Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloof onder vuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloof onder vuur

#05 Hij verandert de tijden

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vader Van Vuren is onder behandeling. Zoon Jesse heeft het er erg moeilijk mee. Jessica gaat een weekend naar haar vader die tijdelijk in een vakantiewoning bij de Reeuwijkse plassen woont. Jesse zoekt wat afleiding door te gaan fotograferen.

Reeuwijkse plassen

Jesse ligt op zijn buik in het gras. Je kunt goed merken dat het herfst is. De grond voelt nat aan maar het deert hem niet. Muisstil ligt hij. De telelens is gecamoufleerd. De bosjes bieden een goede beschutting. Door zijn lens ziet hij de ijsvogel. Het vogeltje zit op een tak en heeft een visje in zijn snavel. Het perfecte plaatje. Slechts zestien centimeter groot en zesendertig gram zwaar. In het Engels heet dit prachtige diertje Kingfisher, en dat is niet voor niets weet Jesse. Een paartje ijsvogels eet wel vijfentwintig kilo vis per jaar! Jesse is alles om zich heen vergeten. Hij zoomt, klikt en geniet.

Achter zich hoort Jesse plotseling een fiets remmen. Hij schrikt ervan! Dan hoort hij zijn naam noemen: “Jesse?”. Die stem herkent hij. Zijn gezicht wordt vuurrood terwijl hij het toch behoorlijk koud heeft. Hij kijkt omhoog. Achter hem staat Jessica. Ze heeft een grote tas bij zich. Wat doet zij nu hier? Niet dat hij het erg vindt. Wat zou ze van plan zijn? Zou ze gaan logeren? “Eh, hoi!”, groet hij wat ongemakkelijk terwijl hij opstaat. “Hé, wat doe jij nou hier?”, vraagt Jessica. Jesse schiet in de lach: “Dat wilde ik net aan jou vragen!” “O, eh, nou eh, wacht even.” Jessica pakt in een vloeiende beweging de witte dopjes uit haar oren. “Even op pauze zetten”, verontschuldigt ze zich. “En, heb je al wat op de foto gezet?”. Jessica wijst naar zijn camera. “Oh, eh, ja”, reageert Jesse en klikt op het digitale schermpje. Hij zoekt even en vindt dan het plaatje dat hij zojuist heeft geschoten. Met enige trots toont hij het resultaat. “Wow!”, roept Jessica uit. “Je hebt echt talent!” “Dank je!”, reageert Jesse. “Wacht eens, volgens mij zag ik die vogel net vliegen, kan dat?” Jesse moet moeite doen om niet te lachen. Hij wil zeggen: “Volgens mij zie jij ze wel vaker vliegen”, maar het lukt hem net op tijd de opmerking in te slikken. In plaats daarvan reageert hij met: “Oh, ja, dat kan”. “Maar”, zegt Jessica, “hoe gaat het eigenlijk met je vader?” Jesses gezicht betrekt. Het was zojuist even naar de achtergrond verdwenen. Hij slikt even. “Hij krijgt vier bestralingen en is aan het herstellen van de eerste cyclus.” “Tsjonge”, reageert Jessica. “Maar het gaat nu best goed met hem hoor”, zegt Jesse en hij probeert het luchtig te laten klinken. “Gelukkig! Nou sterkte hoor!”, zegt Jessica terwijl ze haar dopjes weer pakt. “Ik ga maar weer eens. Als ik het wil halen moet ik nog doorfietsen, ik ga loge-ren. Have fun! Ik zie je maandag!” En zonder nog reactie af te wachten springt ze op haar fiets. Ze kijkt nog één keer om en zwaait lachend. Jesse is heel blij dat er nu genoeg afstand tussen hen is zodat hij zich voor niemand hoeft te schamen voor zijn rode hoofd. Hij steekt zijn hand op en probeert het er nonchalant uit te laten zien. En dan, voordat hij er goed over na heeft kunnen denken, brengt hij de camera aan zijn rechteroog, zoomt in op Jessica en klikt een aantal keer snel achter elkaar. Alsof er niets gebeurd is, draait hij zich om en richt zich weer op de vogels.

In het vakantiehuisje aan de Reeuwijkse plassen

“Hoi pap!”, roept Jessica. Ze is nog net op tijd. Niet dat haar vader dat wat uitmaakt. Ze verwacht dan ook geen antwoord. Daarin is ze te vaak teleurgesteld. Als ze de kamer in loopt, ziet ze direct hoe laat het is. Haar vader loopt met een headset op. Hij is druk aan het praten, terwijl hij heen en weer loopt en druk gebaart. Hij kijkt even op, maakt een gebaar van stil zijn en vervolgt zijn gesprek. ‘Waarom kan haar vader wel amicaal, vriendelijk en charmant zijn aan de telefoon maar niet naar mam en naar haar toe?’, vraagt Jessica zich af. Ze besluit de koelkast te inspecteren en pakt een blikje cola.

“Hey Jes”, zegt Bas Verdoold even later als hij zijn dochter groet. “Hoi pap, uitge…” Maar voordat ze haar zin kan afmaken, klinkt vaders bekende ringtone alweer. Hij heeft zijn headset nog op, dus kan hij gemakkelijk opnemen. “Hey Rob, ja, ik had je belletje verwacht… Ja, het komt prima uit hoor.” Jessica zucht. Het komt prima uit? Het komt helemaal niet prima uit! Het is zaterdagmiddag. Ze zitten in een vakantiehuisje, terwijl ze thuis zouden moeten zijn, met elkaar. Na het derde gesprek is Jessica het zat. “Pap, als je nog één keer de telefoon opneemt vanmiddag, ga ik naar huis!” Jessica beent naar het slaapkamertje waar ze dit weekeinde zal blijven. Ze richt haar kamer is. Haar vader is toch wel geschrokken. Hij kijkt Jessica na. Hij legt zuchtend zijn headset op tafel. “Je hebt gelijk, Jes”, wil hij zeggen, maar hij kreeg het niet over zijn lippen. Dat is zijn handelsmerk, direct antwoorden op aanvragen. Dat heeft hem gebracht tot waar hij nu is.

Jessica is klaar met haar kamer inrichten. Ze heeft al een tijdje de drukke en harde stem van haar vader gemist. Zou hij haar opmerking gehoord hebben? Ze loopt de kamer in: “Pap, kent u de vader van Jesse?” “Hè, wat zeg je?”, klinkt het afwezig. “Of je de vader van Jesse kent!” Jessica vindt het altijd leuk om je te zeggen tegen haar vader, want meestal reageert hij daarop. Toen ze klein was kreeg ze het standaard antwoord: “Je vader en moeder en alle grote mensen zijn u”. Blijkbaar geeft hij er niet meer om. “Gerrit, bedoel je? Ja, daar heb ik vroeger veel mee gevoetbald.” Jessica schiet in de lach. “Gevoetbald, u?” Nu is het wel raak. “Hé, denk erom hè, je vader was zeer sportief vroeger.” “Ja, vroeger ja”, zegt Jessica, en ze kijkt nadrukkelijk naar het gedeelte van haar vaders lichaam dat verdacht veel op een voetbal is gaan lijken. “Maar, wat is er dan, wat wilde je zeggen over Gerrit?” “Jesse zei dat er iets in zijn longen gevonden is.” Dan gaat Jessica’s telefoon. Ze kijkt op haar scherm. Noa. “Even opnemen hoor”, en weg is ze, haar vader peinzend achterlatend. Iets gevonden in Gerrits longen? Dat was ook de boodschap geweest aan zijn vader, Berend Verdoold, nu ongeveer dertig jaar geleden. Hij weet het nog als de dag van gisteren. En als hij, Bas Verdoold, ergens bang voor is, dan is het een boodschap als deze. "Er is iets gevonden in uw long." Zijn telefoon gaat af, maar hij hoort het niet. “Tsjonge”, zucht hij, “die Gerrit.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 2022

Daniel | 36 Pagina's

Geloof onder vuur

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 2022

Daniel | 36 Pagina's