door de gang en als ze de kamer inloopt, hoort Sophie haar naam.

Ze kijkt om en dan worden haar ogen groot van verbazing. Wat? De moeder van Tessie? Hoe kan dat? De moeder van Tessie knikt vriendelijk naar haar.

“Hoe gaat het met Tessie?”, vraagt Sophie met een benepen stem.

“Met Tessie gaat het best goed. Zal ik haar de groeten doen?”

“Graag!” En Sophie denkt: ‘Zou ze weten dat ik haar een briefje heb geschreven?’

Maaikes tante geeft haar nu een duwtje in de rug. “Kom je? Dan zal ik je bij de deur brengen. Er zijn nog meer mensen die oma willen zien. Vond je het fijn?”

Na het avondeten gaat Sophie bij Maaike kijken. Ze durft er nu wel naar toe. Maaike is vreemd stil. Ze zegt bijna niets. Zou dat komen door haar verdriet?

“Ik heb een briefje.” Maaike pakt het uit haar rokzak en geeft het aan Sophie. Dan begint Maaike te huilen: “Ik, oma, het is zo erg allemaal.”

Sophie zegt niets. Ze luistert. Ze kan niet veel wijs worden uit wat Maaike stottert.

“Over een paar dagen is de begrafenis al en dan, dan kan ik haar nooit meer zien”, snikt Maaike.

Sophie wil niet gaan huilen, maar ze kan toch ook haar tranen niet tegenhouden.

“Wat erg voor je Maaike!”

Als ze thuiskomt zitten vader, moeder en Marcel gebogen over de kaart van Gelderland.

De koffie staat ingeschonken op tafel, maar Sophie loopt door naar de trap.

Ze gaat op haar bed zitten en vouwt het briefje van Maaike open.

Sophie zucht en legt het briefje opzij. Ze voelt alleen maar minnen. Dan hoort ze moeder de trap opkomen. “Jij ziet wit, Sophie. Je hebt het je aangetrokken van Maaikes oma, zeker?” Moeder kijkt haar bezorgd aan. “Weet je wat? Ga lekker even in bad en duik je bed in en slaap morgen maar eens goed uit.”


Hoi Sophie,

Ik moet je wat vertellen. Ik ben erg geschrokken van het ziekzijn van oma. Oma leeft nu niet meer. Ik ben gaan nadenken over mijn leven. Ik wil jou er niet mee lastig vallen en ik wil wel een beetje vriendinnen blijven, maar misschien is het niet handig.

En dat van Milan, je weet wel. Dat kan niet. Daar heb ik goed over nagedacht.

Ik weet niet goed hoe ik dat aan jou moet uitleggen. Het hoort bij ons christelijk zijn, dat je een vriend zoekt uit je eigen kerk en ik wil heel graag later net als oma worden. Zij had het echte geloof (misschien snap je het niet, laat dan maar zitten).

Liefs, Maaike.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 2021

Daniel | 36 Pagina's

Sophie Plusminus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 2021

Daniel | 36 Pagina's