Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Volgen in niet vanzelfsprekend

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Volgen in niet vanzelfsprekend

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hiacoomes gaat in de opening van zijn wigwam zitten. Hij is moe. Zijn donkere ogen gaan even over het kleine tentenkamp. Na een poosje zullen ze hier weer vertrekken, als het hakhout dat ze verzameld hebben op is. Dan zullen ze op een andere plaats hun wigwams opslaan. En Hiacoomes zal weer jagen. En de vrouwen zullen weer alle werk doen. En zo zal het doorgaan, een leven lang. Totdat? Ja, totdat de dood komt. Soms denkt Hiacoomes daaraan. Zal hij met Kantantowit, de hoofdgod, een schitterend vermaak krijgen in de eeuwige jachtvelden? Of zal zijn ziel naar de plaats gaan waar nooit rust zal zijn, maar een altijddurende verschrikking? Hiacoomes weet het niet. Maar de enige ware God kent hij niet. En zijn leven zal doorgaan, totdat hij sterft; vervreemd van God. Of toch niet?

Urenlang plenst de regen naar beneden. Grijze wolken hangen boven bossen, bergen en velden. Door deze eindeloze grauwe nattigheid trekt een groepje mensen. Ze dragen wat spulletjes en enkele tenten. Het zijn John Eliot en een aantal helpers. De hele staat Massachusetts doorkruist hij. Overal op zoek naar mogelijkheden om met de indianen in contact te komen. Soms moeten ze rivieren oversteken. Vaak worden ze gekweld door honger en door dorst. Ook nu is het niet makkelijk. Als het donker wordt, houden ze halt. De tenten worden opgezet. Ze zijn kletsnat en ijskoud. Drie dagen trekken ze nu al rond. En drie dagen en nachten lang heeft het zonder ophouden geregend. Soms bedreigen de hoofdmannen van de indianen John Eliot. “Jij, blanke man, moet vertrekken en hier nooit meer terugkomen. En waag je het wel, dan zul je gedood worden.” Maar John Eliot laat zich niet afschrikken. Hij antwoordt moedig: “Ik ben bezig met het werk van de grote God; en mijn God is met mij; zodat ik noch jullie noch welke hoofdmannen in het land dan ook vrees. Ik ga door, en raak me eens aan als je durft!” En Eliot gaat door. Overal waar hij komt, brengt hij de boodschap van Gods Woord. En de Heilige Geest gaat werken in de harten van de roodhuiden. In hun kleine tenten buigen ze hun knieën en prevelen hun lippen een gebed: “Amanaomen, Jehovah, tahassan metagh! Chechesom, Jehovah, kekowhogkan!” Dat betekent: “Neem mijn stenen hart weg, Heere! Was, Heere, mijn ziel!”

In het dorp van Hiacoomes is het druk. Steeds meer mannen lopen naar een open plek tussen de wigwams.

Zo aan de kleding te zien, zijn er veel priesters bij. En dat klopt. De priesters zijn boos. Sinds de komst van de zendeling hebben ze veel macht verloren. Ook Hiacoomes luistert naar de boodschap van de blanke man. Hij gelooft niet meer in de goden. Dat alles staat de priesters niet aan. Hier moet een einde aan komen. Daarom hebben ze een vergadering belegd. Ook Hiacoomes moet komen. Hij is er ook. Ze zullen hem duidelijk maken dat hij moet terugkeren naar de godsdienst van zijn vaderen. En als hij dat niet doet, dan zal hij gedood worden.

Als iedereen zijn plaatsje heeft ingenomen, neemt een van de priesters het woord. “Wie is er die de priesters niet vreest?” Uit een andere hoek klinkt het antwoord, gegeven door een andere priester: “Er is niemand die de priesters niet vreest“. Dan wordt het stil. Iedereen kijkt naar Hiacoomes. Wat zal hij zeggen? Wat zal hij doen? Hiacoomes staat op. Hij voelt een wonderlijke rust in zich komen. Hij kijkt de indianen aan die rondom hem zitten. “Ik vrees de priesters niet. Zij spreken ons van goden die geen goden zijn; goden die niet bestaan. Maar ik vertrouw op de levende God; de God, Die de hemel en de aarde gemaakt heeft.” Hiacoomes zwijgt. Het is nu doodstil. De ogen van de priesters fonkelen. Maar ze doen niets. Dat hoeft ook niet. De goden zullen immers wraak nemen. Maar er gebeurt niets. Kijk, daar komt een indiaan naar Hiacoomes toegelopen. Hij geeft hem een hand en feliciteert hem. Andere indianen doen hetzelfde. Ze hebben begrepen dat de God van de christenen de ware God is. En Hiacoomes? In stille dankbaarheid heft hij even zijn hoofd omhoog. Boven lucht en wolken woont de Heere. De Heere heeft hem bewaard. Hiacoomes wenkt met zijn hand. Het wordt nu heel stil. En Hiacoomes begint te vertellen. Te vertellen over de enige ware God. Hij spoort de mensen van zijn stam aan om zich tot die God te bekeren.


Wil je verder lezen?

Bestel dan voor zeven euro vijftig het boekje De Spaanse bijbelsmokkelaar in de webshop van de GBS. Er staan zes mooie, waargebeurde verhalen in over het werk van de Heere. Mooi om te lezen of om je te laten voorlezen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 2022

Daniel | 36 Pagina's

Volgen in niet vanzelfsprekend

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 2022

Daniel | 36 Pagina's