Geloof onder vuur Gerben van der Wulp

10:00 uur – Het derde uur, de wiskundeles

Jesse kan zijn aandacht er niet bijhouden. Bij een les wiskunde is dat toch al een hele opgave. Vandaag moet zijn vader naar het ziekenhuis. Jesse kijkt op zijn horloge. Tien uur. Zijn ouders hebben nu die afspraak. Wat zal de uitslag zijn? Aan het einde van het derde uur is het lunchpauze. De docent, mevrouw Den Hollander, leest uit de brief van Jakobus. Het thema is: lessen uit Jakobus. Vandaag: Beproeving. ‘Hè, alweer?’, denkt Jesse. Hij luistert ingespannen naar een gedeelte uit Jakobus 1. Mevrouw Den Hollander leest:

Acht het voor grote vreugde, mijne broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt;

Wetende dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt. Doch de lijdzaamheid hebbe een volmaakt werk, opdat gij moogt volmaakt zijn en geheel oprecht, in geen ding gebrekkelijk.

En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden.

Mevrouw Den Hollander kijkt de klas in. “Moeilijk hè?”, zo begint ze. “Beproevingen of tegenslagen. Dat vind ik ook, hoor! Maar het is nodig voor ons en het is ook een middel waardoor de Heere Zijn kinderen opvoedt. Weten jullie wat het doel is van beproevingen?” Ze wacht even. “Dat Gods kinderen meer op de Heere Jezus gaan lijken. Heiligmaking heet dat.” “Nou, ik heb ze liever niet!” Dat is Jessica! Jesse kijkt verschrikt opzij. Zou ze ook iets meemaken momenteel, waardoor ze zo heftig reageert? Toch eens navragen. “Wat bedoel je, Jessica?”, vraagt mevrouw Den Hollander. “Het kan toch ook anders? Waarom moet het altijd zo?” “Zullen we er straks even over doorpraten Jessica?”, vraagt mevrouw Den Hollander. Jessica haalt haar schouders op. Ziet Jesse dat nou goed? Huilt Jessica? Hij voelt nog meer behoefte om haar te vragen wat er aan de hand is. Misschien kan hij haar helpen. Maar hoe gaat hij contact met haar maken?

10:50 uur – In de pauze, gesprekje mevrouw Den Hollander en Jessica

“Hoe gaat het met je, Jessica?”, vraagt mevrouw Den Hollander, als ze samen bij het bureau gaan zitten. Jessica barst in snikken uit. De spanning komt er zomaar ineens uit. Ze kent mevrouw Den Hollander al drie jaar. Ze praten wel vaker. “Mijn vader”, snikt Jessica. Mevrouw Den Hollander wacht geduldig. “Mijn vader woont ergens anders. Ze maken alleen maar ruzie!” “Wat naar voor je, Jessica!”, zegt mevrouw Den Hollander “Ja, en het is superongezellig thuis! Jessica veegt de laatste tranen weg. “Wat een tegenslagen, Jessica. Weet je nog wat we zojuist uit de Bijbel gelezen hebben? En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere. Zullen we samen bidden?” Jessica knikt.

16:00 uur – Gouda, huize Van Vuren, een verontrustend telefoontje

Als Jesse thuiskomt, treft hij zijn moeder met rode ogen in de keuken. “Mam, wat is er?” Moeder wil zich eigenlijk flink houden voor haar kinderen, maar de spanning van de laatste tijd is haar even teveel. “Jesse, ik ben bang. Papa ligt heel de dag op bed. Er zijn foto’s gemaakt en de huisarts heeft gebeld dat hij een verdikking heeft gezien in papa’s rechterlong. En nu moeten we naar het ziekenhuis voor een gesprek met een oncoloog.” “Wat is dat, mam?” Dat is Jelmer. Hij is de keuken in komen lopen en ziet moeders gezicht. In zijn kielzog komt ook Jered de keuken binnendruppelen. “Mam, ik heb trek, mogen we een koekje?” Moeder herpakt zich. “Ga allemaal eens zitten aan de tafel. Ja, jullie krijgen wat drinken en een koekje.” Als iedereen is geïnstalleerd, vervolgt ze: “Jongens, jullie hebben wel gemerkt dat papa niet in orde is. Vanmiddag belde de huisarts. Hij zei iets waardoor we heel erg ongerust zijn geworden.” Drie bedrukte gezichtjes kijken haar aan. De koekjes blijven onaangeroerd.

Als Jesse op zijn kamer komt, laat hij zich op zijn bed vallen. Hij staart een tijdje naar het plafond. Plotseling krijgt hij een heel benauwd gevoel. Zijn adem stokt. Het lijkt wel of zijn keel dichtgeknepen wordt van angst. Zou papa kanker hebben? Maar papa had gezegd, zoals hij dat alleen kan zeggen, “Geen muizenissen.” Wat had Jessica ook alweer voorgelezen tijdens de jaaropening van meneer De Groot? “Ben je daar klaar voor? Ben je bereid?” Hij bereid? Hij voelt zich ellendig en alleen. Hij zucht diep. Jesse knielt voor zijn bed. Een woordeloos gebed voor zijn vader klimt op tot God.

Enkele dagen later

Als Jesse enkele dagen later thuiskomt, hangt er een zware stilte in het huis. Vader ligt op bed. Moeder is de jongens ophalen van school. Vandaag was het gesprek met de oncoloog. Wat zal de uitkomst zijn? Zachtjes loopt hij naar boven. De slaapkamer van zijn ouders staat op een kier. Vader zit overeind in bed. Jesse klopt op de deur. Zijn vader kijkt op en ziet zijn zoon staan. “Ha, jongen, kom verder”, zegt hij. Wat ziet zijn vader er moe uit! “Hoe was het gesprek?” Vader zucht. “Er is iets gevonden en het moet verder onderzocht worden. De komende dagen krijg ik verdere onderzoeken.” Het lijkt of de grond onder Jesse’s voeten wegzinkt. Hij had hier rekening mee gehouden en toch voelt de boodschap als een klap in zijn gezicht. “Jesse, het is voor ons allemaal moeilijk, maar onthoud één ding: Gods weg is volmaakt. De Heere is te wijs om fouten te maken en te goed om wreed te zijn.” Jesse knikt. De tranen staan in zijn ogen. “Maar pap, hoe lang zal dit duren?” “Tsja, dat weet ik niet”, antwoordt vader. “Wat ik wel weet is dat het een door God bepaalde tijd is. Onze tijden zijn in Zijn hand.”

Huiswerk maken

Die avond zit Jesse aan zijn huiswerk. Het lukt hem niet zich te concentreren. Hij pakt zijn mobiel en zoekt in de groepsapp naar het nummer van Jessica, zodat hij haar persoonlijk kan appen.

Jesse legt zijn telefoon opzij. Het is tijd om de dag af te ronden. Hij pakt zijn dagboek over de Dordtse Leerregels. Het gaat over hoofdstuk 5, paragraaf 11. God geeft met de verzoeking ook de uitkomst. Er staat boven: “God meet de schouders”. Aan het einde van het dagboekstukje leest Jesse: “Verkeer jij in de kolken van ellende en word je verzocht en zie je geen uitkomst? Leg maar eerbiedig je vinger bij dit gedeelte en bid of de Heere, onverdiend, ook jou uitkomst wil geven om Jezus’ wil.” Zou er dan toch nog uitkomst zijn?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen